Neurobiologische achtergronden van de opvoeding en ontwikkeling Flashcards

1
Q

Social neuroscience

A

Psychologie, pedagogiek en biologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neuroscience

A

Hierbij wordt gekeken op het niveau van hersenen., cellen en moleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale psychologie

A

Hierbij wordt gekeken op het niveau van tussengroepproces, groepsproces en sociale interacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Niveau van verklaringen

A

Hersenen, hormonen, neuroplasticiteit, invloed omgeving/opvoeding, genen + opvoeding/omgeving, evolutionaire geschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Reductionisme

A

Versimpelen van een kwestie op een hoog niveau naar een meer basale verklaring (biologisch, fysiologisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale brein

A

(Sociale) Hersenen bestaan uit modules (netwerk van hersengebieden die betrokken zijn bij sociaal gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Module

A

Hersengebied die betrokken is bij verschillende dingen van ons lichaam. Hersengebied met een taak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Modulariteit

A

Gespecialiseerde processen zie zeer specifieke functies uitvoeren in reactie op bepaalde inputs, zoals modules voor het herkennen van gezichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De drie verschillende opties van het sociale brein

A

Optie A modulair, optie B en optie C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly