College 7 latente infecties en maligne ontaarding Flashcards

1
Q

Waar staat HCC op de lijst qua hoeveelheid en sterfte?
Wat is de incidentie wereldwijd en in Nederland?

A

5e meest frequente kankervorm wereldwijd

sterfte: 2e van kanker gerelateerde sterfte wereldwijd

Incidentie: elk jaar 1 miljoen nieuwe diagnoses en doden

Nederland: elk jaar ≥ 500 patiënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn klachten van HCC?

A

Afhankelijk van plaats, grootte en aantal tumoren

  • opgezette lever
  • (vage) buikpijn
  • verminderde eetlust
  • algehele zwakte en vermoeidheid
  • misselijkheid en braken
  • onverklaarbaar gewichtsverlies
  • jeuk en icterus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe stellen we de diagnose HCC?

A
  1. lab: leverfunctie (ALAT, ASAT)
  2. beeldvorming: echo, CT, MRI
  3. biopt: histologische bevestiging van maligne ontaarding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvan is de behandeling van HCC afhankelijk?

A
  • grootte tumor
  • kwaliteit van leverfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de behandelingen voor HCC? Volgens welke richtlijnen is dit?

A

EASL guidelines

Curatief: vroege stadia
1. partiële hepatectomie
2. levertransplantatie
3. RFA = radiofrequente termo-ablatie (naald met hitte die de tumorcellen vernietigt)

Verdere stadia: meerdere nodules, chirurgische resectie is onmogelijk
1. TACE = transarteriele chemo-embolisatie
Onderbreken bloedvoorziening met bolletjes chemo (lokale, langzame afgifte)
2.SIRT = Selectieve inwendige RT
3. systemische therapie

Palliatief:
BSC = best standard of care

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem twee belangrijke risicofactoren voor HCC

A
  1. levercirrose –> meest belangrijk!!!
  2. Virale hepatitis (geeft cirrose –> HCC)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de meest voorkomende leverziekte?

A

Virale hepatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de verwekkers van Virale hepatitis? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

A

A
B
C
D
E

Heel verschillend qua structuur en genoom

Infecteren allemaal specifiek de hepatocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de processen die kunnen ontstaan na besmetting met een hepatitis virus?

A
  1. Acute hepatitis
    a) klaring
    b) Sterfte
    c) chronische hepatitis
  2. Chronische hepatitis
    a) geen ernstige ziekte
    b) fibrose (enigszins omkeerbaar)
    c) Cirrose
    d) HCC
    e) sterfte

Alle processen kunnen in elkaar overlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de transmissie route van HBV en HCV? noem voorbeelden

A

HBV:
a) bloed op bloed
b) lichaamsvloeistof op bloed
bvb.
- seksueel contact
- bloedtransfusie
- gecontamineerde naalden
- verticale transmissie (moeder op kind)
- beroep

HCV:
a) bloed op bloed
bvb.
- seksueel contact
- bloedtransfusie
- gecontamineerde naalden (piercings, tattoos, IV drugs)
- - verticale transmissie (moeder op kind)
- beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van het genoom van HBV en HCV?

A

HBV:
- DNA (deels dsDNA)
- 3,2 kb lang
- 4 ORF (open reading frames: hier kan transcriptie gestart worden)
- codeert voor 7 virale eiwitten
- 5 eiwitten: onderdeel virale partikel
- 2 eiwitten: komen alleen in de gastheer voor

HCV:
- ssRNA +
- 1 ORF (9600 bp) voor structurele en non-structurele eiwitten
- lipiden envelop
- envelop glycoprotienen E1 en E2

Beiden klein eiwit/virus: 40-60 mn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is er een vaccin tegen HBV? En HCV?

A

HBV: ja = HepB3 (sinds 2011 in RVP)

HCV: nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de doelwitcel van HBV en HCV?

A

Beiden hepatocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geven HBV en HCV symptomen?

A

HBV:
- kind = asymptomatisch
- volwassenen: (a)symptomatisch

HCV:
- asymptomatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de prognose van HBV en HCV?

A

HBV:
- neonaten: 90% wordt chronisch
- kind < 5 jaar: 30% wordt chronisch
- volwassenen: < 10% wordt chronisch

HCV:
- acuut: 20-40%
- chronisch: 60-80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil in klaring die we kunnen bewerkstelligen bij HBV en HCV?

A

HBV: kunnen we niet klaren
HCV: kunnen we wel klaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de pathogenese. van de ziekte van HBV en HCV met betrekking tot HCC?

A

HBV:
- fibrose
- cirrose
- leverfalen
- HCC

HCV:
- fibrose
- cirrose
- leverfalen
- HCC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is er in het serum van de patient te vinden van HBV en HCV?

A

HBV:
- virale partikels
- filamenten: zijn fracties van HBsAg (van surface Ag van virus)
- HBeAg

HCV: enkel virale partikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat doet het virus in de hepatocyten (HBV en HCV)?

A

HBV:
- dsDNA
- cccDNA (circulair covalently closed ds) = stabiel
- hieruit RNA en eiwitten gemaakt
- in cytosol
- DNA
- virale partikel

HCV:
- RNA
- 1 groot transcript
- eiwitten uit geknipt (zijn structurele en non-structurele eiwitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waar komen HBV en HCV vaak voor?

