Col. 8- Concentration Flashcards
Boek H17
Aandacht
- focus op relevante stimuli, niet-relevante stimuli stil monitoren
- slechts één gedachtepad volgen uit alle mogelijke
- selecteren items uit sensorisch geheugen voor doorgang naar werkgeheugen
- aandachtscapaciteit en aandachtsfocus
Sensorisch geheugen
- onbewust, automatisch, pre-attentive processing
Werkgeheugen
- = korte termijn geheugen
- bewuste infoprocessing
- aandacht –> wat wel/niet in werkgeheugen
- gaat snel weer verloren, tenzij maintanance rehearsal
Selectieve aandacht
bepaalde info wel toelaten tot infoprocessing in werkgeheugen, andere info niet
Aandachtscapaciteit
maximale hoeveelheid info die tegelijk geprocessed kan worden
Controlled processing
bewuste processing; aandacht en bewustzijn nodig van wat je aan het doen bent voor succesvolle uitvoering
- niet-geautomatiseerde taken
Automatic processing
info verwerken en taak succesvol uitvoeren zonder dat je aandacht bij uitvoering moet hebben
–> automatische taken minder restricties
Attentional allertness
toename in (emotionele) arousal –> aandachtsveld smaller
Concentratie
mentale inspanning om aandacht ergens op te kunnen plaatsen EN houden, 4 componenten
- focussen
- behouden focus
- situatie bewustzijn
- shifting
Brede focus
aandacht bij meerdere infobronnen tegelijkertijd
Smalle focus
aandacht bij 1 of 2 cues tegelijk
Externe focus
aandacht bij een externe infobron
Interne focus
aandacht bij een interne infobron
Aandachtsfocus = attentional focus
waar de aandacht op gericht is
- aantal cues/bronnen
- oorsprong van info
- -> 4 typen
Interne afleiding
afleiding door eigen fysieke situatie of gedachten
- past events
- future events
- chocking
- overanalyzing
- self-talk
- vermoeidheid
- inadequate motivatie
Externe afleiding
afleiding met oorsprong buiten individu; sensorische info van buiten lichaam
- auditief/ visueel
- weerstand tegen externe afleiders trainbaar
Chocking
- aandachtsprobleem; té bewust van uitvoering van taak, terwijl normaal automatisch gaat
- door fysieke arousal EN aandachtsveranderingen door emotionele arousal
Situation awareness
situatie BEGRIJPEN zodat goed anticiperen
Shifting
veranderen van grootte en punt van focus
Self-talk
kan aandacht behouden óf juist interne afleider
- movitationele/ positieve “
- instructionele “
- negatieve “
- -> !! ironic error
Thought-stopping
negatieve self-talk omrichten door bewust te worden van gedachten, vervolgens stop-cue –> hoofd leg maken
4G-model
model voor relatie gedachten -> gedrag; kan gebruikt worden voor omrichten negatieve gedachten naar positieve gedachten
- Gebeurtenis –> Gedachte –> Gevoelen –> Gedrag
- bij zelfde gebeurtenis alternatieve gedachte aanbieden –> andere gedrag
Test of Attetional and Interpersona Style (TAIS)
meten dispositie voor bepaalde aandachtsstijl –> persoonlijk aandachtsprofiel
Information-processing approach
verloop van informatieprocessing op bepaald moment wordt gekenmerkt door 3 eigenschappen:
1) attentional selectivity
2) attentional capacity
3) attentional allertness