Col. 4- Stress 1 Flashcards

Boek H5

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Arousal

A
  • fysiologische activatie, –> alertheid, (gezonde) spanning, positieve twijfel
  • kan faciliterend
  • als prestatie geen grote consequenties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anxiety

A
  • angstig; voorgevoel dat je gaat falen
  • reactie op stress
  • niet-functioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Trait anxiety

A

persoonlijkheidseigenschap; predispositie om neutrale situaties als bedreigend te zien + op situatie reageren met abnormale grootte state anxiety

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

State anxiety

A

anxiety in situatie die als bedreigend wordt ervaren; grote arausel + trait anxiety

  • somatische state anxiety
  • cognitieve state anxiety
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Somatische state anxiety

A

PERCEIVED fysiologische veranderingen als respons op bepaalde situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cognitieve state anxiety

A

cognitieve veranderingen als respons op bepaalde situatie i.v.v. negatieve gedachten en zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stress

A

PERCEIVED disbalans tussen opgave en capaciteit EN significante consequenties verbonden aan prestatie
- twee bronnen: situationeel en persoonlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Situationele stressbronnen

A

binnen sport: belang + onzekerheid

buiten sport: relaties + ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Persoonlijke stressbronnen

A
  • trait anxiety
  • zelfbeeld
  • sociaal fysieke angst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Drive theorie

A
  • meer fys.arousal = betere prestatie (pos. lineair verband)

- bijv. bij sociale facilitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Inverted-U theorie

A
  • parabolisch verband fys.arousal - prestatie

- er is één bepaald optimum niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Insividualized Zone of Optimal Functioning

A
  • parabolisch verband state anxiety - prestatie

- elke persoon heeft eigen zone van state anxiety levels waarin optimaal presteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Multidimensional sport anxiety

A
  • somatische state anxiety –> inverted-U
  • cognitieve state anxiety –> neg. lineair verband
  • zelfvertrouwen –> pos. lineair verband
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CUSP- catastrofe model

A
  • relatie in 3 dimensies: fys. arousal - cognitieve state anxiety - prestatie
  • naar mate cognitieve state axiety TOE neemt –> cliff in prestatiecurve
  • eenmaal over cliff –> heel moeilijk herstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reversal theorie

A
  • relatie tussen fys. arousal en plezier
  • angstig vs relaxt
  • verveeld vs excitement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Anxiety direction and intensity view

A
  • richting en intensiteit van anxiety hangt af van interpretatie van symptomen obv gevoel mate van controle; faciliterend of tegenwerkend
  • stressor + persoonlijkheid –> gevoel mate van controle –> pos/neg interpreteren symptomen
17
Q

sociaal fysieke angst

A
  • onzekerheid over lichaam –> anxious als fysieke prestatie geobserveerd
  • situaties vaak vermeiden (bikini, sportlegging)