Antidepressiva Flashcards
bij hoeveel mensen in NL antidepressiva
1 miljoen
hoe werken antidepressiva globaal
op korte termijn toename hoeveelheid neurotransmitters (serotonine, noradrenaline en in mindere mate dopamine) in de synapsspleet
deze neurotransmitters spelen een rol bij stemmingsstoornissen
serotonine is de belangrijkste hiervan, gevolgd door noradrenaline
Hoe werken TCA’s
2 voorbeelden
amitryptiline
remt de heropname van serotonine en noradrenaline
nortryptiline
metaboliet van amitryptiline
remt de heropname van noradrenaline en in geringere mate van serotonine
Hoe werken SSRIs
3 voorbeelden
remmen selectief de heropname van serotonine in het presynaptisch neuron–> hoeveelheid serotonine in synapsspleet neemt toe
antidepressief effect na ~3wkn
bijwerkingen meteen
indicatie antidepressiva
indicatie SSRI
indicatie TCA
bij matig ernstige depressie
bij lichte depr niet beter dan placebo, eigenlijk te vaak gegeven
SSRI’s ook bij angststoornissen en OCD door paniek- en angst reducerende werking
TCA’s ook bij neuropathische pijn (niet geregistreerd)
bijwerkingen van TCA’s
van de 4 systemen
door cholinerge, histaminerge, noradrenerge systeem of kinidineachtige verschijnselen
anticholinerg: voorgrond
- vooral bij oudren centrale bijw: cognitief disfunctioneren, verwardheid
- minder bij nortryptiline–> bij ouderen geven
anti-noradrenerg:
- orthostatische hypotensie, duizelig, valneiging
- bij dehydratie (diarree, koorts, braken)
kinidineachtige werking:
- geleidingsstoornissen–> niet na recent MI
- overdosering kan fataal
antihistaminerg:
- sufheid–> s avonds geven
voorkomen door:
- kritisch voorschrijven
- lage dosis
SSRI 7 bijwerkingen
2 interacties
5 RF
door versterking serotonine (5-HT)
- maag-darmklachten
- hoofdpijn
- anorexie
- gewichtstoename
- slapeloosheid
- agitatie
- SIADH (suf, verward, misselijk) na 1wk–> hypoNa–> vochtbeperking
SSRI + thiazidediuretica –> hogere kans hypoNa
SSRI + tramadol–> serotoninesyndroom–> agitatie, koorts, hyperreflexie–> diazepam en koelen bij hyperthermie
Potentieel fataal
RF: infectie, oudere leeftijd, weinig intake eiwit en zout, zoutverlies (diarree, zweten), veel drinken
interacties bijwerkingen
TCA’s 1
SSRIs 3
bij SSRI+NSAID –> dosis NSAID verlagen, PPI starten of NSAID vervangen door selectieve COX2 remmer
hoe is het beloop van behandeling van depressie
effect na 2-4 weken:
- antidepressief
- normalisering stemming
- normalisering andere kenmerken depressie (verlies interesse, schuldgevoelens)
bijwerkingen al na een paar uur
effect 6mnd evalueren
na herstel nog 6mnd behandelen en dan afbouwen
antidepressiva onttrekkingssyndroom: slaapklachten, agitatie, angst
wanneer gebruik je stemmingsstabilisatoren
3 middelen die dit doen
hiermee kan je manieen en depressies bij bipolaire stoornissen onderdrukken (acuut) en voorkomen (profylactisch)
lithium
anticonvulsiva
antipsychotica
hoe werkt lithium
- 2 werkingen
- 2 indicaties
- uitscheiding
- dosering
anti-manisch
anti-depressief
–> bij bipolaire stoornis
–> additietherapie bij therapieresistente unipolaire depressieve stoornis
via de nieren uitgescheiden
75% in de PT met Na en water geresorbeerd
smalle therapeutiscje breedte 0,4-1,2mmol/L
–> op basis van bloedspiegel doseren
lithium intoxicatie
- hoger risico
- 3 situaties waarin dit kan en waarom
- ernstige lithiumintox
kan bij onvoldoende vocht/zout of overmatig zweten door interactie met Na
hoger risico bij nierfunctiestoornissen
ernstige lithiumintox: plasmaspiegel >2mmol/L–> verwardheid en coma
5 bijwerkingen lithium
2 dingen bij langdurig gebruik
3 adviezen
10-20%: iatrogene hypothyreoidie
–> TSH periodiek checken
Misselijkheid
Braken
Diarrree
Myoclonieen
bij langdurig gebruik:
- diabetes insipidussyndroom-> polyurie en dorst
- nierfunctiestoornissen
–> medicatie regelmatig innemen
–> 2-3L per dag drinkenn
–> 2-4x/jr serum creat en lithiumspiegel checken
interacties bijwerkingen lithium