8 - Tubulaire reabsorptie en secretie

Question 1

Wat is een voordeel van transcellulair transport t.o.v. paracellulair transport?

Answer 1

Bij trancellulair transport (door de cellen heen), kan er zowel basaal als apicaal geselecteerd worden. Paracelullaire transport (tussen de cellen door) is weinig selectief.

Question 2

Waar zit het tweede capillaire netwerk en wat is hier de functie van?

Answer 2

Het tweede capillaire netwerk zit op het niveau van de proximale tubulus en de functie hiervan is reabsorptie. Dit kost veel energie, dus het tweede capillaire netwerk dient ook voor het toedienen van zuurstof (als energievoorziening).

Question 3

Wat is het voordeel van de SGLT-1 receptor ten opzichte van de SGLT-2 receptor?

Answer 3

Het belangrijkste voordeel van glucose reabsorptie van SGLT1 ten opzichte van SGLT2 is dat er meer natrium gepompt wordt, dit is een vorm van energie -> SGLT1 kan de glucose dus over een groter concentratiegradiënt in pompen. Je kan dus ook de laatste restjes natrium uit het filtraat pompen.

Question 4

Waar bevindt de natrium-kalium pomp zich en is deze primair of secundair actief?

Answer 4

Primair actief, basolateraal

Question 5

Waar bevindt de na-glucose transporter zich en is deze primair of secundair actief?

Answer 5

Secundair actief, apicaal

Question 6

Waar bevindt de glucose carrier zich en is deze passief of actief?

Answer 6

Passief, basolateraal

Question 7

Wat houdt splay in?

Answer 7

De variatie tussen individuele nefronen.

Question 8

Welke 3 vormen zijn er van proteïnurie en wat is de excretie, en is er sprake van hoog of lage MW eiwitten?

Answer 8

• Tubulair -> excretie < 2 g/dag
  o Laag MW eiwitten
• Overloop -> excretie < 2g/dag
  o Laag MW eiwitten
• Glomerulair -> excretie > 3,5 g/dag
  o Hoog MW eiwitten

Question 9

Hoe ontsnappen organische verbindingen aan de filtratie?

Answer 9

Organische verbindingen zijn aan albumine gebonden in het plasma, en ontsnappen zo aan de filtratie, omdat albumine niet gefiltreert wordt.