college 2 Flashcards

1
Q

attitude

A

= een aangeleerde globale evalutatie van een object (persoon, plaats, of onderwerp) die invloed uitoefent op onze emoties en ons gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

belangrijke componenten attitude

A
  • zijn aangeleerd en persoonlijk (subjectief)
  • is een psychologisch construct en niet direct observeerbaar
  • sturen gedrag
  • kleuren waarneming en oordeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

values (waarden)

A

overkoepelende idealen en principes die mensen nastreven en sturing geven aan hun leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beliefs (overtuigingen)

A
  • Overtuigingen zijn meer cognitief dan waarden en attitudes.
  • Overtuigingen zijn cognities over de wereld - hoe iets voor jou is of zou moeten zijn.
  • Ze beschrijven vaak de waarschijnlijkheid dat een object een bepaalde eigenschap heeft of dat een bepaalde actie een bepaald gevolg heeft.

trucje: als-dan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

descriptive belief

A
  1. overtuiging is omschreven als waar of niet waar
  2. inzichten die mensen hebben over de wereld
    ex.) na carnaval ben je minstens een week ziek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

prescreptive belief

A

overtuiging over wat iemand moet doen of hoe iemand zich moet gedrag
ex.) met carnaval moet je elke avond dronken worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

benaderingen van attitudestructuur

A
  1. expectancy-value
  2. symbolisch
  3. ideologisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

expectancy-value benadering

A

‘praktische’ benadering gericht op evaluaties/overtuigingen
- de inschatting van de waarschijnlijkheid dat gedrag een bepaalde consequentie heeft (expectancy)
- jouw evaluatie van de wenselijkheid van die consequentie (value)
- attitude is een optelsom van meerdere overtuigingen x evaluaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symbolische benadering

A

attitudes zijn gebaseerd op door emotie geladen symboliek
- komt o.a. door conditionering
- nieuwe assciaties kunnen gemaakt worden/conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ideologische benadering

A

attitudes komen voort uit sterke ideologische principes of dogma’s
- vrijwel onveranderbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe meet je attitudes

A
  • attitudes zijn latente variabelen
    = direct observeerbaar
  • likertschaal: zeer oneens - zeer eens
  • guttman-schaal: oneens-eens (0-5)
  • semantische differntialen: unappealing - appealing (1-7)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

impliciete attitudes

A

attitudes die een onbekende oorsprong hebben, waar we ons niet bewust van zijn en die automatisch invloed kunnen uitoefenen op ons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

implicit association test

A
  • gestoeld op het principe dat sterke attitudes sneller toegankelijk zijn

“The guiding principle is that people should respond more quickly when evaluating two concepts that are closely associated in memory while reacting more slowly when evaluating two concepts that are weakly or not at all associated in memory”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly