3. Preventie Flashcards

1
Q

Gevaren: wat en bronnen

3.1

A

gevaar: intrinsieke eigenschap van een stof, proces, situatie, gereedschap, materiaal, persoon,… dat tot nadelige gevolgen of schade kan leiden.

Bronnen:
1. soort werk
2. competentie: aanwezige kennis en ervaring met het werk en de risico’s
3. werkplek of omgeving van werkplek
4. aanwezige materialen, gereedschappen, voertuigen, producten
5. welzijn
6. houding en gedrag en van jou en je collega’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risico: definitie + berekening + 9 risicoverhogende omstandigheden

3.1

A

definitie: kans dat er iets gebeurt wat een schadelijk of ongewenst effect heeft
formule: risico = kans x efffect

risicoverhogende omstandigheden:
1. werken met gevaarlijke omstandigheden of gereedschappen
2. werken met gevaarlijke stoffen
3. werken met hoge drukken
4. werken met elektriciteit
5. werken met stralingsbronnen
6. graafwerkzaamheden
7. werken in kou of hitte
8. werken in een omgeving met veel lawaai
9. werken op hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevaar: onveilige handelingen en situaties: doel + definitie + ratio

3.1

A

doel: voorkomen van ongevallen door voorkomen van onveilige handelingen en situaties om risico’s te beperken
onveilige situatie zie je -> veroorzaakt 20% van ongevallen
onveige handeling doe je -> veroorzaakt 80% van ongevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevaar: onveilig handelen: definitie en voorbeelden

A

onveilig handelen doe je

voorbeelden onveilig handelen:
1. werken zonder werkvergunning
2. voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen niet gebruiken
3. buiten werking stelloen van beveiligingen
4. gereedschap onjuist gebruiken
5. kapot gereedschap gebruiken
6. onjuist verplaatsen van een last

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gevaar: onveilige situatie: definitie en voorbeelden

3.1

A

onveilige situaties zie je

voorbeelden onveilige situatie:
1. geen of onvoldoende verlichting
2. geen of geblokkeerde vluchtwegen
3. niet opgeruimde werkvloeren
4. geen of onvoldoende beveiligde apparatuur
5. veel activiteiten tegelijkertijd op een beperkte werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

preventie ongevallen: good housekeeping: definitie + doel

3.2

A

good housekeeping houdt in dat je een nette en dus veilige werkplek hebt, met als doel het voorkomen van ongevallen, vervuiling en mileuschade
secundair doel: efficienter werken, minder materiaal zoek, en nette werkplek is prettige werkomgeving

  • ruim restmaterial op
  • sla materialen en gereedschap veilig op
  • houdt je aan eisen hygiëne werkplek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

preventie ongevallen: RI&E

3.2

A

RI&E: risico-inventarisatie en evaluatie
verplicht voor iedere werkgever
hierin staan risico’s beschreven en plan van aanpak hoe onaanvaadbare risico’s worden aangepakt

plan van aanpak: omschrijving maatregelen en verberteringen die moeten worden doorgevoerd en bijbehorende planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

preventie: preventief beleid (arbobeleid/VGM beleid): wat + vier onderwerpen

3.2

A

preventief beleid: omvat preventie maatregelen die vooraf worden genomen om ongelukken te voorkomen

vier onderwerpen preventief beleid:
1. de mens: heeft iedere medewerker de juiste opleiding, instructie en ervaring?
2. de organisatie: staat de juiste medewerker op de juiste plaats?
3. de techniek: zijn de machines en gereedschappen veilig?
4. de omgeving: zijn werkplekken goed ingericht en aangepast aan de werknemer? zijn er voldoende veiligheidsmaatregelen genomen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

preventie: preventief beleid wordt gemaakt op basis van welke 2 dingen

3.2

A

1.ongevallen register: register waarin oorzaken ongevallen + risico’s + preventiemaatregelen vermeld worden.

  • Belangrijk voor bedrijven om onveilige situaties, bijna ongevallen en ongevallen te registreren
  • Verplicht voor bedrijven om ernstige ongevallen en dodelijke ongevallen te medlen bij inspectie SZW (arbowet)

2.RI&E en bijbehorend plan van aanpak
in V&G jaarplan laat werkgever zien of alle doelstellingen van veiligheids beleid zijn gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

preventie: arbeidshygiënische strategie: doel + 3 stappen

3.2

A

doel strategie om gevaren en risico’s op werk te voorkomen

  1. bron van gevaar aanpakken
  2. wanneer bron aanpakken niet mogelijk is -> maatregelen om risico’s te beperken
  3. wanneer risico’s voldoende beperken niet mogelijk is -> persoonlijke beschermingsmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Preventie: ongevallenpiramide: definitie + doel + ratio

3.2

A

definitie: verhouding die zou bestaan tussen ongevallen zonder letsel, ongevallen met licht letsel en ongevallen met ernstig letsel en dodelijke ongevallen (op basis van statistisch onderzoek)
doel: aanpakken van onveilige handelingen en situaties hebben positief reducerend effect op hele keten

30.000 = gevaren als gevolg onveilig handelen/situatie
3.000 = (bijna) ongeval met gering letsel (zonder verzuim)
300 = ongevallen met letsel (met verzuim)
30 = ongevallen met ernstig letsel (met verzuim)
1 = ongevallen met dodelijk afloop of zeer ernstig letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ongeval: oorzaken - gevolgen reeks (domino effect): wat + 5 stappen

