7. Specifieke werkomstandigheden Flashcards
Elektrisch lassen: gevaren (8) en veiligheidsmaatregelen (6)
7.1
Gevaren:
* elektrocutie
* brand en explosie door hittevorming en wegspringende gloeiende metaaldeeltjes (spetters)
* verbranding van de huid of hoornvlies door vrijkomende UV-straling
* verblinding van de ogen door infraroodstraling
* warmtestraling
* vergiftiging door lasrook
* longaandoening door inademen lasrook
* verkeerde werkhouding
Veiligheidsmaatregelen:
* PBMs: laskap, lasschort, laskleding, veiligheidsschoenen, luchtgeventileerde laskap
* afzuiging van lasrook
* ventilatie als afzuiging niet mogelijk is
* blusmiddelen onder handbereik
* werkvergunning waar vereist
Autogeen lassen, snijden en branden: wat en risico’s brandstof (1+4) en lassen (5)
7.1
wat: lassen met mengsel van pure zuurstof en gas (propyleen of acetyleen)
risico’s brandstof
* gas kan ongecontroleerd vrijkomen en explosie kan ontstaan
* acetyleen is lichter dan lucht -> kan in ruimte ophopen
* acetyleen is zeer explosief
* propyleen is zwaarder dan lucht -> kan ophopen in uitgravingen, sleuvel en putten
* zuivere zuurstof is brandgevaarlijk
risico’s lassen
* geraakt worden door spetters gloeiend materiaal
* brand en explosie door hittevorming en wegspringende gloeiende metaaldeeltjes (spetters)
* cilinder met zuurstof onder druk
* brand en explosie door vlamterugslag (bij acetyleen)
* brand en explosie door lekkage van gas en zuurstof
Autogeen lassen, snijden en branden: veiligheidsmaatregelen (9)
7.1
Veiligheidsmaatregelen
* PBMs: lasbril, lasschort, laskleding (=vlamvertragende overall ) (geen laskap = geen lasspetters)
* verwijder brandbare materialen in omgeving of dek ze af
* gebruik een vlamdover in de slang tussen acetyleenflees en branden
* gebruik terugstroombegrenzers op de gas- en zuurstofslang van brander
* wees bedacht op lekkage van gas en zuurstof
* gebruik slangbreukbeveiliging
* als je in besloten ruimte werkt: moniteer continu zuurstoflevels en gevaarlijke concentraties (rook)gas
* gebruik acetyleenfles rechtopstaand of minimaal onder hoek van 30 graden
* zorg voor ruimtelijke ventilatie van lasrook en gassen
Sloopwerkzaamheden: risico’s algemeen (7) en keramische vezels (waar)
7.2
- verstappen en struikelen over lossliggende materialen en uitstekende constructiedelen
- werken op hoogte
- instabiliteit van de constructie bij sloopfront
- vallend sloopmateriaal
- instorting
- vrijkomen gevaarlijke stoffen, zoals asbest of kwartsstof
- gehoordschade bij veel lawaai
Keramische vezels: toegepast in materialen voor isolatie van installaties met hoge temperaturen (in bijv: keramische plaatmateriaal, vulmiddelen, cement en harders, elektrisch isolatiemateriaal)
Sloopwerkzaamheden: veiligheidsmaatregelen
7.2
Veiligheidsmaatregelen: sloopplan wordt gemaakt om werkzaamheden goed te coordineren:
* berekeningen draagkracht overblijvende contstructie
* werkschema om gelijktijdig boven en onder elkaar werken te voorkomen
* inventarisatie gevaarlijke stoffen
gebruik:
* stortkokers
gebruik bij keramische vezel:
* fixeerpasta over materialen die keramisch vezel bevatten om loskomken en verspreiden vezels te beperken
* breken, boren en zagen van materiaal moet beperkt worden
* materiaal met keramisch vezel mag niet via stortkoker -> moet via goed verpakte plastic folie of zakken
* draag wegwerpoverall en volgelaats masker met P3-filter
Graafwerkzaamheden: talud
7.3
wat: sleuf / helling wordt gemaakt afhankelijk van de grondsoort en diepte sleuf
als veilig talud ontgraven niet mogelijk is kunnen stempeling, bekisting of damwanden aangebracht worden
graafwerkzaamheden: opstellen graafmachine
7.3
risico foute opstelling: graafmachine kantelt door afkalving talud onder gewicht machine
meest gunstige opstelling:
* rupsen en wielen loodrecht op lengterichting van graving
* afstand van rupsen en wielen moet minstens even groot zijn als ingraving diep
* regelmatige controle taluds noodzakelijk, zeker bij ongunstige weeromstandigheden (zeer droog of nat, vorst, trillingen door zwaar wegverkeer)
graafwerkzaamheden: voor het graven
7.3
- drie dagen voor werkzaamheden: stel Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) op de hoogte -> zij weten waar alle kabels en leidingen liggen op tekening, zo niet gebruik dan opsporingsapparatuur
- je moet geldige graafvergunning hebben
- eerst handmatig proefsleuf graven binnen 1.5 m van omgeving -> check hoe kabels liggen ten opzichte van waar je gaat graven
- afwijkende ligging kabels en leidingen moeten worden gemeld aan KLIC
graafwerkzaamheden: veiligheidsmaatregelen
7.3
- gebruik een niet-getande graafbak
- zorg voor goede stut- en taludvoorzieningen
- deponeer uitgegraven aarde op een veilige afstand van sleuf
- plaats voortuigen en materieel op veilige afstand sleuf
- zorg dat beschoeiing goed aansluit bij rand van uitgraving
- plaats hekwerk rond uitgraving
- plaats geen gascillinders in uitgraving
- diepe uitgraving moet twee toegangen hebben
- diepe uitgraving (> 1.5 m) wordt als beslote ruimte aangemerkt
graafwerkzaamheden: risico’s
7.3
- als je in sleuf werkt: je kunt bedolven worden door grond door inkalving sleuf (kan gebeuren door inkomend water)
- als je kabels of leiding beschadigt: economische schade
- elektriciteitskabel beschadigt: kans elektrocutie
- water- en gasleiding beschadigt: leveringszekerheid van producten door nutsbedrijven in gevaar
- gasleiding beschadigt: explosie en/of brandgevaar en risico verstikking
- riolering beschadigt: stoffen die schadelijk zijn voor mileu komen vrij
- graven in vervuilde grond: stoffen zijn gevaarlijk
Graafwerkzaamheden: verplichtingen grondroerdersregeling
7.3
grondroerdersregeling stelt volgende verplichtingen:
* orientatie door middel van opvragen gegevens over ligging leidingen
* voor grondroerder of feitelijke graver: zorgvuldig graven en het bieden mogelijkheid daartoe
* melding schade aan kabel of leiding bij netbeheerder
* verplichte melding van elke graafactiviteit bij KLIC / Kadaster
* alleen (laten) graven wanneer KLIC / Kadaster informatie beschikbaar is
* melding afwijkende ligging (> 1m) en aanwezigheid onbekend net aan KLIC / Kadaster
werken op hoogte: wanneer maatregelen
7.4
wanneer veiligheidsmaatregelen: vanaf 2.5 meter.
* instructie verplicht
* beveiliging mag niet worden verwijderd
Mogelijke maatregelen:
* maken van werkvloeren
* gebruik van dakrandbeveiliging
* gebruik van hekwerken, leuningen met tussenleuningen en plint (kantlijst)
* gebruik van valbeveiliging (veiligheidsharnas)
werken op hoogte: weersomstandigheden
7.4
als je werkt op platte en hellende daken moet je weer in de gaten houden:
* regen en gladheid = kans op uitglijden
* windvlaag = kans om evenwicht te verliezen
werken op hoogte: hellende daken
7.4
maatregelen: eerst collectief, dan pas veiligheidsharnas
* loopplank als constructie dak niet stevig genoeg is en je er doorheen kan zakken -> wordt aangebracht bij dragers van dak
* dakrandbeveiliging aan randen van hellende daken
* vangnetten: aangebracht in het dak
* veiligheidsharnas als andere maatregelen niet mogelijk zijn
werken op hoogte: platte daken
7.4
wanneer: als je werkt binnen 4 meter van dakrand of als er een kans is om van het dak af te vallen
* dakrandbeveiliging aan rand van dak
* vangnetten in het dak
* veiligheidsharnas als andere maatregelen niet mogelijk zijn
werken op hoogte: wand en vloeropeningen
7.4
risico: als wand en vloeropeningen niet goed dicht gemaakt zijn kan je:
* lelijke val maken
* geraakt worden door voorwerp die door opening naar beneden valt
maatregelen:
* leg sparingen in vloeren dicht met stevig, draagkrachtig materiaal dat vastgemaakt is aan de ondergrond
* als dichtmaken niet mogelijk is: plaats goede afzettingen en markeer het gevaar
* werk met PBMs
werken op hoogte: ladder - wanneer + gebruiksvoorschriften (6)
7.5
wanneer: ladder mag in principe alleen gebruikt worden voor klimmen naar andere verdieping
uitzondering: ladder mag ook gebruikt worden voor uitvoeren van lichte en kortdurende werkzaamheden (inspectie of vervangen van lamp) -> zorg ervoor dat je niet verder hoeft te reiken dan een armlengte
gebruiksvoorschriften:
* ladder is goedgekeurd en voorzien van keuringssticker
* maximale werk-/stahoogte is 5 meter
* statijd is maximaal 2 uur
* duwen en trekken: niet meer kracht dan 50N (5 kg)
* boven windkracht 6 mag geen ladder gebruikt worden
* plaats metalen ladders 2 meter van onder spanning staande delen
werken op hoogte: ladder - veilig opstellen (14)
7.5
- ladder staat op stevige ondergrond met voldoende ruimte eromheen
- ladder moet schuin staan in een hoek van 75 graden (je voeten bij ladder, en armen uitgestrekt vooruit raken lader aan)
- plaats ladder niet ondersteboven of achterstevoren (schuivend gedeelte bovenaan en naar gezicht toe)
- zware ladders met twee man opstellen
- toegangsladder moet minimaal 1 meter uitsteken boven verdieping waar je uit moet stappen
- uitgeschoven ladder: twee ladderdelen moet voldoende overlappen
- beklim ladder niet hoger dan 5e sport van boven, zodat er vier vrij blijven
- borg de ladder aan onderkant tegen wegglijden, aan de bovenkant tegen zijdelangs wegglijden
- houd toegang ladder vrij van obstakels
- blokkeur deuren en doorgangen achter ladder
- houd ladder schoon
- klim niet op ladder met gladde of vervuilde schoenen
- ga ladder op met gezicht naar ladder toe
- zorg dat je altijd drie contactpunten met ladder hebt: twee voeten en een hand of twee handen en een voet
werken op hoogte: stalen steiger
7.5
steigers zijn niet verplaatsbaar en worden opgebouwd door specialistisch steigerbouwer met gecerticificeerde steigermonteurs
* steigerkaart aan steiger vermeld dat het gekeurd is en veilig betreden kan worden, en vermeld maximale belasting
voor opbouw: stabiliteitsberekeningen en tekeningen steiger gemaakt
tijdens overdracht: bevoegd toezichthouder (steigerinspecteur) is aanwezig
tijdens op- of ombouw: speciale instructies aanwezig
werken op hoogte: rolsteiger
7.5
wat: steigers met wielen en stabilisatoren waardoor hij steviger staat
Gebruik:
* rolsteiger moet stevig worden vastgezet
* ondergrond moet hard en vlak zijn, zo niet dan wordt rails aangebracht
* instructies en voorschriften van fabrikant staat hoe steiger wordt opgebouwd en gebruikt
veiligheidsmaatregelen:
* wielen moeten geblokkeerd zijn voor betreden
* rolsteiger van binnenuit beklimmen
* stabilisatoren moet zo dicht mogelijk op grond blijven als rolsteiger wordt verplaatst
* geen personen of materialen op steiger als die wordt verplaatst
* alleen verplaatsen over vlakke, harde ondergrond
* werkvloer opgeruimd houden om vallen en struikelen te voorkomen
werken op hoogte: hoogwerker - wat en eisen
7.5
wat: apparaten waarmee je mensen of materiaal naar boven kunt brengen
* mobiel: te verrijden terwijl ze uitgeschoven zijn
* vast: staan met steunen op de grond
eisen
* gelding keuringsbewijs
* zichtbare keuringssticker
* CE markering
* plaat met max belastbaar gewicht
* gebruikshandleiding
* duidelijke aanduiding bij bediening
werken op hoogte: hoogwerker - risico’s
7.5
- bekneld raken tussen objecten en platform (vooral schaarhoogwerker)
- hoogwerker kan omvallen
- je kunt uit de bak vallen / van platform vallen
- je kunt aanrijding veroorzaken
- kunnen voorwerpen uit bak vallen
- kans op elektrocutie (werken in nabijheid elektrische bovenleiding of tramleiding)
werken op hoogte: hoogwerker - gebruik
7.5
instructie verplicht
gebruik
* bij uitgeschoven hoogwerker is snelheidsbegrenzing actief
* in bak moet je valbeveiliging dragen (= veiligheidsharnas met verbindingslijn)
* hoogwerker moet horizontaal staan, ook op hellend terrein
* boven 25 meter moet je portofoon gebruiken
* bij werken in risicovolle omgeving moet op grond een begeleider aanwezig zijn
werken op hoogte: hangsteiger
7.5
wat: werkbak die aan dak of gevel van gebouw hangt. Op dak staan contragewichten of een railsysteem, waardoor bak op elke gewenste hoogte kan hangen
instructie gebruik hangbruginstallatie vereist
gebruik:
* zet deel terrein onder hangbruginstallatie af met linten
* test installatie voor gebruik
* draag veiligheidsharnas vastgemaakt aan speciaal bevestigingspunt
* bij geen of beperkt oogcontact tussen bediener en personen in hangbak: communicatiemiddelen vereist
* laat hangbruginstallatie nooit gebruiksklaar en onbeheerd achter
* reperaties alleen door gespecialiseerd personeel
* bij storing: verlaat hangbrug
* op hoogte: verlaat nooit de hangbrug
* overschreid nooit maximale belasting
werken op hoogte: personenwerkbak
7.5
wat: stalen bak hangend in een hijskraan geschikt om personen op hoogte te brengen. Enkel als er geen andere passende opties beschikbaar zijn
vooraf gebruik:
* leiddingevende doet twee dagen vooraf melding bij SWZ
* werkbak mag alleen worden gebruikt als aan alle wettelijke eisen is voldaan
werkbak:
* gekeurd zijn, inclusief schriftelijk bewijs
* aan buitenzijde informatie hebben over toelatbare werklast, eigen massa, toegestane aantal personen
gebruik:
* personen in werkbak dragen veiligheidsharnas, bevestigd aan speciaal punt aan werkbak
* goede communicatiemiddelen tussen kraanmachinist en bemanning verplicht
* oogcontact tussen machinist en bemanning in werkbak
* één persoon in werkbak geeft aanwijzingen kraanmachinist
besloten ruimte: kenmerken
7.6
kenmerken besloten ruimte:
* nauw, klein, nat, glad en weinig bewegingsruimte
* plaats die meestal niet bedoeld is voor verblijf van personen
* geen of weinig natuurlijke ventilatie
* moeilijk toegankelijk en daardoor ook moeilijke vluchtmogelijkheden
* slechte verlichting
* kabels en leidingwerk op onverwachte plaatsen
voorbeelden: werkcontainers, scheepstanks, dubbele bodems, opslagreservoirs of tanks, werkzaamheden in (las)tentjes bij uitgravingen en pijpleidingen, kelders, kruipruimte
besloten ruimte: risico’s (4)
7.6
1.brand en explosiegevaar: weinig ventilatie, dus gevaarlijke stoffen blijven beter hangen
- werkzaamheden als lassen, snijden of slijpen kunnen dan via vonken aanwezige stof of dampen ontsteken
- lekken uit leidingen of zuurstofflessen kan extra gevaar geven -> plaats flessen buiten besloten ruimte en gebruik slangen
2.verstikking en vergiftiging: zuurstoftekort kan leiden tot versuffing, bewusteloosheid, of dood
- gebrek zuurstof door gebrek ventilatie
- ontrekking zuurstof door bijv. roest (corrosie)
- verstikking door producten die vrijkomen (biologische reactie, uitharden van verf)
- zuurstof kan worden verdrongen door inerte gassen zoals CO2 en stikstof
- gebrek aan ventilatie: hoge concentratie giftige stoffen
3. elektrocutie: door extra kleding en slechte ventilatie ga je zweten, en besloten ruimtes hebben risico op geleidende wanden (bv tanks) -> electrocutie
- in besloten ruimte met geleidende wanden: gebruik veilige spanning (50V~/ 120V=)
- elektrische apparatuur moet bij aanvang spanningsvrij gemaakt worden
4.bewegende delen en leidingwerk:
- bewegende delen moet door deskundige buiten bedrijf worden gesteld en vergrendeld
- leidingen die zijn aangesloten op besloten ruimte moeten worden afgekoppeld of afgeblind met bijv steekflens
besloten ruimte: voorbereidingsmaatregelen
7.6
Omstandigheden:
* zuurstofpercentage mag niet lager zijn dan 19%
* concentratie giftige stoffen/dampen moet lager zijn dan grenswaarde
* concentratie brandbare / explosieve stoffen moet lager zijn dan 10% LEL
maatregelen:
* waarschuwingsborden en verbondsborden voor onbevoegden
* geldige werkvergunning en schriftelijke vrijgave aanwezig
* adequate luchtverversing / ventilatie
* mangatwacht / veiligheidswacht moet aanwezig zijn en permanent observeren -> in geval van nood worden hulpdiensten ingeschakeld
extra maatregelen risicoverhogend werk: las- en snijwerkzaamheden
* brandbare stoffen zo veel mogelijk weggehaald of afgedekt
* geschikt blusmiddel is aanwezig
* extra afzuiging lasdampen
* gas- en zuurstofcilinders mogen niet in besloten ruimte worden gezet
* PBM: onafhankelijke adembescherming + aanvullende PBMs, zoals gaspak
Overige extra maatregelen
* reddingslijn, tenzij er risico is op verstrikt raken