College 1 een kind met diarree- gastro-intestinale infecties Flashcards

1
Q

Hoe veel procent van de kindersterfte < 5 jaar komt door GI-infecties wereldwijd? wat is dit in relatie tot andere oorzaken?

A

11% van de kindersterfte door GI-infecties

Meer dan AIDS, mazelen, meningitis, ongelukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar sterven de meeste kinderen aan wereldwijd?

A
  • AIDS
  • GI-infecties
  • mazelen
  • ongelukken
  • meningitis
  • pneumonie
  • malaria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke leeftijds categorie sterft het vaakst agv GI-infecties?

A

neonaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk virus is een van de belangrijkste veroorzakers van infectieuze diarree?

A

Rotavirus –> groot aandeel in sterfte in Afrika door diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is diarree?

A

Verminderde consistentie van de ontlasting waardoor verlies van vocht en een toename van het aantal ontlastingsmomenten naar ≥ 3x per 24h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de meest voorkomende soort verwekkers van diarree?

A

Viraal het meest!! –> heel erg besmettelijk ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de meest voorkomende verwekkers van GI-infecties?

A

Viraal
- rotavirus
- norovirus
- astrovirus
- adenovirus

Bacterieel: SSYC
- salmonella
- shigella
- Yersinia
- campylobacter

Minder vaak:
- E. coli
- vibrio cholerae
- clostridium difficile (vaker volwassenen)

Parasitair:
- giardia lambia: peuters en kleuters
- entamoeba histolytica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een parasitair verwekkers van diaree bij peuters en kleuters? Wat is kenmerkend?

A

Giardia lambila
- vooral vage buikpijn
- minder hoeveelheid diaree
- langere tijd (weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een kenmerk van clostridium, shigella, Vibrio?

A

Dragen Toxines bij zich die toxisch zijn voor de darm waardoor diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is soms een onderscheid iets tussen bacteriële en virale diaree?

A

bacterieel vaker:
- waterdun
- vaker
- collitis beeld met bloederige/slijmerige diarree
- zieker met hogere koorts

Viraal vaker:
- geen koorts
- geen bloed bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe moet je jezelf schoonmaken na contact met rotavirus of norovirus?

A

Handen wassen met water en zeep want niet weg met desinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de transmissie route? hoe worden de meeste mensen geïnfecteerd?

A

Feco-oraal
- ontlasting
- handen
- mond

Via een indirecte weg vanaf:
- telefoons
- toetsenborden
- deurkrukken
- speelgoed (kinderdagverblijf)
- zand/modder (spelen of mountain bikers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 6 risicofactoren voor infectieuze diaree?

A
  • slechte hygiëne
  • hoge pH van de maag(inhoud) bvb bij maagzuurremmers
  • verminderde motiliteit van de darm (operatie, morfine, ileus)
  • veranderde intestinale flora (AB, verandert eetpatroon, verhuizing, vakantie)
  • deficientie in Ig (IgA en IgG)
  • intrinsieke ziekte van darmepitheel (verkeerde aanleg/functie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn niet infectieuze oorzaken van diarree?

A
  • anatomische afwijkingen: Hirschsprung, short bowl
  • allergie: koemelk, soya
  • immunologisch: coeliakie
  • inflammatie: NEC, IBD, appendicitis
  • intolerantie: lactase of disacharidase deficientie
  • endocrien: hyperthyreoïdie
  • maligniteit: neuroblastoom (zeldzaam en geeft koorts aanvallen)
  • metabool: CF- CI-secretoire diaree
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is vaker onderscheidend tussen infectieuze en niet infectieuze diaree?

A

Infectieus: vaker acuut
niet-infectieus: vaker chronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn maten om de mate van dehydratie in te schatten?

A
  • interesse om te drinken
  • gewicht
  • bewustzijn
  • vitale parameters: pols, CR, RR, AF
  • temperatuur (perifere) extremiteiten
  • diurese
  • traanproductie
  • vochtigheid slijmvliezen
  • turgor
  • ogen (ingevallen)

Kijk ook naar reisanamnese!

CR centraal op stermum meten

koude acra: minder goede circulatie door de dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn kenmerken van mild/matige dehydratie?

A
  • 3-9% verlies van gewicht
  • bewustzijn: normaal, moe, rusteloos, geirriteerd
  • dorstig
  • HF: n of hoger
  • Pols kwaliteit: n of lager
  • AF: n of sneller
  • ogen: iets dieper
  • tranen: minder
  • mond en tong: droog
  • turgor: minder
  • CR: verlengd (2-4 sec)
  • extremiteiten: koel
  • diurese minder
18
Q

Wat zijn kenmerken voor ernstige dehydratie?

A
  • > 9% gewichtsverlies
  • bewustzijn: apathisch lethargie, verminderd
  • dorst: slecht drinken
  • HF: tachycardie (of als ernstig juist bradycard)
  • Pols: zwak, slecht voelbaar
  • AH: diep
  • ogen: ingezonken
  • tranen: niet
  • mond en tong: uitgedroogd
  • turgor: sterk verminderd
  • CR: > 4 sec, slecht zichtbaar
  • extermiteiten: koel, gemarmerd, cyanotische
  • diurese: minimaal
19
Q

Wanneer en welke diagnostiek doen we bij dehydratie?

A

Enkel bij ernstige dehydratie

Lab:
- elektrolyten: Na, K, Cl, Ca
- glucose
- CRP
- creatinine, ureum
- bloedgas
- evt osmol
- ammoniumgap: Na - (Cl + Bic) = 4-11

Op indicatie
- urine: Na, K, Cl, osmol, sediment
- volledig bloedbeeld: ketenen (DM)
- kweken

20
Q

Welke soorten dehydratie zijn er en op basis waarvan wordt dit bepaald?

A

obv Na
1. isotone dehydratie: normaal Na
2. hypotone dehydratie: verlaagd Na
3. hypertone dehydratie: verhoogd Na

21
Q

Wat is de behandeling van dehydratie?

A

Compenseren verliezen = vocht + elektrolyten

ORS: glucose + Na + K (beetje) + Cl + water (+ citaat en smaakstoffen)
- ip oraal
- anders via NMS
- anders IV rehydratie

22
Q

Wat geven we niet bij dehydratie?

A

middelen die:
- darm motiliteit verminderen (opiaten)
- absorptie toxines (Norrit)
- probiotica: veranderen van intestinale microflora (onderzoeken zijn tegensprekend)

23
Q

Hoe werkt ORS?

A
  • SGLT = sodium glucose linked transporter = Na afhankelijke glucose transporter
  • Na wordt naar milieu interieur gepompt met glucose (= actief)
  • water gaat passief mee
  • In ORS is verhouding Na en glucose precies zo dat optimale functionering
  • functioneert ook nog bij beschadigd darmepitheel waardoor langdurig te gebruiken
24
Q

Hoe doen we rehydreren bij een hypertone dehydratie?

A

Ook met ORS
De hyperNa komt door het tekort aan vocht –> ORS zorgt ervoor dat er juist vocht wordt opgenomen
–> er zal geen sterke verhoging van het serum Na optreden

25
Hoe kunnen we de mate van dehydratie inschatten?
Bereken van het % dehydratie =. ((recent gewicht - huidig gewicht) / recent gewicht) x 100% = (afgevallen gewicht / recent gewicht) x 100% Indien geen recent gewicht bekend: schatting maken waarbij - < 9% is mild/matig - ≥ 9% is ernstig
26
Hoe berekenen we het vocht deficit?
Recent gewicht - huidig gewicht in grammen = aantal ml deficit Indien geen recent gewicht bekend = (Geschat % dehydratie / 100%) x huidig gewicht in gr
27
Wat wil je met het vocht deficit?
Wil je binnen 24h weer terug geven
28
Waarop wordt het onderhoudsvocht berekend en hoelang geven we dit?
Obv normale gewicht (wat passend is) zolang het kind niet zelf kan drinken
29
Wat is belangrijk om je te realiseren bij een kind met koorts als je deze wil behandelen voor dehydratie?
Door koorts is er ongeveer 12% extra vocht per graad temperatuursverhoging nodig
30
Wat is ongeveer het onderhoudsvocht dat we geven?
Als < 10 kg: 100 ml/kg/24h Als 10-20 kg: 1000 ml + 50 ml/kg (voor elke Kg > 10) Als > 20 kg: 1500 ml + 20 ml/kg (voor welke kg > 20) EVT nog met temperatuur verhoging rekening houden!!!
31
Wat zijn opname indicaties bij dehydratie?
- vitaal bedreigd - verlaagde EMV - als < 2 maanden - falen van ORS behandeling - sociale indicatie (capabele ouders?)
32
Wanneer gaan we voor IV rehydratie?
- shock - sufheid - acute buik, ileum of aanhoudend braken - ernstige diarree > 10 ml/kg/uur
33
Waarom is het belangrijk om het soort dehydratie te weten (mbt Na)?
Bij hypertone dehydratie (hoog Na) kan je bij te snelle rehydratie - een te snelle daling van het Na krijgen - Na shifts in het brein - hersenoedeem - inklemming - coma, epilepsie, convulsies, bloeding, overlijden
34
Kan men doorgaan met borstvoeding tijdens ORS behandeling?
Ja kan wel kinderen willen vaak niet
35
Wat doen we bij minimale, matige en ernstige dehydratie?
Minimaal/geen: - geen rehydratie - evt ORS bij waterdunne ontlasting Matig: - ORS - normale voeding ernstig: - IV rehydratie - als mogelijk ORS - na rehydratie normale voeding
36
Geven we AB bij diarree?
Nee, vaak viraal of niet nodig --> vaak dragen bacterie alleen maar langer bij zich
37
Wanneer geven we AB bij diaree?
- salmonella typhi of paratyphi (tyfeus beeld) - overige salmonella of shigella dysenterie als: a) sepsis b) < 3 mnd c) immuungecompromitteerd - gecompliceerd beloop van campylobacter jejuni
38
Kan er voor diaree worden gevaccineerd?
Alleen voor rotavirus (niet in NL) = oraal, levend verzwakt vaccin (druppeltje)
39
Wat is het effect van de rotavirus vaccinatie?
- voorkomt 50% van de diaree gevallen < 5 jaar - voorkomt 98% van de ziekenhuisopnames - voorkomt 90% van de doktersbezoeken Gezondheidsraad: positief advies voor opname in RVP
40
Wanneer komt rotavirus infectie het meest voor?
Winter
41
Waarbij is het rotavirus vaccin mogelijk minder effectief?
risicogroepen zoals prematuren