College 1 Flashcards

1
Q

Bronnen van het formeel strafrecht

A

Wetboek van Strafvordering
Bijzondere wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sfeerovergang

A

Je gaat over van de ene sfeer op de andere
Van bestuursrechtelijke bevoegdheid ➞ strafvorderlijke bevoegdheid
controle ➞ opsporing

Twee vormen:
1. Zuivere sfeerovergang: je gaat over op basis van dezelfde wet
Voorwaarde: moet bevoegd zijn voor bevoegdheden

2. Voortgezette toepassing: je gaat over naar een andere wet
Voorwaarden (HR Geweer):
A. Moet bevoegd zijn voor beide bevoegdheden
B. Geen misbruik van recht of bevoegdheid maken ➞ meestal kom je tot deze bevoegdheid doordat je met toeval op het strafbare feit struikelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sfeercumulatie

A

Beide sferen lopen in elkaar over
➞ je zet een bestuursrechtelijke bevoegdheid in om op te sporen

Controle en opsporing-arrest HG
Voorwaarden:
1. Voldaan aan beide bevoegdheden
・ kijk hiervoor in de wet
2. Controle bevoegdheid mag niet uitsluitend ter behoeve van opsporing zijn ingezet
・ geen misbruik van bevoegdheid
3. De waarborgen van verdachte worden in acht genomen
・ je moet weten wanneer een verdachte in beeld komt ➞ art 27 Sv + eisen uitleggen (redelijk vermoeden van schuld)
・ moet er bijvoorbeeld cautie worden verleend als ambtenaar een vraag van verhoor vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voortgezette toepassing

A

Rechtmatig handelen?

Vereisten HR geweer:
1. Bevoegd tot controle en opsporing
・ hiervoor kijk je in de wet ➞ bijv art 159 WVW en 160 WVW voor controle en bijv art 41 SV voor opsporing
2. Geen misbruik van recht of bevoegdheid: je mag niet controleren ter opsporing van een misbruik (uitsluitend gebruik van opsporing niet toegestaan)
・ hiervoor kijk je of ambtenaar ook iets heeft uitgevoerd wat te maken heeft met controle ➞ bijv rijbewijs checken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Doel strafproces

A

Er zijn allemaal doelen (gerechtigheid, rechtszekerheid, herstel, rechtsbescherming etc.) maar er is geen ultieme doel, want je kunt niet alles onder een doel scharen
➞ je moet per situatie kijken wat het belangrijkste is, maar hier is geen antwoord op voor alle zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Procesafspraken

A

Zouden kunnen helpen bij bestraffen, maar dit kan ook andere doelen in de weg staan ➞ bijv herstel, rechtsbescherming en waarheidsvinding als het vroeg ingezet wordt waardoor geen nader onderzoek wordt gedaan
➞ je moet ook rekening houden met de belangen van het slachtoffer, maar hoe?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Criminaliteitsbestrijding v. Machtsbeheersing

A

➞ er is spanning: balans nodig voor het algemeen belang en particulier belang

Crime control v. Due process model
Crime control = criminaliteitsbestrijding is het ultieme doel wat zo efficiënt en snel mogelijk moet gebeuren, waardoor fouten worden geaccepteerd
Due process model = overmatige overheidspersoneel is nog erger, waardoor zorgvuldigheid centraal staat

➞ het fluctueert. In NL nu meer crime control model, maar dit kan niet volledig zijn want er zijn beperkingen (bijv mensenrechten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Accusatoir model strafvervolging

A
  • Vervolging door private partijen (van ouds) ➞ door sycofant. Tegenwoordig door magistraat
  • Lijkt meer op een civiele procedure ➞ je moet zelf gebruik maken van de middelen die je worden gegeven ander, pech. Verdediging heeft alle rechten en het is aan jou om deze toe te voeren
  • onderzoek ter terechtzitting is centerpiece
  • rechter lijdelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Inquisitoir model strafvervolging

A
  • Vervolging door de overheid ➞ slachtoffer staat meer aan de zijlijn
  • Verdachte meer object van het onderzoek
  • accent ligt op het voorbereidend onderzoek
  • rechter is verantwoordelijk voor waarheidsvinding ➞ actief
  • zoektocht naar ‘materiële waarheid’ want vinden dat een onpartijdige partij dit het beste kan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschillende ‘doelen’ van het strafproces

A
  • toepassing materiële strafrecht
  • waarheidsvinding (wat is er gebeurd ➞ overheid opzoek)
  • gerechtigheid (je komt erachter wie het feit heeft gepleegd)
  • rechtszekerheid (bepaalde wijze van een zaak)
  • rechtsbescherming (tegen de macht van de staat)
  • herstel (voor het slachtoffer)
  • rechtsvrede (voorwaarde = rechtvaardbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillen accusatoir en inquisitoir

A

1. Verantwoordelijkheid van vervolging
- puur aaccusatoir proces = iedere burger deed het voor zichzelf
- tegenwoordig door een magistraat (OvJ)

2. Wie er verantwoordelijk is voor waarheidsvinding
- burgers vroeger bij accusatoir stelsel, nu politie
- inquisitoir = de rechter

3. Verantwoordelijkheid eerlijke rechtspleging
- accusatoir = verdediging heeft alle rechten en is aan hun om ze toe te voegen
- inquisitoir = autoriteiten
- jury = gemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly