Boek H12, 18, 19

Question 1

Psychological Skills Trainig (PST)

Answer 1

oefenen van mentale/ psychische skills ten behoeve van prestatie/ plezier/ voldoening
- effecief: systematisch + vaak

Question 2

Mental toughness

Answer 2

focus, terugkomen na falen, omgaan met druk, veerkracht, vastberadenheid
–> mental skills nodig

Question 3

Misvattingen PST

Answer 3

1) voor mensen met problemen
2) alleen voor topsporters
3) quick fix
4) niet waardevol

Question 4

Zelfregulatie

Answer 4

zelf naar doelen toe werken mbv effectief monitore en reguleren van gedachten, gevoelens en gedrag

1) probleem identificeren
2) commitment om te veranderen
3) uitvoeren
4) omgeving management
5) generalisatie naar andere situaties

Question 5

Dimensies van fysiek + psychisch well-being

Answer 5

• zelfacceptatie; positief zelfbeeld
• positieve relaties met anderen
• autonomie
• omgevingscontrole; waarden vervullen
• persoonlijke ontwikkeling
• doelen hebben

Question 6

Hardiness

Answer 6

gehardheid/ weerstand; vermogen om goed om te gaan met stressvolle situaties

Question 7

Executieve functies

Answer 7

plannen, probleemoplossend vermogen, werkgeheugen, multitasken

Question 8

Quality of Life (QoL)

Answer 8

perceptie van positie in leven voor wat betreft cultuur en waarden t.o.v. doelen, verwachtingen en normen

Question 9

Runner’s high

Answer 9

ONVERWACHTE euforische sensatie tijdens hardlopen

• extreem gevoel welzijn
• waardering voor natuur
• los van tijd en ruimte

Question 10

Sedentair gedrag

Answer 10

veel tijd zittend doorbrengen (werk/ studie)

• ook als wél vaak intensief sporten kan nog sedentair!!
• is NIET persé inactief

Question 11

Inactief

Answer 11

weinig fysieke activiteit/ sport

- óók als NIET veel sedentair gedrag

Question 12

Health believe model

Answer 12

verklaringsmodel drop-out beweegprogramma’s; waarschijnlijkheid van preventief gedrag hangt af van idee over:

• ernst van potentiële aandoeningen
• kosten- baten balans

Question 13

Theory of planned behaviour

Answer 13

verklaringsmodel drop-out beweegprogramma’s; intenties + gevoel van controle voorspellen gedrag
- intentie = eigen houding tov bepaald gedrag + subjectieve norm over dat gedrag

Question 14

Intentie

Answer 14

combinatie van eigen houden tov bepaald gedrag + perceived subjectieve norm over dat gedrag –> intrinsieke neiging tot gedrag

Question 15

Subjectieve norm

Answer 15

idee over meningen van ANDEREN + de motivatie om aan die meningen te voldoen
- bijv. als jij denkt dat je vrienden het belachelijk vinden als jij wilt stoppen met roken + je wilt NIET belachelijk gevonden worden –> intentie om NIET te stoppen

Question 16

Sociaal cognitieve theorie

Answer 16

verklaringsmodel drop-out beweegprogramma’s; hangt af van wederzijdse beïnvloeding persoonlijke- gedrags- omgevingsfactoren self-efficacy

Question 17

Transtheoretisch model

Answer 17

verklaringsmodel doorgaan beweegprogramma’s; verandering van gedrag via 6 stages of change:

1. precontemplation; geen intentie
2. contemplation; wel intentie, nog niet doen
3. preperation; wel intentie + plan maken
4. actien; doen, maar gevoelig terugval
5. maintenance; lange tijd volhouden, gevoelig voor verveling/ focusverlies
6. termination; > 5 jaar volhouden –> uit cyclus
   - -> cyclisch in geval van drop-out
   - -> geen drop-out als interventie aansluit bij fase persoon

Question 18

Physical activity maintenance model

Answer 18

verklaringsmodel drop-out; goal-setting + zelfmotivatie + self-efficacy + omgeving activiteit + alledaage stress –> wel/niet drop-out

Question 19

Ecologisch model

Answer 19

verklaringsmodel drop-out; omgeving en gedrag beïnvloeden ELKAAR –> moeten beide de goede kant op gericht zijn

Question 20

Determinanten beweeggedrag

Answer 20

= wederzijdse beïnvloeding van

• persoonlijke factoren
  * demografische variabelen
  * cognitie & persoonlijkheid (traits en skills)
  * eerder gedrag
• omgevingsfactoren
  * sociaal milieu (support, maatjes)
  * fysiek milieu (locatie, omgeving, tijd)
  * kenmerken van de activiteit

Question 21

Behaviour modification approach

Answer 21

beweeggedrag stimuleren; obv principes van leren: cues in fysieke omgeving die bepaald gedrag uitlokken

• bijv. bordje “de trap is gezond”
• cues= prompts

Question 22

Prompt

Answer 22

cue in omgeving die gedrag initieert

Question 23

Fading

Answer 23

bepaalde prompt geleidelijk steeds minder vaak laten zien –> gedrag automatiseren

Question 24

Reinforcement appoach

Answer 24

beweeggedrag stimuleren mbv positieve/ negatieve bekrachtiging

Question 25

Cognitive- behaviour approach

Answer 25

beweeggedrag stimuleren obv interne factoren/ processen –> gedragsverandering
- bijv. goal-setting, associatie, dissociatie

Question 26

Associatie

Answer 26

focus op interne feedback uit lichaam

- werkt niet zo goed om beweeggedrag te stimuleren

Question 27

Dissociatie

Answer 27

focus op feedback uit externe omgeving

Question 28

Social support approach

Answer 28

beweeggedrag stimuleren door sociale facilitatie; verbaal, vervoer aanbieden, helpen monitoren

Question 29

Intrinsic approach

Answer 29

beweeggedrag stimuleren; PLEZIER is de key in lange termijn gedragsverandering

• focus op ervaring zelf, proces
• activiteit met persoonlijke betekenis en doel