college 5 Flashcards

1
Q

sociale beïnvloeding

A

invloed van anderen op onze emoties, gedachten en/of gedrag (niet per definitie intentioneel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

persuasieve communicatie

A

een doelbewuste poging om door middel van communicatie de ontvanger aan te zetten tot attitude- en/of gedragsvermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

principes van beïnvloeding

A
  1. reciprocity
  2. commitment & consistency
  3. social proof
  4. liking
  5. authority
  6. scarcity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

automaticiteit/gedachteloosheid

A

in veel beïnvloedingssituaties vallen we terug op automatisch (gedachteloos) gedrag en maken we gebruik van simpele beslisregels (heuristieken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom automatisch gedrag

A
  • het gebruik van simpele beslisregels (heuristieken) is adaptief
    = gedrag dat goed is aangepast aan bepaalde omstandigheden
  • we zetten onze kostbare cognitieve capaciteit alleen in voor belangrijke taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wedekerigheid (reciprocity)

A
  • we voelen ons verplicht om een gunst te bantwoorden met een wederdienst
  • we zullen sneller overgaan tot aankoop als we zelf eerst iets ontvangen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pre-giving

A

= voorafgaand aan de gunst iets hebben gegeven
- werkt beter als degene die iets geeft een vreemde is
- werkt vooral als je de pre-giving accepteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

door-in-the-face (DITF) - techniek

A

= gebaseerd op het principe van wederkerigheid maar er zijn ook andere redenen waarom deze techniek vaak werkt, bijv:
schuldgevoel
het afgewezen verzoek werkt als een anker = grote hoeveelheid geld wordt geweigerd waarna een kleine hoeveelheid wel wordt gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

consistentie (commitment/consistency)

A

we hebben de neiging om consistent te zijn in onze gedragingen en om toezegging na te komen
- ‘ja’ leidt vaak tot nog meer ‘ja’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

foot-in-the-door techniek

A

= starting a small request and moving to a larger request
- deze techniek werkt beter als de verzoeken gerelateerd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lowball

A

tactiek waarbij een artikel aanvankelijk tegen een lagere prijs wordt aangeboden dan men verwacht om de koper te laten toezeggen; vervolgens wordt de prijs plotseling verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

product trials

A

probeer nu 30 dagen lang …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

social proof

A
  • we baseren onze oordelen en gedragingen vaak op wat (vele) anderen denken of doen
  • we doen dit vooral in ambigue of onzekere situaties

–> klantenbeoordelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

liking

A
  • we zullen sneller iets aannemen van iemand waar we een positief gevoel bij krijgen
  • ook wel attractiveness
  • kan gebaseerd zijn op: bekendheid, vriendschap, aantrekkelijkheid (halo-effect) en gelijkenis (–> mimicry)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mimicry

A

slim gebruik maken van gelijkenis
= het forceren van deze gelijkenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

authority

A
  • Millgram-experiment
  • één verklaring: early socialization
  • factoren die het opwekken:
    1. status of the institution
    1. complex/expensive scientific equipment
    1. experimenter’s clothing
    1. gender
17
Q

schaarste (scarcity)

A
  • we vinden schaarse, zeldzame of moeilijk te verkrijgen producten aantrekkelijker dan productern die volop voorradig zijn
  • bijv. limited editions & deadline technieken