Col. 3- Changing Motivation Flashcards

Boek H7

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

typen bekrachtiging

A
Intrinsiek: trots, gevoel competentie
Extrinsiek:
- sociale bekrachtiging
- materiële bekrachtiging
- activiteit
- speciale uitingen/ evenementen
--> effectiviteit afh van behoeften persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motivationele feedback

A
  • positieve/ negatieve bekrachtiging
  • specifieke doelen stellen
  • aanmoediging/ inzet vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Instructionele feedback

A
  • welke specifieke handelingen + hoe
  • gewenste prestatieniveau
  • huidige prestatieniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Positieve benadering voor beïnvloeden/ aanleren gedrag

A

gewenst gedrag belonen, feedback is procesgericht, prestatie ipv uitkomst, inzet, ook goed sociaal/ emotioneel gedrag belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Negatieve benadering voor beïnvloeden/ aanleren gedrag

A

ongewenst gedrag bestraffen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beloningspatronen

A
  • continu: altijd na juiste uitvoering gedrag

- intermittend: random de ene keer wel en de andere keer niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

T.A.R.G.E.T.

A

strategie voor creëren positief motivationeel klimaat:

  • Task georiënteerd
  • Authority bij de persoon zelf
  • Reward voor indiv verbetering
  • Grouping leren met elkaar
  • Evaluation persoonlijke vooruitgang
  • Timing feedback direct na gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Self-determination theorie

A

mensen zijn intrinsiek gemotiveerd voor:

  • gevoel van competentie
  • gevoel van autonomie
  • sociale verbondenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cognitive evaluation theorie

A

afgeleid van SD-theorie; 3 factoren die intrinsieke motivatie kunnen stimuleren/ ondermijnen:

  • vermeende locus of causality van beloning
  • informationele aspect van een beloning (pos/neg)
  • functionele waarde
  • -> van hobby werk maken: salaris is verwachte extrinsieke beloning (locus of causality) = andere mensen bepalen waarom jij die activiteit doet = afname gevoel autonomie = afname interne motivatie (SD-theorie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Harmonieuze passie

A

grote behoefte uitvoeren activiteit die verbonden raakt aan identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Obsessieve passie

A

oncontroleerbare behoefte uitvoeren activiteit die NIET verbonden is met identiteit –> conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Flow

A

optimale vorm van intrinsieke motivatie

  • gevoel opgaan in activiteit, op automatische piloot, tijdloos, in het moment, zonder moeite, doel duidelijk voor ogen, verlies zelfbewustzijn, focus volledig op taak
  • afh. van balans uitdaging en skill-level
  • geleidelijke opbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Shaping

A

Gewenst gedrag aanleren door kleine tussenstapjes te belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Feedback: knowledge of performance

A

procesgerichte feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Feedback: knowledge of results

A

uitkomstgerichte feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

contigency management = behavioural coaching = behavioural modification

A

gedrag vormgeven via belonen en bestraffen

17
Q

clutch

A
  • als de druk maximaal is ineens nog pieken in prestatie, - niet flow, want ineens aan ipv geleidelijke opbouw
  • tegenovergestelde choking
18
Q

Amotivatie

A

niet gemotiveerd en niet te motiveren

19
Q

Externe regulatie

A

wel tot bepaald gedrag aan te zetten, maar hele grote externe bekrachtiging nodig

20
Q

Intojected regulatie

A

motivatie obv interne stem; schuld/ zorgen/ schaamte

- geen plezier in activiteit

21
Q

Identified regulatie

A

motivatie obv belang voor zichzelf

- geen plezier in activiteit, maar ook geen externe bekrachtiging essentieel

22
Q

Integrated regulatie

A

motivatie obv belang voor zichzelf

  • geconcludeerd dat dat gedrag congruent is met zowel externe bekrachtiging als interne belangen
  • kan beetje plezier, hoeft niet
23
Q

Intrinsieke motivatie

A

motivatie geheel intern; plezier/ voldoening uit uitvoering op zich