Col. 6: Vangen + stoornissen Flashcards
1
Q
Coincedence timing
A
- timing van eigen beweging tov een bewegend object
- voor interceptie bewegingen
2
Q
Coincedence anticipation experiment
A
- onderzoek vanuit indirect perspectief
- lange rij LED’s, knop in drukken als groene lampje bepaald punt bereikt, ev. met occulusie
- inschatten obv tijdstrategie of afstandstrategie
3
Q
Tijdstrategie
A
- moment van interceptie inschatten obv tijd; hoe lang een object onderweg is of hoe lang niet zichtbaar is
4
Q
Afstandsstrategie
A
- moment van interceptie inschatten obv afstand; hoe ver een object weg is of over wat voor afstand het niet zichtbaar is
5
Q
Preterm
A
- geboren met 32-37 weken GA
6
Q
Very preterm
A
- geboren met 28-31 weken GA
7
Q
Extremely preterm
A
- geboren onder 28 weken GA
8
Q
Asphyxia
A
- zuurstoftekort rondom geboorte
9
Q
Intraventriculaire hemorragie (IVH)
A
- perinatale aandoening
- bloeding in de ventrikels kort na geboorte
- kan icm hydrocephalus als zowel bloed als liquor in ventrikels
- hoeveelheid bloed + mate van verspreiding indicatie voor mate van beperking (4 gradaties)
- risico: prematuren, jongetjes
- kan leiden tot CP
10
Q
Periventriculaire leukomalacie (PVL)
A
- perinatale aandoening
- afsterven van witte stof rondom de ventrikels
- mate van weefselschade indicatie voor mate van motorische beperking)
- risico: prematuren, jongetjes, corticosteroïdengebruik zwangerschap
- kan leiden tot CP, epilepsie
11
Q
Cerebrale parese
A
- perinatale aandoening
- leasie in brein (IVH, PVL, ischemie); neonatale CVA
- locatie en aard van leasie bepaalt wat voor symptomen, 3 typen obv locatie:
Spastische CP
dyskinetische CP
ataxie - mate beperking bepalen obv Gross Motor Function Classification System (GMFCS)
12
Q
Down syndroom
A
- genetische aandoening; trisomie 21
- risico: oudere vrouwen
- vertraagde MotOnt + evenwichtproblemen (door hypotonie en hypermobiliteit) –> vertraagde exploratie –> vertraagde cognitieve ontwikkeling
13
Q
Typical motordevelopment
A
- ontwikkelen van brede set motorische vaardigheden, gezien bij mensen met vergelijkbare genen en omgevingsconstraints
14
Q
Atypical motordevelopment
A
- afwijkende ontwikkeling door structurele of functionele constraints van het individu
15
Q
Critical time frame
A
= sensitive time frame
- periode waarin bepaalde stimuli/ervaringen verdere ontwikkeling bevorderen
- vaak gelinkt aan ontwikkeling van bepaalde weefsels/structuren