college 1 Flashcards

1
Q

persuasieve communicatie

A

een doelbewuste poging om door middel van communicatie de ontvanger aan te zetten tot attitude- en/of gedragsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

belangrijke componenten persuasieve communicatie

A
  • beïnvloeding is een doelbewuste poging
  • gaat uit van vrijze keuze van de ontvanger
  • middel is communicatie
  • beïnvloeding is gericht op verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociale beïnvloeding

A

invloed van anderen op onze emoties, gedachten en/of gedrag (niet per se intentioneel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dwang

A

gebruik van fysieke of emotionele dreiging om mensen tot bepaald gedrag aan te zetten

verschil met persuasieve communicatie
= ontvanger wordt vrije keuze (gevoelsmatig) ontnomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

propaganda

A

gevallen waarin een groep bijna of volledige controle heeft over de informatievoorziening(en). Afwijkende meningen zijn verboden of worden met geweld ontmoedigd.

verschil met persuasieve communicatie
= controle over boodschap, bedrog, verspreiding van info, bron vaak onbekend, massasituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

manipulatie

A

de zender verhult persuasieve motief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

belangrijke ontwikkelingen persuasieve communicatie

A
  • digitale revolutie
  • wordt steeds subtieler
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

digitale revolutie

A

enorme groei van hoeveelheid, bereik en snelheid van persuasieve communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

subtieler worden van persuasieve communicatie

A

editoral (entertaining) content en persuasieve content worden steeds moeielijker te onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

effecten van persuasieve communicatie

A
  1. shaping (ontwikkelen/vormen)
  2. reinforcing (bestendigen)
  3. changing (veranderen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

shaping

A

attitudes en gedrag in een bepaalde richting sturen, bijv. door creëren van associaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

reinforcing

A

versterken van bestaande attitudes of gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

changing

A

het veranderen van attitudes of gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly