college 3 Flashcards
wanneer een attitude sterk is
dan pas begrijpen we wat voor centrale rol ze spelen in ons leven en in het proces van overtuiging
consequenties sterke attitudes
- influential: leidend in onze oordelen en gedrag
- resistant: bestand tegen beïnvloeding
- persistent: veranderen nauwelijks over tijd
antecedenten van sterke attitudes
= waarnaar het verwijst
- Gaat om zaken waar we veel om geven (importance)
- Stevig verankerd zijn in onderliggende waarden (ego involvement)
- Liggen ver af van het neutrale punt (extremity)
- We zijn er heel zeker over (certainty)
- Meer ‘overdacht’ plaatsvindt en toegankelijk zijn (accessible)
- Doorgaans gebaseerd zijn op veel kennis (kennis is goede verdediging)
- Intern consistent, gelinkt aan andere attitudes (hierarchical organization)
social judgement theory
- als je een boodschap ontvangt beoordeel je die niet alleen op basis van de argumenten, maar vergelijk je deze ook met je eigen standpunt
- bandrukt het belang van sterke attitudes
social judgement theory implicaties voor persuasieve communicatie
- kennis over bestaande attitude en mate van betrokkenheid (attitudesterkte) van de doelgroep
+ assimilatie
+ contrast
assimilatie
ontvanger denkt dat boodschap dichter bij eigen opvatting ligt dan daadwerkelijk het geval is –> attitude verandert niet
contrast
ontvanger denkt dat de boodschap verder af staat van zijn eigen attitude dan daadwerkelijk het geval is –> attitude verandert niet
functional theory
functional theories of attitudes examine why people hold the attitudes they do
attitude functies
- knowledge: begrip van de wereld
- value expressive: uitdrukken kernwaarden en overtuigingen
- utilitarian: beloning nastreven en straffen voorkomen
- social adjustive: sociale goedkeuring krijgen
- social identity: uitdrukken identiteit
- ego-defensive: bescherming tegen negatieve emoties
functional theory implicaties voor persuasieve communicatie
- mensen met ogenschijnlijk dezelfde attitude, hebben die om verschillende redenen
- volgens de functionele benadering van attitudes zal een persuasieve boodschap die gericht is op de functie die een attitude voor iemand vervult, het meest overtuigend zijn
moderatoren relatie attitude en gedrag
- situationele factoren = sociale normen (hoe gedraag je je in een restaurant)
- persoonskenmerken = ervaring
- attitudekenmerken
reasoned action model (RAM)
reasond action: gaat uit van de mens als rationele en bewuste beslisser
= de weg die iemand volgt in zijn hoofd voordat diegene gedrag vertoont
1. gedrag (daadwerkelijke gedrag)
2a. intentie
3a. attitude –> gedragsovertuigingen en evaluaties
3b. waargenomen norm –> normatieve overtuigingen en motivatie tot conformeren
3c. eigen-effectiviteit –> effectiviteitsovertuigingen
2b. vaardigheden
2c. situationele beperkingen
waargenomen norm
= de sociale druk die je ervaart om bepaald gedrag te vertonen
- injunctieve norm
- descriptieve norm
descriptieve norm
perceptie van wat anderen hebben gedaan, doen, of zullen gaan doen
* Descriptieve normatieve overtuigingen: inschatting van de frequentie
waarmee belangrijke anderen het gedrag vertonen
* Identificatie: mate waarmee men zich met deze belangrijke anderen
identificeert
injuctieve norm
perceptie van wat anderen vinden dat we zouden moeten doen
* Injunctieve normatieve overtuigingen: inschatting van de
waarschijnlijkheid dat belangrijke anderen het gedrag goed- of afkeuren
* Motivatie tot conformeren: het belang dat er aan de mening van deze belangrijke anderen wordt gegeven