Col. 7- Personality & Self-confidence Flashcards
Boek H3+15
Persoonlijkheid
som van persoonlijke kenmerken, -> gewoonlijke manier van interactie met omgeving
- psychische kern
- typische responses
- rol-gerelateerd gedrag
Eigenschap (trait)
relatief stabiele predispositie voor bepaald gedrag
Staat (state)
tijdelijke innerlijke intentiteit die gedrag op bepaald moment bepaalt
Psychische kern
- intern & stabiel
- interesses, motieven, waarden, geloof in jezelf
Typische responses
consistente respons op specifieke sociale situaties
- tussen intern/extern en stabiel/dynamisch
Rol-gerelateerd gedrag
- extern & dynamisch
- gedrag aangepast op situatie op dat moment
Psychodynamische benadering
- Freud
- gedrag obv hoe conflicten tussen onbewuste, interne gedragsdeterminanten oplossen:
* instinctieve driften (=id)
* moraal bewustzijn (=superego)
* bewuste persoonlijkheid (=ego) - psycho-analyse
Trait approach
- eigenschappen zijn als bouwstenen van gedrag, -> gedrag is voorspelbaar
- verhouding Big 5 in persoonlijheid –> gedrag
* extraversie
* vriendelijkheid (agreeableness)
* zorgvuldigheid (conscentiousness)
* emotionele stabiliteit (vs. neuroticism)
* openheid ervaringen/ intelligentie
Situational approach
- gedrag wordt voor overgrote deel bepaald door situatie en omgeving, –> o.a. social learning en werking bekrachtigers
- invloed traits minimaal als invloed van omgeving maar groot genoeg
Interactional approach
- situatie EN traits bepalen SAMEN gedrag
- bepaalde traits worden wel/ juist niet getriggerd in bepaalde situatie
- veel gebruikt
Fenomenologische benadering
- niet situatie factoren zelf, maar INTERPRETATIE + traits –> gedrag
- bijv. SD-theorie, achievement goal theorie, self-efficacy theorie
- cognitieve skills beïnvloeden succes van gedrag
- veel gebruikt
Biopsychosociale theorie
- persoonlijkeid obv dynamische interacties tussen bio-, psycho- en sociale factoren
Mental Health model
succelvolle sporters hebben een positieve mental health: ijsberg profiel in POMS-test
- spanning lager
- depressie lager
- boosheid lager
- vigor hoger
- vermoeidheid lager
- verwarring lager
Zelfvertrouwen
overtuiging dat je een bepaalde gedraging succesvol kan uitvoeren
- state zelfvertrouwen
- trait zelfvertrouwen
- multidimensioneel: mate kan verschillend zijn voor verschillende dimensies (fys/ psych/ perceptie/ potentie etc)
Person cues
verwachtingen over prestatie van iemand obv eigenschappen van die persoon (bijv gespierde armen –> die zal wel sterk zijn)