College 9 + 10 (Inleiding psychologie B) Flashcards
stress
Negatieve, emotionele en psychologisch proces als mensen om willen gaan met stressors
stressoren
gebeurtenissen en situaties in jouw dagelijks functioneren en/of persoonlijk welzijn dreigen te verstoren. Waar je je aan moet aanpassen.
Voorbeelden stressoren
- traumatische ervaring (kortdurend, ernstig)
- veranderingen in het dagelijks leven (kortdurend. niet zo ernstig)
- chronische stressoren (langdurend, ernstig)
- dagelijkse beslommeringen (langdurend, niet ernstig)
health care psychology
werkveld in de psychologie die ervoor bedoeld is om te begrijpen wat de psychologische invloed is dat mensen gezond blijven, ziek worden of hoe ze reageren wanneer dit gebeurd
Welzijn
Lichaam, emoties, cognitief, gedrag
general adaption syndrome
stressrespons die je hebt als je wordt geconfronteerd met een stressor
stappen plan general adaption syndrome
- energie verzamelen om om te gaan met de stressor: fight or flight of freeze response
- kost eerst energie, daarna levert het energie op
- resistance face: blijven vechten tegen stressor
- exhausation fase: uithouden (kan uitgeput raken)
Rol hypothalamus
- activeert autonoom zenuwstelsel: adrenaline en noradrenaline wordt aangemaakt
- activeert pituitary gland: die maakt ACTH aan. ACTH stimuleert aanmaken cortisol en endorphine
rol adrenaline en noradrenaline
veroorzaken verandering in lichaamsactiviteit, zoals verhogen bloeddruk, verhogen spierspanning, verhogen bloedsuikerspiegel, pupillen vergroten
lijf staat op scherp voor actie
rol cortisol en endorphine
- cortisol: stresshormoon die lichaamsenergie vrijmaakt, vecht tegen ontstekingen, onderdrukt immuunsysteem
- endorphine: natuurlijke pijnstiller
emoties
reageert met allerlei emoties als stressor optreedt, maar verdwijnt als stressor is opgelost, zoals gespannen, geirriteerd, ansgstig, vermoeid, somber
cognitief
stress leidt to:
- veminderen concentratie
- minder goed herinneren
- minder flexibel in denken
gedrag
stress leidt tot:
- trillende handen,
- bevende stem
- vluchtgedrag
- slaapproblemen
stressmediatioren
factoren die bepalen hoeveel invloed stress op welzijn heeft
appraisal
inschatting van kan het mij schelen/ doet het wat met mij?
coping
omgaan met
komt na appraisal
copingbronnen
bronnen binnen of buiten jezelf die je kunt gebruiken om zo goed mogelijk om te gaan met stressvolle situaties
interne copingbronnen
bronnen binnen de persoon zelf die invloed hebben op hoe men omgaat met stressor (zoals temperament, intelligentie, executief functioneren, zelfvertrouwen, sociale vaardigheden)