Antidiabetica Flashcards

1
Q

wat gaat er mis bij DM1

A

absoluut insulinetekort door auto-immuun destructie van de β-
cellen in de pancreas

altijd met insuline behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gaat er mis bij DM2

stappenplan behandeling

A

relatief tekort aan insuline door toegenomen
insulineresistentie in lever-, spier- en vetweefsel en een zekere mate van disfunctie van de
bètacellen van de eilandjes van Langerhans.

geassocieerd met overgewicht

Behandeling:
1. Niet-medicamenteus: niet roken, gezonde
voeding, afvallen bij BMI > 25 en voldoende lichaamsbeweging.
2. Orale bloedglucose verlagende middelen erbij
3. Insuline injecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

metformine
- werking
- indicaties

A

remt de glucoseproductie in de lever en verhoogt perifere gevoeligheid voor insuline

Kan geen hypoglycemie veroorzaken omdat het de insulineproductie niet stimuleert

Dit geef je als voedingsadvies en stimulering lichaamsbeweging geen goede bloedglucoseregulatie geeft bij volwassenen met DM2

als monotherapie of icm andere bloedglucoseverlagende middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metformine
- kinetiek
- wanneer moet je dosis aanpassen

A

geheel renaal geklaard dus stapelt bij nierinsufficientie–> lactaatacidose (fataal maar zeldzaam)

Dus lagere dosis bij nierfunctiestoornis

Stop bij situaties met hoog risico op nierfunctiestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

metformine

2 bijwerkingen
6 contra-indicaties

A
  • maag-darmklachten: misselijk, braken, diarree (vooral bij begin)
  • lactaatacidose: vooral bij cumulatie, bij nierfunctiestoornis

gecontraindiceerd bij:
- eGFR <10
- leverinsufficientie
- hartfalen
- ernstige hypoxemie (COPD en sepsis)
- jodiumhoudend contrast
- electieve operatie onder algehele anesthesie (stop op dag OK/ onderzoek en start na 48u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SU-derivaten
- werking
- 2 soorten met elk 2 voorbeelden
- welke is 1e keus en waarom
- indicaties

A

stimuleren onafhankelijk van de glucoseconcentratie de
afgifte van insuline uit B-cellen

Kortwerkende: tolbutamide, gliclazide

Langwerkende: glibenclamide, glimepiride

1e keus: gliclazide, omdat de kans op
een hypoglykemie bij dit middel het kleinst is.

indicatie:
volwassene met DM2 met onvoldoende effect leefstijlaanpassing en metformine doe je dit erbij als combi-therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SU-derivaten
- belangrijkste bijwerking
- bij wie? 6

  • wanneer meer kans
A

hypoglycemie
- want onafhankelijk van glucosespiegel wordt insuline afgegeven
- vooral bij ouderen, lever- en nierfunctiestoornis, ongewone lichamelijke belasting, onregelmatige voeding, minder intake

glibenclamide: meer kans op hypoglycemie bij nierfunctiestoornis door renale uitscheidng-> afgeraden

gliclazide: kan wel bij nierfunctiestoornis want omzettingsproducten inactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 groepen verschijnselen bij hypoglycemie

hoe bestrijd je dit

A
  1. daling <4mmol/L
    –> stimulatie adrenerge systeem–> tachycardie, zweten, onrust, tremoren
  2. energievoorziening hersenen onvoldoende
    –> neuroglycopene verschijnselen: dysartrie, dubbelzien, hoofdpijn, concentratiestoornis, verwardheid

bij lichte verschijnselen: glucose/ KH per os

bij verlaagd bewustzijn: glucose IV of glucagon 1mg SC/ IM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1 interactie SU-derivaten bijwerking

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SGLT2 remmers werking en indicaties

