College 11 - Internationaal Strafrecht Flashcards

1
Q

Samenwerkingsmogelijkheden bij strafbare feiten op internationaal niveau

A
  • vooral uitlevering en overdracht (meest ingrijpend)
  • afluisteren van telefoons
  • doorzoeken van huis in België op verzoek van NL bijv

Kleine rechtshulp / justitiële rechtshulp
➞ zie laatste twee voorbeelden (worden geen personen overgedragen, maar juist bewijs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vragen die je moet stellen als het gaat over internationale rechtshulp

A
  1. Wie/wat gaat over de grens (verdachte/dossier/bewijs?)
  2. Met welk doel? (Vervolging/executie)
  3. Welk land (binnen/buiten de EU)

Overdracht, uitlevering, overlevering:
- ter executie
- ter vervolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitlevering (wat is het + vragen/voorwaarden)

A

➞ art 1 uitleveringswet
= het fysiek overdragen van een persoon aan en ander land om in dat land te worden vervolgd of om een daar opgelegde straf ten uitvoer te leggen
- hoeft nog niet vast te staan dat persoon schuldig is ➞ opgeëiste persoon

Voorwaarden in NL:
- alleen personen worden uitgeleverd aan landen waarmee NL een verdrag heeft gesloten (zie ook art 2 Gw)
- dubbele strafbaarheid ➞ levert alleen persoon uit voor een feit die ook in NL strafbaar is

➔ gaat dus om landen buiten de Unie
zie ook artikelen in uitleveringswet over andere eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overlevering (definitie + voorwaarden)

A

➞ vorm van samenwerking die berust op wederzijdse erkenning omdat het gaat om EU lidstaten
Art 1 overleveringswet
- moet ook sprake zijn van personen die worden overgeleverd

vanaf art 5 overleveringswet ➞ door Nederland
vanaf art 44 overleveringswet ➞ aan Nederland

Bestaan lijst feiten waardoor de lidstaten de dubbele bestraffing voor die feiten niet meer hoeven te controleren als overlevering is gevraagd
- als het er niet op staat, kan je de dubbele strafbaarheid nog wel toetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overdracht

A

➞ gaat hierbij over de veroordeelde (dus niet meer de verdachte)

WOTS = overnemen van straffen van niet EU lidstaten
- alleen mogelijk op basis van art 2 wots
- dubbele strafbaarheid vereist

WETS = overnemen van tenuitvoerlegging van straf van andere EU lidstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef aan de hand van HR 13 juni 2023, ECLI:NL: HR:2023:913 (Prejudiciële vragen) aan hoe de Nederlandse strafrechter onderzoekshandelingen die in het buitenland zijn uitgevoerd kan toetsen en of het daarbij verschil maakt of, en zo ja, hoe de Nederlandse autoriteiten bij het buitenlandse onderzoek betrokken waren

A

➞ hoe gaat de Nederlandse strafrechter om met het toetsen in het buitenland

Gaan uit van een situatie dat Nl een onderzoek heeft lopen van een verdachte, maar ze vragen aan een buitenlandse autoriteit om onderzoekshandelingen te verrichten (EU onderzoeksbevel)
➞ kan weleens op een onjuiste manier worden uitgevoerd

Hoge Raad zegt:
- het is niet van de Nederlandse strafrechter om te toetsen of ander land zich aan de regels heeft gehouden = hoofdregel ➞ juist de taak of de verdachte heet heeft gedaan (in principe ga je ervan uit dat het rechtmatig is gebeurd)
- Als je wel vind dat het ander land iets verkeerd heeft gedaan, moet je bij de rechter van dat land zijn (bijv als je vind dat er een art 8 EVRM schending is)
- Als er wel sprake is van art 8 schending dat vast staat door die rechter, dan kan je dit meenemen naar de Nederlandse rechter (als zij zeggen dat er geen probleem is, dan zeggen wij ook geen probleem)
➞ NL niet zelf toetsen als er een art 8 schending is, maar gaan ervan uit dat wat de Duitste rechter zegt juist is

artikel 6 EVRM = artikel dat de Nederlandse rechter wel altijd zelf toetst (mag ambtshalve maar als verdachte kan je dit ook aantonen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beginselen in internationale rechtshulp

