Col. 2- Motivation Defined Flashcards
Boek H4
Motivatie
- drijfveer; totale set factoren die zorgt voor bepaald gedrag op bepaald moment= waarom iemand iets doet
- richting bepaalde beloning/doel
- richting en intensititeit, –> effort
Participant centered benadering
motivatie ontstaat uit persoonlijke factoren; persoonlijkheid (trait), behoeften, interesses
Situation centered
motivatie ontstaat uit combi situationele factoren, o.a. mensen. faciliteiten, eerder succes
Interactionele benadering
motivatie ontstaat door combi persoonlijkheid en situatie
Self-determination theorie
mensen zijn gemotiveerd voor activiteiten waarbij ze:
- competent voelen
- gevoel van autonomie
- sociale verbondenheid
Achievement motivatie
inspanning gericht op taakuitvoering verbeteren, excelleren, obstakels overwinnen, BETER dan anderen, trots
Competetiveness
bij sociale evaluatie: inspanning gericht op succesvol zijn in de ogen van beoordelende anderen
- o.a. achievement motivatie in wedstrijdcontext
Need achievement theorie
- persoonlijkheid: motief succes bereiken / falen vermeiden
- situatie: waarschijnlijkheid succes / waarde van succes
- -> interactie -> resultant tendency; neiging gedrag georiënteerd naar succes bereiken/ falen vermeiden
- -> emotionele reactie: focus op trots/ schaamte
- -> type achievement gedrag
Attributie theorie
welke factoren mensen zien als oorzaak van hun succes/ falen bepaalt hun motivatie en gedrag;
- stabiliteit van factor: altijd aanwezig of toeval
- locus of causality: interne of externe bron
- locus of control: in hoeverre denk je controle te hebben over die factor
- -> verwachtingen, emotionele reactie op prestatie, motivatie voor toekomst
competence motivation theorie
- mensen zijn gemotiveerd om competent te voelen
- gevoel van competentie + gevoel van controle –> motieven
- worden bepaald door feedback/ bekrachtiging en oriëntatie van motivatie (type doelen)
achievement goal theorie
type prestatiedoelen + idee eigen capaciteiten –> prestatiegedrag (taakkeuze, prestatie, inzet, volharding)
typen prestatiedoelen:
- outcome- oriented, = ego- oriented
- task- oriented, = performance- oriented
- social oriented (o.a. sociale acceptatie, erbij willen horen, gewaardeerd willen worden
entity view
- eigen capaciteiten inschatten; idee dat mate competentie staat vast en verandert niet in tijd
- vaak icm ego-oriented goals
incremental focus
- eigen capaciteiten inschatten; idee dat competentieniveau kan veranderen door hard werken
- vaak icm task-oriented goals
autonome competentie fase
- 1e fase ontwikkeling achievement motivatie
- tot 4 jaar oud
- zelf-competitie; met omgeving leren omgaan