3.2

A

wat: ongeval is resultaat van verschillende oorzaken, die vaak voorkomen in een patroon: gebeurt een ding, dan gebeurt de rest vaak ook

  1. Achtergrond: omstandigheden binnen organisatie, zoals veiligheidsbeleid en veiligheidscultuur (o.a. middelen, werkdruk, procedures)
  2. menselijk falen: persoonsgebonden factoren en taakgebonden factoren
  3. directe oorzaken: menselijk falen leidt tot onveilige handelingen en/of onveilige situaties
  4. ongeval: ontstaat door onveilig handelen, onveilige situaties of beide
  5. letsel en/of schade: gevolg van ongeval

eerste drie zijn oorzaken, laatste twee gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ongeval: dominosteen 2: menselijk falen

3.2

A

menselijk falen bestaat uit:
1.Persoonsgebonden factoren
* onvoldoende kennis
* onvoldoende ervaring
* onvoldoende motivatie
* onvoldoende aandacht

2.Taakgebonden factoren
* onvoldoende leiding / toezicht
* onjuiste werkmethode
* onvoldoende tijd voor werkzaamheden
* niet aanwezig zijn van benodigde apparatuur of gereedschap
* niet goed onderhouden van gereedschap of apparatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

acties leidinggevende om ongevallen te voorkomen

in lijn met oorzaken-gevolgenreeks

3.2

A
  1. aanpakken van alle onveilige handelingen en alle onveilige situaties
  2. uitvoeren periodieke inspecties
  3. voeren van periodiek overleg met medewerkers (oa toolbox meeting)
  4. toezien naleving werkprocedures
  5. verzorgen van instructies over (gezondheids)risico’s werk
  6. invoeren en evalueren van verbeterpunten n.a.v. onveilig handelen en situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

acties directie om ongevallen te voorkomen

in lin met oorzaken-gevolgen reeks

3.2

A
  1. vaststellen (meerjaren)plan ter verbetering van de arbeidsomstandigheden
  2. delegeren van taken en bevoegdheden aan afdelingen en medewerkers in bedrijf
  3. zorgen voor goede organisatie van arbeidsomstandigheden
  4. zorgen voor goede overlegstructuur over arbeidsomstandigheden en verantwoordelijkheden
  5. uitwerken van arbobeleid in veiligheidsbeleid (dus in procedures en voorschriften)
  6. zorgen voor voldoende training en instructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

risico analyse van zeer specifieke werkzaamheden door twee methodes: wat + afkorting

3.3

A

TRA (taak risico analyse) en LMRA (laatste minuut risico analyse)

17
Q

Taak Risico Analyse (TRA)

A

wat: schriftelijke analyse van gevaren van risicovol werk en bijbehorende veiligheidsmaatregelen
doel: afspreken en toepassen van juiste beheersmaatregelen

18
Q

Laatse Minuut Risico Analyse (LMRA)

3.2

A

wat: risicoanalyse vlak voordat je aan het werk gaat: door controle risico’s en veiligheidsmaatregelen kan operationeel werknemer zelf inschatten of hij veilig aan het werk kan.

wanneer: bij aanvang, ook na iedere pauze

doel: permanent denkprocess om veiligheidsprocess en veiligheidsbewustzijn te vergroten

voorbeeld:
* begrijp ik wat ik moet doen?
* heb ik de werkvergunning en TRA gelezen, besproken en begrepen?
* heb ik juiste PBM’s?
* heb ik juiste gereedschappen?
* loop ik geen risico’s door werkzaamheden in de buurt?
* weet ik zeker dat mijn handelingen geen gevaar opleveren voor mijzelf, andere personen of installatie?
* weet ik wat ik moet doen als het mis gaat? (vluchtroutes, verzamelplan, noodnummer, nooddouches, etc)

Q

19
Q

Preventie: rol operationeel leidinggevende op VGM beleid

3.4

A

leidinggevende heeft invloed op werkcultuur en dus veiligheidscultuur

belangrijke VGM taken:
1. voorstellen en adviezen formuleren aan werkgever
2. ongevallen en incidenten onderzoeken
3. controle uitoefenen op arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen
4. advies inwinnen bij kerndeskundige / arbodienst
5. toezicht houden op naleving instructies
6. zorgen dat werknemers de informatie begrijpen en in de praktijk brengen
7. organiseren van ontvangst van nieuwe werknemers en ervaren werknemer belasten

20
Q

Preventie: rol operationeel leidinggevende op motivatie werknemers

3.4

A
  1. tracht zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de persoonlijkheid en capacitieten van medewerkers
  2. geef medewerkers geen opdrachten die onder of boven hun capaciteiten liggen
  3. houd rekening met meningen, voorstellen, wensen en adviezen van medewerkers
  4. laat medewerkers weten hoe je over hen denkt, evenals hun prestaties op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu
  5. beoordeel medewerkers zo objectief mogelijk
  6. zorg bij corrigerend optreden er voor dat medewerker niet in zijn waarde als vakman wordt aangetast
  7. zorg voor gezonde dosis zelfkritiek
  8. luister goed naar wat de een ander van u te zeggen heeft
  9. vertel medewerkers niet alleen hoe zij iets moeten doen maar ook waarom
  10. geef goede voorbeeld