Behandeling methoden Flashcards

1
Q

wie gebruikte insuline coma?

A

Manfred Sakel

behandeling schitzofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de Monoamine Hypothese?

A

(Nor)adrenaline - Dopamine - Serotonine - Histamine…

> werken doordat heropname en recyclage blokkeren

melancholia :
results from decreased release of neurotransmitters
at synapses in the central nervous system

< to low

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dopamine

A

Drive
Pleasure
Reward

SEx, appetite aggression

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Serotonine

A

Impulse
anxiety
irritability
mood

sex, appetatite, aggression

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noradrenaline

A

energy

interest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Depression + loss of interest and energy

A

DA/NE-Agents (dopamine + noradrenaline)

Loss of pleasure
Loss of motivation
Loss of interest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Depression + anxiety

A

NE/SER-Agents (noradrenaline + seratonine)

Guilt
Irritability
Fear
Anxiety

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kan beweging depressie voorkomen?

A

Regelmatige vrije-tijds-beweging
vermindert voorkomen van
depressie

(niet van angst)

Leeuwendeel van het
beschermende effect hangt samen
met kleine hoeveelheid beweging,
onafhankelijk van de intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer Anti depressieva in Belgie?

A
  • niet routinematig bij milde en matige
    depressie > psychotherapie eerstn
  • wel bij persisterende
    depressieve stoornis
  • bij ernstige depressies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

type AD: Tricyclische AD

A

oudere’ middelen
• ernstige depressie - hospitalisatie

invloed op meerdere neurotransmitters - bijwerkingen:
• anticholinerg (acetylcholine) - droge mond, constipatie, verwardheid

  • adrenerg ((nor)adrenaline) - orthostatische hypotensie, duizeligheid, ejaculatiestoornissen
  • antihistaminerg (histamine) - gewichtstoename, moeheid, sedatie

> gevaar bij overdosis - hartritme, epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tricyclische antidepressiva medicijnen:

A

amitryptiline Redomex ®
clomipramine Anafranil ® -
nortriptyline Nortrilen ®

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Type AD: Monoamineoxidase inhibitoren - MAO-remmers MAOI

A

oudere’ middelen
• remmen MAO, enzyme dat betrokken is bij afbraak van NT

Wanneer:
• ernstige depressie - (sociale) angst

‘cheese effect’:
• remmen ook enzyme dat tyramine afbreekt
• tyramine in voeding veroorzaakt bloeddrukstijging
• dieet - geen oude kazen, gist, gerookt vlees, bananen…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een medicijn voor MOAI?

A

fenelzine Nardelzine ®

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Type antidepressiva: SSRI
Selectieve Serotonine Reuptake Inhibitoren
HEROPNAME INHIBITOR

Nieuwe genereatie antidepressiva - MEEST GEBRUIKT

A

depressie - angststoornissen - OCD

andere bijwerkingen:
• veiliger bij overdosis
• suicidaliteit - agressie (?)
• zweten
 - gewichtstoename op lange termijn
 - gastrointestinale bijwerkingen 
- stopzettingssymptomen -
 seksuele bijwerkingen - MANNEN en vrouwern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn medicijnen SSRI?

A
citalopram Cipramil® 
- escitalopram Sipralexa® 
 fluoxetine Prozac®
paroxetine Seroxat®
 - fluvoxamine Floxyfral® 
sertraline Serlain®
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat kan helpen bij vroegtijdige ejaculatie?

A

paroxetine - Seroxat®

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Type AD: SNRI

Serotonine en Noradrenaline Reuptake Inhibitore

A

‘dual action’

bij depressie - angststoornissen - OCD

bijwerkingen:
• seksuele bijwerkingen - zweten - nausea -
stopzettingssymptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn medicijnen voor SNRI?

MEEST GEBRUIKT

A

venlafaxine Efexor®

-duloxetine Cymbalta®

19
Q

wanneer Antidepressant Discontinuation Syndrome?

A
30%
• abrupte stop
• meer bij paroxetine, venlafaxine
• maximaal na paar dagen
• duurt paar dagen (tot weken)
20
Q

wat zijn symptomen Antidepressant Discontinuation Syndrome?

