Co. 8: Motorisch leren Flashcards
Performance
= motorisch gedrag dat iemand op een bepaald moment in een bepaalde situatie laat zien
- direct observeerbaar
- Tijdelijk, momentopname
- wordt beïnvloed door performance variabelen
- niet persé gevolg van training
Motorisch leren
= veranderingen in het vermogen om een bepaalde skill uit te kunnen voeren
= skill acquisitie
- niet direct observeerbaar
- permanent
- wordt NIET beïnvloed door performance variabelen
- gevolg van training
Performace variabelen
- factoren die beïnvloeden welk skillniveau een persoon laat zien in een bepaalde situatie
Performance characteristics
- eigenschappen van de performance, geven informatie over motorisch leren
- improvement
- consistancy
- stability
- persistence
- adaptability
- reduction in attention demand
Improvement
- het skillniveau van de performance neemt toe tov momenten eerder in tijd
Persistence
- goede uitvoering van de skill blijft over langere tijd behouden (morgen en volgende week kan iemand ook nog goed presteren)
Consistancy
- mate van variabiliteit in de performance in een normale context
Stability
- mate van variabiliteit in de performance onder invloed van perturbaties
Performance curve
- motorisch leren meten: improvement + consistancy
- plot van skillniveau tegen tijd
- outcome measures: uitkomsten van meerdere trias gebruikt voor skillniveau
- kinematic measures: kinematische parameters gebruiken voor skillniveau
Retentietest
- motorisch leren meten: persistance
- na retentie-interval waarin niet geoefend werd nog een keer skill uitvoeren en niveau bepalen
Transfertest
- motorisch leren meten: stability + adaptability
- na periode van oefenen dezelfde skill uitvoeren in een andere context OF een variatie op de skill uitvoeren
Coordination dynamics
- motorisch leren meten: consistance + stability
- grafische weergave van coördinatiepatroon; overgang naar nieuw patroon zorgt voor instabiele fase
- obv DST
- illustreert warming-up decrement
Dubbel task
- motorisch leren meten: attention demands
- skill laten uitvoeren tegelijk met interfererende dubbeltaak
Power law of practice= power law of skill aquisition
- improvement bij motorisch leren volgt een exponentieel verband
- afhankelijk van manier van meten negatively accelerating of positively accelerating
Warming-up decrement
- wordt gezien bij coordination dynamics
- als een nieuw patroon geleerd, dan bij volgende oefensessie eerst weer even afname van niveau
Motor teaching
- instructieproces; hoe kan een bepaalde vaardigheid het best worden aangeleerd
Schematheorie Schmidt
- verklaringsmodel voor motorisch leren
- elke beweging komt voort uit een GMP, kan passend gemaakt worden dmv invullen van parameters
- nieuwe beweging obv GMP aangeleerd -> opgeslagen in recall-schema en recognition schema voor volgend gebruik
- essentiële informatie: KR, sensorische consequenties, initiële condities, parameter waarden
Fitts&Poster 3 fasen model
- model voor fasen die doorlopen worden tijdens Mot.Lr
- obv Schematheorie Schmidt
- graduele opvolging 3 fases obv eigenschappen van de beweging: cognitief, associatief autonoom
Cognitieve fase
- 1e fase uit model Fitss&Posner
- verwerven van een basis coördinatiepatroon; wat nodig + hoe uitvoeren
- bewegingen langzaam, inefficiënt, inconsistent
Associatieve fase
- 2e fase uit model Fitts&Posner
- verfijnen van het coördinatiepatroon, variëren met parameters
- bewegingen iets vloeiender en meer consistent
Autonome fase
- 3e fase uit model Fitts&Poster
- automatiseren van het coördinatiepatroon, correcte foutdetectie
- Bewegingen cacuraat, consistent, efficiënt
Gentile’s 2 fasen model
- model voor fasen die doorlopen worden tijdens Mot.Lr
- obv Schematheorie Schmidt
- 2 opeenvolgende fases obv het DOEL van de learner in die fase; initial stage, later stage
Initial stage
- 1e fase uit model Gentile
- doel is verwerven van een coördinatiepatroon + leren herkennen regulatory/nonregulatory conditions (exploreren)
- bewegingen inconsistent en ineffiënt
Later stage
- 2e fase uit model Gentile
- doel afhankelijk van type skill!!
