Col. 1: Inleiding en Theorieën Flashcards
Col 1: Haywood H1 + H4
Motorische ontwikkeling
- bestuderen van progressieve veranderingen in motorisch gedrag + onderliggende processen + beïnvloedende factoren
- tijdens kindertijd
Kindertijd
leeftijd van 0-20 jaar
Ontogenese
Ontwikkeling van een individu; kan verschillen met andere individuen van zelfde soort
Phylogenese
Ontwikkeling van een soort; treedt op in alle individuen van dezelfde soort
Recapitulatie hypothese Heackel
Ontogenese is een recapitulatie van de Phylogenese
- tijdens embryonale fase eerst phylogenetische ontwikkeling, later ontogenetische ontwikkeling
Ontwikkeling
Spontane kwalitatieve gedragsveranderingen
Leren
Kwalitatieve gedragsveranderingen opgelegd door exogene factoren
Groei
Kwantitatieve continue biologische veranderingen
Rijping
Opeenvolging van groeiprocessen, waarbij een nieuwe structuur pas kan groeien nadat een voorgaande in en bepaalde mate volgroeid is
–> kwalitatieve discontinue gedragsontwikkeling
Nature perspectief
- Alle ontwikkeling is obv informatie uit genen
- Alleen biologische groei
- Van te voren vastgelegd in eigenschappen kind
- Aangeboren
Nurture perspecfief
- Alle ontwikkeling is obv informatie uit omgeving
- Alleen leren (opvoeding en onderwijs)
Interactionisme
- Ontwikkeling is obv interacties tussen genen (individu) en omgeving
- Interacties tussen groei en rijping
- o.a. ontwikkelingstheorie, DST, actie-perceptie-theorie
Kwantitatieve ontwikkeling
- Kwantitatief meetbaar, uit te drukken in een getalswaarde
- mn. bij continue processen zoals groei en leren
- bij meten over korte tijdsintervallen
Kwalitatieve ontwikkeling
- Alleen meetbaar door beschrijven van observaties
- mn. bij discontinue processen zoals ontwikkeling(stadia)
- bij meten over lange tijdsintervallen
Nativisme
- nature benadering
- mot.ont volledig obv endogene factoren
- preformisme vs. predeterminisme
- o.a. rijpingstheorie
Preformisme
- stroming binnen nativisme
- alles is vanaf geboorde al aanwezig, moet alleen nog groeien