A

meest frequent
• duizeligheid, vermoeidheid, hoofdpijn,
misselijkheid

• minder frequent
• agitatie, angst, slaapproblemen, spierpijn,
tremor
• ‘elektrische schokjes’ in hoofd.
• zelden hallucinaties

! lijkt op herval

21
Q

Type AD: NARI

Noradrenaline en dopamine reuptake inhibitoren

A

(seizoens)depressie - rookstop Zyban®
• vaak combi met SSRI

Bijwerkingen:
droge mond, zweten, slaapstoornissen
• geen seksuele bijwerkingen

bupropion Wellbutrin®

22
Q

Ergas Moniz - lobotomie

A

frontale kwab deel weghalen

23
Q

Von Meduna

A

electro convulsies

24
Q

angst stoornis behandeling

A

zowel psychotherapie
als medicament

combi is het beste

25
Q

bipolaire

A
profylactisch (medicament)
\+
psycho educatie werkt het beste
\+
zelfmanagement 

anti-depressiva werken minder goed
electro convulsie werkt goed

26
Q

unipolaire

A

meditatie, psychotherapie en beweging zeer belangrijk

bovenop psychofarmaca

27
Q

Dopamine hypothese

A

schitzofrenie zou veroorzaakt worden door verhoogd activiteit dopamine systeem

antipsychotica > werken door dopamine overactiviteit verlagen

28
Q

Anti- psychotica

A

oude groep:
chloorpromazine Largactil ® > anti pscyhotica

haloperidol Haldol® > neuroleptica

Bij psychose

Grote motorische bijwerkingen bij mannen:
- stijve nek, bevende handen , parkinsonachtige gang

nieuwe groep:
ook te gebruiken bij depressie of bipolaire

quetiapine Seroquel®
aripripazol Abilifi ®

bijwerkingen:
vet en suiker regulatie

29
Q

Kirsch-metaanalyse uitkomst

A

antidepressiva lijken niet veel beter te werken dan placebo

AD maar 1.8 beter scoren dan placebo

verschil groter bij ernstige depressie, maar dat komt omdat placebo daar minder effect had

30
Q

STAR*D studie resultaat

A

comorbiditeit toegelaten
behandeling met SSRI - citalopram

indien patient niet beter wordt > bij toeval aan andere behandeling toewijzen

opties: andere antidepressivum SSRI , andere depressivum andere klasse, gedrags therapie, of combinatie gedragstherapie + andere

RESULTAAT:
welke stap je neemt maakt niet veel uit
46% knapt op na behandeling

31
Q

wat zegt de studie van Melander et al. over antidepressiva?

A

Antidepressiva werken wel ook bij mildere depressies
kijken naar ‘ verbetering’

Antidepressiva doen beter
dan placebo > - behalve fluvoxamine!

32
Q

Wat is de behandeling voorkeur patienten eerst episode depressie?

A

41% psychotherapie
31% medicatie AD
28 % geen voorkeur

33
Q

stemmingstabilator

A

Lithium
depressie + manie

voorkeur bij bipolaire I
helpt bij manie epsisode
en kan herval voorkomen

verminderd aantal suicide!

bijwerkingen: dorst, tremor, schildklier problemen, nier

controle hoeveelheid in bloed: enkele keren per jaar

34
Q

stemmingsstabilisator + tegen epilepsie

A

valproaat Depakine®
lamotrigine Lambipol ®

Ook antimanisch > behalve lamotrigine Lambipol

35
Q

Slaap en Kalmeer middelen

A

benzodiazepine

snel gewenning

ook anti epileptisch

> werkt bij ernstige catatonie!

36
Q

wat zijn medicijnen voor kalmeer en slaap

A

diazepam Valium ®
lorazepam Veresta ®
Loramet ®

37
Q

Electroconvulsie Therapie

A

uni of bipolaire depressie
manie
psychose
catatonie

veilig

werkt goed bij psychotische depressie

38
Q

gunstig resultaat ECT

A
hogere leeftijd
grotere mate ernst
psychotische symptomen
psycho-motorische symptomen > catatonie
suicidaliteit

bijwerkingen: korttijdig - hoofdpijn en KTG problemen - anterogade amnesie

39
Q

Transcraniele magnetische stimulatie

A

TMS

bij OCD , pijn, auditieve hallucinaties, depressie
magnetisch veld

geen bijwerkingen

40
Q

Welke therapieen zijn intrusief?

A

diepe hersen stimulatie DHS

Bij parkinson - OCD - Gilles de la Tourette - therapie resistente depressie

41
Q

NVS - nervus vagus

A

NVS - epilepsie soms ook bij depressie

42
Q

chrono therapie

A

lichtterapie

winter depressie
niet seizoensgebonden depressie
bipolaire depressie
slaap stoornis 
PMS 
JETLAG
43
Q

Richtlijnen behandeling

A

meeste evidence based technieken gebaseerd op
Random Control Group RCT

> Vaak mensen die geincludeerd worden zijn niet representatief