college 2 Flashcards
attitude
= een aangeleerde globale evalutatie van een object (persoon, plaats, of onderwerp) die invloed uitoefent op onze emoties en ons gedrag
belangrijke componenten attitude
- zijn aangeleerd en persoonlijk (subjectief)
- is een psychologisch construct en niet direct observeerbaar
- sturen gedrag
- kleuren waarneming en oordeel
values (waarden)
overkoepelende idealen en principes die mensen nastreven en sturing geven aan hun leven
beliefs (overtuigingen)
- Overtuigingen zijn meer cognitief dan waarden en attitudes.
- Overtuigingen zijn cognities over de wereld - hoe iets voor jou is of zou moeten zijn.
- Ze beschrijven vaak de waarschijnlijkheid dat een object een bepaalde eigenschap heeft of dat een bepaalde actie een bepaald gevolg heeft.
trucje: als-dan
descriptive belief
- overtuiging is omschreven als waar of niet waar
- inzichten die mensen hebben over de wereld
ex.) na carnaval ben je minstens een week ziek
prescreptive belief
overtuiging over wat iemand moet doen of hoe iemand zich moet gedrag
ex.) met carnaval moet je elke avond dronken worden
benaderingen van attitudestructuur
- expectancy-value
- symbolisch
- ideologisch
expectancy-value benadering
‘praktische’ benadering gericht op evaluaties/overtuigingen
- de inschatting van de waarschijnlijkheid dat gedrag een bepaalde consequentie heeft (expectancy)
- jouw evaluatie van de wenselijkheid van die consequentie (value)
- attitude is een optelsom van meerdere overtuigingen x evaluaties
symbolische benadering
attitudes zijn gebaseerd op door emotie geladen symboliek
- komt o.a. door conditionering
- nieuwe assciaties kunnen gemaakt worden/conditionering
ideologische benadering
attitudes komen voort uit sterke ideologische principes of dogma’s
- vrijwel onveranderbaar
hoe meet je attitudes
- attitudes zijn latente variabelen
= direct observeerbaar - likertschaal: zeer oneens - zeer eens
- guttman-schaal: oneens-eens (0-5)
- semantische differntialen: unappealing - appealing (1-7)
impliciete attitudes
attitudes die een onbekende oorsprong hebben, waar we ons niet bewust van zijn en die automatisch invloed kunnen uitoefenen op ons
implicit association test
- gestoeld op het principe dat sterke attitudes sneller toegankelijk zijn
“The guiding principle is that people should respond more quickly when evaluating two concepts that are closely associated in memory while reacting more slowly when evaluating two concepts that are weakly or not at all associated in memory”