A

HBV:
- Afrika
- Azie
- deel van Canada
- deel Zuid Amerika

HCV:
- sommige delen van Afrika
- sommige delen van China
- grotendeels Zuid Amerika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de prevalentie van HBV en HCV samen? Voor hoeveel doden zorgen ze?

A

Prevalentie: 600 miljoen chronische HBV en HCV patienten

Elk jaar 1 miljoen sterfgevallen door HCC of leverfalen

Doodsoorzaak nr 9 wereldwijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het ziektebeloop van HBV en HCV?

A
  1. acute infect: herstel is nog mogelijk
  2. Chronische hepatitis: behandelen
  3. cirrose –> hoeft niet per se voor HCC (kan ook vanuit chronische infectie naar HCC gaan)
  4. HCC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke behandelingen kunnen we nog geven bij en chronische hepatitis?

A
  • suppressie van virale replicatie = anti-virals
  • immuunmodulatie met PEG-IFN (pegylated IFN-alfa)
    –> groep aan IFN-a gemaakt waardoor het stabieler is en langer zijn werk kan doen om IS aan te zetten om de met virus geïnfecteerde cellen aan te vallen
24
Q

Wat is de duur van acute infectie tot HCC?

A

Traag: 30-50 jaar

Snel ≤ 20 jaar
Door risicofactoren:
- alcohol gebruik
- Co-infectie met HIV, HBV of HCV
- immuunsuppressie

25
Q

Wat is het tolerantie niveau van de lever mbt Ag?

A

Telerogeen orgaan: het is vrij tolerant omdat
Er komen veel orale Ag in de lever waarbij constant de keuze gemaakt moet worden of wel of niet goed –> moet niet te agressief reageren op alles

26
Q

Wat produceert de lever om een tolerant milieu instant te houden?

A

veel anti-inflammatoire cytokines –> remming van de intra-hepatische afweer (cellen doen niet zo veel in ruststand)

27
Q

Wat is het gevolg van het milieu in de lever mbt het virus?

A

Het tolerante milieu is onderdeel van de verklaring waarom het lichaam HBV en HCV niet goed kan klaren

28
Q

Wat is de reden dat het lichaam HBV en HCV niet goed kan klaren?

A
  • tolerante milieu in de lever –> niet volledig op want kunnen HepA wel klaren
  • HBV en HCV hebben immuunevasie strategien om targetcellen en immuuncellen te inhiberen
29
Q

Hoe werkt de anti-virale immuniteit?

A
  • eerste lijn: huid etc
  • inductie innate (niet specifieke afweer) met
    a) oplosbare factoren: complement en cytokines
    b) cellen: Mf, DC, granulocyten, NK-cellen
  • inductie adaptieve immuniteit
    a) virus specifieke immuniteit
    b) opwekken virus specifiek geheugen
30
Q

Wat is de rol van het innate IS bij een virus infectie?

A
  • remming virale infectie
  • remming replicatie
  • presentatie van virale Ag (DCs)
  • activatie adaptieve IS
  • ontsteking vormend
31
Q

Wat is een belangrijke respons bij een virale infectie?

A

Virus infectie wordt gevoeld/gemerkt door de cel (receptoren)

Type 1 IFN respons met IFN-a en IFN-b productie
–> werken paracrien en autocrien

Voor:
- remming virale replicatie
- verhoogde Ag presentatie
- activatie NK-cellen, APC en T-cellen

32
Q

Wat is de tijd van het opgang komen en pieken van de anti-virale mechanismen bij een virus infectie?

A
  1. type 1 IFN respons
    start: meteen
    piek: dag 2
    Tot: dag 5
  2. NK-cel gemediteerde killing
    start: meteen
    piek: dag 3-4
    tot: dag 6
    –> Vlak na de type 1 IFN respons
  3. T-cel gemedieerde killing
    start: dag 2
    piek: dag 6-9
    loopt tijdje door –> komt wat trager opgang
33
Q

Wat is de invloed van HBV en HCV op de type 1 IFN respons?

A

HBV:
- stealth virus = onzichtbaar voor de IFN-gemedieerde innate afweersysteem
- infectie wordt niet opgemerkt
- DAARBIJ: onderdrukking van type 1 IFN respons door remming van de signaal transductie

HCV:
- opgemerkt door bvb TLR3
- inductie van type 1 IFN respons
- productie van IL-1a en IL-1b
- binding op IFNAR
- HCV eiwitten remmen de complexen voor de signaal transductie
- GEEN reactie op type 1 IFN respons

34
Q

Vat het effect van HBV en HCV op de type 1 IFN respons samen. Wat speelt hierbij een rol?

A

HBV:
- geen activatie
- Geen productie van IFNs
–> geen genen

HCV:
- wel activatie en productie
- Remming signaal transductie (effecten)
–> 27 genen

35
Q

Wat is opvallend mbt de T-cel reactie bij HBV en HCV?