- closed skills: fixatie (-> consistentie)
- open skills: diversificatie (-> adaptabiliteit)
- beide: reductie attention demand
Bernsteins theorie
- verklaringsmodel voor motorisch leren
- motorisch leren= masteren van DOF, beweging is altijd vaiabel
Newell’s 3 fasen model
- model voor fasen die doorlopen worden tijdens mot.lr
- 3 fasen obv manier van DOF controleren; verkrijgen coordinative structure, controle fase, optimalisatie fase
controle fasae
- 2e fase uit model Newell
- verworven patroon afstemmen op omgeving door variëren parameters
optimalisatie fase
- 3e fase uit model Newell
- efficiëntie en flexibiliteit door dynamisch integreren reactiekrachten
Positive transfer
- het beheersen van een eerder geleerde vaardigheid heeft een positief effect op het aanleren van een bepaalde vaardigheid
Negative transfer
- het beheersen van een eerder geleerde vaardigheid heeft een negatief effect op het aanleren van een bepaalde vaardigheid
- als zelfde componenten, maar andere spatiële of timing structuur
- vooral in beginstadium, vaak tijdelijk
Zero transfer
- een eerder geleerde vaardigheid beïnvloedt het aanleren van een nieuwe vaardigheid niet
Bilateral transfer
- er is transfer van de ene naar de andere hand; als een vaardigheid met de ene hand aangeleerd wordt, gaat de andere hand ook vooruit
- kan symmetrisch of asymmetrisch
Symmetrische transfer
- het maakt niet uit of de vaardigheid eerst met de voorkeurshand of met de niet-voorkeurshand wordt aangeleerd; de mate van transfer is even groot/klein
Asymmetrische transfer
- het maakt WEL uit of de skill eerst met de voorkeurshand of eerst met de niet-voorkeurshand wordt aangeleerd
- meestal transfer van voorkeur naar niet-voorkeur groter dan andersom
Performance plateau
- periode waarin er geen improvement geobserveerd wordt
- door transitiefase, motivatie, aandacht, vermoeidheid, plafond-effecten
Regulatory condition
- uit model van Gentile
- eigenschap van de omgeving/context waar de beweging op afgestemd moet worden
- hier moet aandacht aan besteed worden
Non-regulatory condition
- uit model van Gentile
- eigenschap van de omgeving/context die geen directe invloed heeft op het bewegingspatroon
- niet zinvol om hier aandacht op de richten
Transfer of learning
- pricipe; alle niwe leren is obv dingen die reeds geleerd zijn
- kan faciliterend (positief) of tegenwerken (negative)
Sequencing of skills
- effectief leerklimaat creëren obv transfer principes: vaardigheid aanleren door sequenties te maken van oplopende moeilijkheid
Similarity of skill en context
- hypothese voor verklaren transfer
- transfer treedt op bij overeenkomstige COMPONENTEN in de uitvoering
- -> identical elements theorie
Identical elements theorie
- transfer treedt op bij overeenkomsten in ELEMENTEN
- similarity of skill components
- similarity of context components
Element
- algemene eigenschap van context, skill of mentale processen
Similarity in processing recuirements
- hypothese voor verklaren transfer
- transfer treedt op bij overeenkomstige cognitieve PROCESSING
- > transfer appropriate processing theory
Transfer appropriate processing theory
- transfer treedt op als de cognitieve processing van informatie op dezelfde manier verloopt
Retroactive negative transfer
- een voorheen stabiel beweegpatroon wordt instabiel na het leren van een nieuw beweegpatroon
learning how to learn
- door veel variabel oefenen algemene principes afleiden over hoe JIJ het beste iets nieuw kunt leren
Plasticiteit
- vermogen van het brein om te veranderen in structuur en functie/activiteit
- 2 corticale circuits die rol spelen bij Mot.lr