A

remmers blokkeren selectief en reversibel de
natriumglucose-cotransporter 2 in de nieren–> renale glucose reabsorptie geremd–> uitscheiding van glucose met de urine en verlaging van het bloedglucose gehalte

indicaties:
aanvulling op leefstijladvies bij volw met onvoldoende gereguleerde DM2
- Aanvulling op leefstijl monotherapie als metformine niet kan
- Aanvulling op andere bloedglucoseverlagende medicatie

Ook gunstig effect op HVZ en chronische nierschade–> ook bij hartfalen zonder DM2 gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bijwerking SGLT2remmers
- bij wie vooral
- behandeling

A

euglycemische DKA (EDKA)

vooral bij KH-arm dieet

atypisch: glucose <14 (lager dan normaal bij DKA)

beh: glucose en insuline geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

insuline werking, indicaties en wat is het doel

A

absoluut noodzakelijk bij de behandeling van insulineafhankelijke of type 1 diabetes
mellitus

Bij DM2 is insuline aangewezen bij onvoldoende reactie op orale bloedglucose verlagende middelen

De insulinebehandeling is erop gericht
om de normale fysiologische insulineafgifte zoveel mogelijk na te bootsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

6 verschillende soorten insuline

A
  • kortwerkende insuline analoog
  • snelwerkende insuline analoog
  • (middel)langwerkende NPH insuline
  • langwerkende insuline analoog
  • humane mix insuline
  • analoge mix insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kortwerkende insuline
- 2 voorbeelden
- wanneer gebruiken
- hoe lang werkt dit
- wanneer piek

A

humanline regular en insuman rapid

licht vertraagde resorptie door subcutane hexameer vorming

30min voor de maaltijd spuiten

piek 2-3u na injectie

werkingsduur 6-8u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

snelwerkende insuline analoog
- 3 voorbeelden
- wanneer gebruiken
- hoe lang werkt dit
- wanneer piek

A

aspart (novorapid), glulisine (apidra) en lispro (humanlog)

snelle resorptie doordat insuline als mono/dimeer subcutaan komt

direct voor, tijdens of na de maaltijd spuiten

piek na 45-90min

werkingsduur 4-5u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(middel)langwerkende NPH insuline
- 3 voorbeelden
- wanneer gebruiken
- hoe lang werkt dit
- wanneer piek

A

humanline NPH (=neutral protamine hagedorn), insulatard, insuman basal

Vertraagd afgegeven door binding van NPH aan insuline = isofane insuline

middellangwerkend

optimaal na 4-12u

werking 12-16u en maximale werking 24u

tussen avondeten en net voor slapen

17
Q

langwerkende insuline analoog
- 1 voorbeeld
- wanneer gebruiken
- hoe lang werkt dit

A

glargine (lantus)

vertraagde resorptie door subcutane microneerslagen

tussen avondeten en net voor slapen

werken 24u of langer

18
Q

humane mix-insuline
- 1 voorbeeld
- wanneer gebruiken
- hoe lang werkt dit
- wanneer piek

A

humuline NPH 30/70

bifasische mix van kortwerkende insuline + NPH-insuline

30min voor ontbijt en avondmaaltijd

19
Q

analoge mix-insuline
- 2 voorbeelden
- wanneer gebruiken

A

aspart/aspart protamine (NovoMix 30, 50 of 70), lispro/lispro protamine (humalog mix 25/75, 50/50)

bifasische mix van snelwerkende insuline analoog + protamine gebonden aan snelwerkende insuline-analoog

direct voor ontbijt en voor de avondmaaltijd

20
Q

1 interactie bijwerking insuline

A
21
Q

belangrijkste bijwerking insuline

wanneer krijg je dit

A

hypoglycemie

bij:
- overdosering insuline
- te laat of weinig eten
- alcohol
- lichamelijke inspannninng
- verminderde nierfunctie

kans hoger bij hypoglycaemia unawareness

Insuline glargine (lantus) geeft minder nachtelijke hypo’s bij DM2 tov NPH insuline

DM2 kan ketoacidose bij te weinig insuline

22
Q
A