Psychology B Flashcards
instint doctrine
mensen worden gedreven door instinct wat uitgelokt wordt door bepaalde situaties wat bevordert onze overlevingskansen
instinct
automatische, onwillekeurige, niet aangeleerd gedrag
drive reduction theory
je lijf stuurt gedrag aan dat ontstaat door een verstoorde homeostase
cognitive dissonance theory
als er dissonantie is tussen gedachten en gedrag probeert men dit op te lossen
arousal theory
gedrag wordt gemotiveerd door de behoefte om een optimaal niveau van arousal (hoe actief je lijf is) te ervaren
incentive theory
gebaseerd op leertheorie: externe factoren motiveren ons gedrag
cognitieve theorieën
nieuwe theorieën met de nadruk op allerlei cognities, zoals bewustzijn van risico’s, zelfvertrouwen en barrieres om bepaald gedrag te vertonen
maslow theory
hierarchie in motivatie: pas als de behoeften op lagere niveaus zijn vervuld, zal je gemotiveerd zijn tot gedrag op hogere niveaus
alderfer theory
behoeftes beinvloeden elkaar, maar zijn niet perse in hierarchische volgorde
James-Lange peripheral theory
Je lijf reageert automatisch op fysiologische reacties in je omgeving. Zonder fysiologische kenmerken, geen emotie.
alexithymie
geen woorden voor emoties
Cannon-Bard theory
Je brein reageert op omgeving tegelijkertijd met: fysiologische emoties en emotionele ervaring
Schachter-Singer theory
James-Lange theorie klopt, maar is ingewikkelder. Emotie wordt ervaart door: interpretatie van fysiologische activiteit en de situatie die voorafging (attributie)
Excitation transfer theory
Theorie die verklaart dat je al de fysiologische gevoelens van een leuke/spannende ervaring op een persoon uit, waardoor je deze persoon nog leuker en aantrekkelijker vindt.
Lazarus cognitive appraisel
Interpretatie van situatie veroorzaakt emotie en fysiologische activiteit (bijv. race Max Verstappen)
Model actions patterns
Motivatie kan worden beïnvloed door erfelijke neigingen, maar dat betekent niet dat al het gemotiveerd gedrag genetisch bepaald is. Bepaalde gedragingen zijn aangeboren, maar of deze gedragingen zich kunnen ontwikkelen hangt af van wat iemand meemaakt en tegenkomt.
stressoren
Gebeurtenissen en situaties die jouw dagelijks functioneren en/of persoonlijk welzijn verstoren
appraisal
Inschatting van kan het mij schelen
Coping
Omgaan met stress (komt na appraisal)
Copingbronnen
Bronnen die je kunt gebruiken om zo goed mogelijk om te gaan met stressoren
Interne copingbronnen
Binnen de persoon zelf die invloed hebben op hoe men omgaat met die stressor
Externe copingbronnen
In de omgeving van de persoon die invloed hebben op hoe men omgaat met de stressor
Gezondheidsbevordering
Gedrag dat gezondheid optimaliseert, zoals sporten, gezond eten, niet roken, zonnebrand smeren.
Diseases of adaptation
Ziektes die worden verergerd of veroorzaakt door stressors
sociale psychologie
Studie die kijkt naar de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beinvloed worden door aanwezigheid van andere mensen
conformity
Gedrag en overtuigingen aanpassen aan anderen