Basistermen 5 Flashcards

1
Q

Wat is een interactie effect?

A

Interaction effect: of het effect van één onafhankelijke variable afhangt van een andere onafhankelijke variabele (b.v. onderzoek naar telefoongebruik en autorijden, met een 2e onafhankelijke variabele ‘leeftijd’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beschrijf je een interactieeffect?

A

“difference in differences”: het effect van een onafhankelijke variabele hangt af van het niveau van een andere onafhankelijke variabele

b.v. mensen die appels eten zijn daarna vrolijker, maar alleen in de ochtend.

b.v. mensen die tijdens het autorijden op hun telefoon zitten remmen trager, maar dit effect is sterker voor oudere leeftijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Crossover interactie

A

Crossover interaction: soort interactie waarbij de lijnen elkaar kruisen in een figuur.

“Houden mensen van koud of warm eten?” Antwoord: “It depends.” Temperatuur voorspelt hoeveel je van eten houdt, maar dat hangt ook af van het soort eten.

Dus: X as = temperatuur eten, Y-as = etensgenot. Voorkeur heet bij pannenkoek + voorkeur koud bij ijs = crossover interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spreading interaction

A

Spreading interaction: beide onafhankelijke variabelen geven in combinatie een sterker effect dan individueel. “People like sandwiches more with avocado or bacon, but when you add them together.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Factorial design

A

Factorial design: een methode om interacties te testen wanneer twee of meer onafhankelijke variabelen (factoren) gebruikt zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent 2x2? Hoe lees je een factorial deisgn notatie

A

In notation, each number reflects a variable. Its value reflects its levels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het meestvoorkomende factorial design?

A

2x2 (cross-design)

4 condities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noem je measured variabelen soms in factorial designs?

A

Measured variabelen zijn in factorial designs soms onafhankelijke variabelen. Voor simpliciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Participant variabele

A

Participant Variable: Inherent characteristics of participants (e.g., age, intelligence).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschil participant variable en measured variable

A

Participant Variable: Inherent characteristics of participants (e.g., age, intelligence). Specifiek type measured variabele.

Measured Variable: Any variable the researcher records but doesn’t manipulate (could include participant variables and others). Data die opgenomen wordt, maar niet gemanipuleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

What is sometimes called “testing for moderators” because it tests the relationship between two independent variables, resulting in an interaction?

A

Factorial designs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Why are factorial designs good to test for generalisability?

A

Factorial designs are good to test for generalizability. Does this effect carry over across all groups, or it it a strong effect for one and weak for others, resulting in a high average?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

main effect

A

Een hoofdeffect (main effect) in de statistiek en psychologie is het effect van één onafhankelijke variabele op een afhankelijke variabele, zonder rekening te houden met andere onafhankelijke variabelen in het experiment. Het geeft dus aan of er een statistisch significant effect is van die ene variabele op de uitkomstvariabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een cel (factorial design)

A

Cell: conditie in een experiment. Een van de mogelijke combinaties van twee onafhankelijke variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Marginal means

A

Marginale gemiddelden (marginal means) zijn de gemiddelde scores voor elke afzonderlijke niveau van een onafhankelijke variabele, berekend door over de niveaus van andere onafhankelijke variabelen in een experiment heen te middelen. Ze geven een idee van het effect van een enkele onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele, zonder rekening te houden met interacties tussen variabelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zijn interacties of main effects belangrijker?

A

Interacties zijn belangrijker

17
Q

Komen interacties of main effects vaker voor in psychologisch onderzoek?

A

Interacties komen vaker voor

18
Q

Independent-gruops factorial designs

A

Independent-Groups Factorial Designs (between-subjects factorial):

onafhankelijke variabelen apart onderzocht. 2x2 design = 4 groepen met unieke participanten.

2x2, 50 per groep = 200

19
Q

Within-groups Factorial Designs

A

Beide variabelen binnen groep gemanipuleerd. 2x2 design = 1 groep participanten voor alle combinaties.

2x2, 50 per groep = 50

20
Q

Mixed factorial design

A

Mixed factorial designs: 1 van de onafhankelijke variabelen is independent-groups, de andere within-groups.

B.v. telefoon tijdens autorijden met twee leeftijdsgroepen. Telefoongebruik within-groups, leeftijd independent.

2x2, 50 per groep, 100.

21
Q

Hoeveel 2-way interacties zijn er bij een 2x2x2 design?

A

3

22
Q

3-way interactie

A

Three-way interaction: wanneer er een two-way interactie is voor 1 groep maar niet voor de andere. (B.v. licht verkeer geen verschil braking time jonge autorijders, maar wel oude. En bij druk verkeer voor allebei verschil).

23
Q

Hoe beschrijf je een significante 3-way relatie bij een 2x2x2 design?

A

the difference in differences is different.

24
Q

Hoe identificeer je factorials in een empirisch artikel?

A

De methode zal informatie hebben waarin aangegeven wordt dat het een 2xx2 design was. Vaak ook dat het een factorial design was

25
Q

Hoe identificeer je factorails in populaire media?

A

Door te zoeken naar “it depends” en “only when”.

“De onderzoekers vonden dat alcohol vergeleken met een placebo naar een toename van aggressie leidt bij zware mannen, maar niet zo sterk bij lichte mannen”.

26
Q

Hoe bereken je een main-effect?

A

Gemiddelde 2 cijfers