Col. 8- Concentration Flashcards

Boek H17

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Aandacht

A
  • focus op relevante stimuli, niet-relevante stimuli stil monitoren
  • slechts één gedachtepad volgen uit alle mogelijke
  • selecteren items uit sensorisch geheugen voor doorgang naar werkgeheugen
  • aandachtscapaciteit en aandachtsfocus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sensorisch geheugen

A
  • onbewust, automatisch, pre-attentive processing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Werkgeheugen

A
  • = korte termijn geheugen
  • bewuste infoprocessing
  • aandacht –> wat wel/niet in werkgeheugen
  • gaat snel weer verloren, tenzij maintanance rehearsal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Selectieve aandacht

A

bepaalde info wel toelaten tot infoprocessing in werkgeheugen, andere info niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aandachtscapaciteit

A

maximale hoeveelheid info die tegelijk geprocessed kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Controlled processing

A

bewuste processing; aandacht en bewustzijn nodig van wat je aan het doen bent voor succesvolle uitvoering
- niet-geautomatiseerde taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Automatic processing

A

info verwerken en taak succesvol uitvoeren zonder dat je aandacht bij uitvoering moet hebben
–> automatische taken minder restricties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Attentional allertness

A

toename in (emotionele) arousal –> aandachtsveld smaller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Concentratie

A

mentale inspanning om aandacht ergens op te kunnen plaatsen EN houden, 4 componenten

  • focussen
  • behouden focus
  • situatie bewustzijn
  • shifting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brede focus

A

aandacht bij meerdere infobronnen tegelijkertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Smalle focus

A

aandacht bij 1 of 2 cues tegelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Externe focus

A

aandacht bij een externe infobron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interne focus

A

aandacht bij een interne infobron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aandachtsfocus = attentional focus

A

waar de aandacht op gericht is

  • aantal cues/bronnen
  • oorsprong van info
  • -> 4 typen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Interne afleiding

A

afleiding door eigen fysieke situatie of gedachten

  • past events
  • future events
  • chocking
  • overanalyzing
  • self-talk
  • vermoeidheid
  • inadequate motivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Externe afleiding

A

afleiding met oorsprong buiten individu; sensorische info van buiten lichaam

  • auditief/ visueel
  • weerstand tegen externe afleiders trainbaar
17
Q

Chocking

A
  • aandachtsprobleem; té bewust van uitvoering van taak, terwijl normaal automatisch gaat
  • door fysieke arousal EN aandachtsveranderingen door emotionele arousal
18
Q

Situation awareness

A

situatie BEGRIJPEN zodat goed anticiperen

19
Q

Shifting

A

veranderen van grootte en punt van focus

20
Q

Self-talk

A

kan aandacht behouden óf juist interne afleider

  • movitationele/ positieve “
  • instructionele “
  • negatieve “
  • -> !! ironic error
21
Q

Thought-stopping

A

negatieve self-talk omrichten door bewust te worden van gedachten, vervolgens stop-cue –> hoofd leg maken

22
Q

4G-model

A

model voor relatie gedachten -> gedrag; kan gebruikt worden voor omrichten negatieve gedachten naar positieve gedachten

  • Gebeurtenis –> Gedachte –> Gevoelen –> Gedrag
  • bij zelfde gebeurtenis alternatieve gedachte aanbieden –> andere gedrag
23
Q

Test of Attetional and Interpersona Style (TAIS)

A

meten dispositie voor bepaalde aandachtsstijl –> persoonlijk aandachtsprofiel

24
Q

Information-processing approach

A

verloop van informatieprocessing op bepaald moment wordt gekenmerkt door 3 eigenschappen:

1) attentional selectivity
2) attentional capacity
3) attentional allertness