A
  • in acute infects is er wel een goede respons
  • bij chronische infectie is deze te beperkt om in actie te komen = ineffectieve T-cel respons
36
Q

Welke factoren beïnvloeden de afweer respons op HBV en HCV?

A

Hostfactoren:
- genetische polymorfismen
- leeftijd
- overgewicht
- co-infecties

Virale factoren
- genotype/subtype
- inoculum dosis

Immuunregulerende capaciteit van de lever

37
Q

Wat voor soort virus is HBV met betrekking tot de eerste immuun respons?

A

Stealth virus: onzichtbaar voor type 1 IFN respons

38
Q

Wat zijn twee mannieren van weefsel schade door virussen?

A
  1. direct: cytopatisch virus
    Directe beschadiging van de geïnfecteerde cellen waardoor celdood
  2. Indirect:
    - activatie van innate IS: koorts, vermoeidheid
    - inductie adaptieve IS: killing van virus geïnfecteerde cellen
39
Q

Wat voor soort virussen zijn HBV en HCV mbt de weefselschade?

A

Beiden non-cytopatisch
Dus: indirecte weefselschade

40
Q

Op welke manier zorgen HBV en HCV voor weefselschade?

A

Afweerrespons om:
- virale eliminatie
- beperken virale replicatie en infectie
MAAR: indirecte leverschade doordat hepatocyten ook gedood worden = immunopathologie

Zou eigenlijk een balans moeten zijn

41
Q

Waarom noemen we de schade die HBV en HCV induceren ook wel een double edged sword?

A

Omdat er het virus kan repliceren en de manier waarop het lichaam hier op reageert zorgt eigenlijk voor nog meer schade aan de hepatocyten

42
Q

Wat is het verschil in de weefsel schade tussen een acute infectie en een chronische infectie?

A

Acuut: effect van de virusklaring is groter dan de schade aan de lever

Chronisch: het virus verspreid zich sneller dan dat het IS in staat is om het te klaren –> veel hepatocyten gaan ten onder

43
Q

Wat gebeurt er als gevolg van de leverschade bij HBV en HCV?

A
  • voortdurend schade aan de hepatocyten
  • regeneratie van de lever
  • lukt niet altijd goed waardoor fibrose
  • kan leiden tot cirrose
44
Q

Wat is de stap van de leverschade naar HCC?

A
  • door veel schade aan de lever neemt de turnober van levercellen toe voor regeneratie
  • opstapeling van kritische mutaties in het genoom van de host
  • Kan leiden tot HCC
45
Q

Wat kan je zeggen als je veel cirrose ziet in de leveR?

A

Dat er veel schade is

46
Q

Wat is de relatie tussen cirrose en HCC?

A
  • 80% van de levertumoren ontwikkelt zich in cirrotische levers (wereldwijd)
  • het is de sterkste predisponerende factor voor de ontwikkeling van HCC
47
Q

Wat is de indirecte associatie van HBV en HCV met HCC?

A

chronische hepatitis
- voortdurende ontsteking en weefselschade waardoor regeneratie
- activatie factoren en cellen die fibrose bevorderen
- celschade met hoge turnover
- verhoogt risico op mutaties

48
Q

Wat is naast een indirect relatie tussen hepatitis virussen en HCC nog een mogelijkheid?

A

directe relatie
- virus zelf heeft oncogene activiteit om cellulaire processen te beïnvloeden
- virale oncogenen

49
Q

wat is specifiek de manieren van relatie tussen HCV en HCC?

A
  • Wel HCV eiwitten in HCC maar het HCV integreert niet in het humane genoom
  • GEEN wetenschappelijk bewijs voor pro-oncogene effecten van HCV eiwitten

DUS: enkel indirecte HCC vorming

50
Q

wat is specifiek de manieren van relatie tussen HBV en HCC?

A
  • cirrotische levers en HCC-cellen hebben expressie van het HBx-gen

HBx-gen: meest geïntegreerde virale gen
Gevolg: rare en ongecontroleerde groei

  • HBx-gen = viraal oncogen
    Integreert in het genoom –> beschadigt het genoom waardoor activatie van oncogenen of suppressie van tumorsuprressor genen

DUS:
Zowel indirecte als directe HCC vorming

51
Q

Hoe behandelen we een chronische hepatitis?

A
  • anti-virals (suppressie van virale replicatie)
  • immuun modulatie PEG-IFN
52
Q

wat zegt de respons op de therapie bij chronische hepatitis?

A

Respons op therapie = reductive van HCC-risico

53
Q

Zijn HBV en HCV te genezen?

A

HBV: nee –> blijft productie virale eiwitten

HCV: direct acting anti-virals bvb sofosbuvir
Genezing voor > 95%

54
Q

Wat is in de toekomst het gevaar mbt HCC?

A

Alcohol en obesitas nemen toe –> toename van (HBV/HCV-geassocieerde) HCC

55
Q

Bij hoeveel van de cirrotische levers ontstaat er HCC? Waardoor komt dit?

A

in 80% van de cirrotische levers ontstaat HCC

  • 80% door chronische HCV en HBV infecites
  • 20% door alcohol, NASH (obesitas), overig/onbekend

In NL: meer leefstijl gerelateerde cirrose