6 - Ventilatie-perfusie verhoudingen Flashcards
1
Q
Wat is de definitie van dode ruimte? En hoeveel is het?
A
De ruimte in de long waar geen bloed stroomt wat van O2 kan worden voorzien -> 150 mL.
2
Q
Waar zijn de alveoli groot en waar zijn ze klein?
A
Apicaal zijn de alveoli groot, basaal zijn de alveoli klein.
3
Q
Waar in de alveoli is de perfusie het grootst en waarom?
A
Door de zwaartekracht is de perfusie basaal het grootst.
4
Q
Hoe wordt fysiologische dode ruimte gedefinieerd?
A
Anatomische dode ruimte + alveolaire dode ruimte
5
Q
Hoe wordt shunt gedefinieerd?
A
Wél perfusie, zonder ventilatie.
6
Q
Wat zijn voorbeelden van anatomische shunt en wat is de definitie ervan?
A
- AV malformaties
Anatomische shunts zijn zelf aangemaakt.
7
Q
Waardoor kunnen niet-anatomische shunts worden gecreeërd?
A
- Door ontsteking
Door opvulling van alveoli en/of afsluiting van de luchtweg