A
  • soevereiniteitsbeginsel / gelijkheid van staten
  • vertrouwensbeginsel
  • dubbele strafbaarheid
  • specialiteitsbeginsel
  • weigeringsgronden
  • beginselen van wederkerigheid
  • beginselen van wederzijdse erkenning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soevereiniteitsbeginsel

A

= de hoogste macht/gezag/. Gaat erom dat de staat de hoogste gezag instantie is en dat ze aan elkaar gelijk staan. Als landen moet je dit ook respecteren

Deelbeginselen
1. Territorialiteit: dat jij de exclusieve rechtsmacht hebt over een bepaald grondgebied. Dan bepaal jij als staat wat er gebeurd binnen dat gebied + de bevolking in dat gebied
2. Beginsel van niet bemoeienis: staten moeten zich niet bemoeien met rechtsmacht wat tot een andere staat behoort
➞ is niet absoluut want als staat moet je je wel houden aan internationale afspraken en verdragen die zijn gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vertrouwensbeginsel (internationaal strafrecht)

A

= also je met elkaar in samenwerking gaat, dan moet je elkaar ook vertrouwen
1. Als je met elkaar samenwerkt is het uitgangspunt vertrouwen ➞ als je geen vertrouwen hebt had je ook geen verdrag moeten aangaan
2. Als de staat tot optreden overgaat, dat je er ook op vertrouwd dat dat correct zal zijn (staat die zich aan de regels houdt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dubbele strafbaarheid

A

= sommige rechtshulp instrumenten zijn hieraan verbonden. Als een feit in beide staten strafbaar is gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Specialiteitsbeginsel (internationaal strafrecht)

A

Also er om uitlevering wordt gevraagd, dan mag de staat aan wie er wordt uitgeleverd alleen vervolgen voor een strafbaar feit waarvoor de uitlevering is gevraagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Weigeringsgronden (internationaal strafrecht)

A

Zijn mogelijkheden om een verzoek te weigeren. Namelijk als het al is vervolg in land, omdat het strafbare feit verjaard is, discriminatoir of omdat men vreest dat er geen eerlijk proces zal volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beginselen van wederkerigheid

A

Also staten met elkaar afspraken maken verondersteld dat wederkerigheid. Dus als de ene staat voor jou een prestatie levert, dat je ook bereid bent om dit voor de andere staat te doen.
➞ impliceert ook dat je alleen afspraken maakt met staten waarvan je denkt dat ze het goed doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beginselen van wederzijdse erkenning

A

Beginsel die we alleen in EU verband kennen omdat het best ver gaat. Je erkent de beslissingen van een ander land op gelijke voet als dat je je eigen beslissing zou erkennen
➞ komt dus gelijke rechtskracht toe. Dit doen we om de internationale samenwerking makkelijker te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Territorialiteitsbeginsel als rechtsmacht NL

A

Knoopt aan bij het grondgebied
➞ NL strafrecht toepasselijk voor eenieder die in NL een strafbare feit begaat. Knoopt aan bij de locus delicti (waar de daad heeft plaatsgevonden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Actief en passief nationaliteitsbeginsel

A

Actief = als verdachte een Nederlander is mag je heir rechtsmacht over vestigen (NL die in DE iemand vermoord bijv)
Passief = als de slachtoffer een Nederlander is

17
Q

Universaliteitsbeginsel

A

Strafbare feiten die in beginsel niet met NL te maken hebben, maar mag er rechtsmacht over hebben als het te maken heeft met genocide on oorlogsmisdrijven

18
Q

Afgeleide rechtsmacht

A

Als NL geen rechtsmacht heeft, maar een ander land dit heeft overgedragen aan NL

19
Q

Doorwerking mechanismen Eurostrafrecht

A
  1. Implementatie: wetgever
  2. Directe werking: rechter ➞ nationale regel buiten toepassing laten als het in strijd is met EU-recht
  3. Conforme interpretatie: rechter ➞ zo uitleggen in overeenstemming