4. De Werkplek Flashcards

1
Q

Risico’s werkomgeving: Vallen, uitglijden, struikelen of verstappen: oorzaken

4.1

A

Oorzaken: situaties
* gladde vloer
* niet vlakke vloer
* rennen
* verkeerde schoenen
* hoogteverschil van al een centimer (kabels of losliggende tegel)
* te groot hoogteverschil
* dingen als buizen, rails, schuine ondergrond
* rommel op de werkvloer

Oorzaken: handelingen
* niet goed opletten
* zichtveld hinderen door bijv dragen van grote dingen
* geen gebruik maken van aangegeven looproutes en paden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risico’s werkomgeving: verlichting: waarom en wat (3)

4.1

A

waarom: verlichting nodig om details te kunnen zien terwijl je werkt
waar: werkplek, looppaden en vluchtroutes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Risico’s werkomgeving: geluidshinder: gevaren (3) en gevolgen (3)

4.1

A

Gevaren geluidshinder:
* concentratieverlies
* vermindering van verstaanbaarheid
* tijdelijk of blijvende gehoorvermindering

Gevolgen geluidshinder:
* verstoring van communicatie nodig tijdens werkzaamheden
* niet horen van waarschuwingen of hulpgeroep
* gezondheidsklachten zoals verminderde concentratie, vermoeidheid, hoofdpijn, versnelde ademhaling, nervositeit, maag-en darmklachten of verhoogde bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risico’s werkomgeving: geluidshinder: blijvend gehoorverlies: oorzaak + kenmerken (3) + meting officieel (1) en vuistregel (1) + maatregel

A

Oorzaak: blootstelling aan geluidsdrukniveau van 80 dB(A) en hoger

Kenmerken:
* moeite met horen van hoge tonen of zachte geluiden
* moeite met telefoneren of volgen van gesprek in rumoerige omgeving
* horen van fluit, piep- of bromtonen die niet in omgeving voorkomen

Meting - officieel:
* geluidsdrukniveau (volume) wordt gemeten in Decibel (dB) en frequentie (toonhoogte) in Hertz
* Een correctie wordt toegevoegd omdat het oor niet voor alle frequenties even gevoelig is, deze factor heet dB(A)

Meting - vuistregel:
je kan 1 meter tegenover iemand staan en zonder stemverheffing verstaanbaar praten

Maatregel: dragen van gehoorbescherming indien nodig (is verplicht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Risico’s werkomgeving (VCA): omgevingsfactoren die worden meegenomen bij V&G / RI&E

4.1 - VCA

A

Omgevingsfactoren:
* klimaat
* licht (daglicht en verlichting)
* geluid
* trillingen
* afmetingen van werkruimten
* ventilatie
* inrichtingsaspecten
* meubilair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risico’s werkomgeving (VCA): werkcomfort en klimatologische omstandigheden: factoren (7) en maatregelen (5)

4.1 - VCA

A

Werkcomfort in ruimte wordt bepaald door:
* klimatologische omstandigheden (locatie, binnen/buiten)
* omgevingstemperatuur
* luchtvochtigheid
* inspanning
* kleding
* stralingswarmte (bijv door apparatuur)
* hinderlijke luchtbeweging (airco’s, tocht)

Werkcomfort - maatregelen:
* temperatuur zo behaaglijk en gelijkmatig mogelijk houden + aangepast aan lichamelijke activiteit
* geen hinderlijke luchtbeweging
* blootstelling beperken
* vochtbalans in ruimte op peil houden
* indien nodig: verstrekken PBM’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risico’s werkomgeving (VCA): factoren invloed voor bepalen juiste verlichting (6)

4.1 - VCA

A

Inrichting verlichting bepaald door
* soort, kleur en lichtsterkte verlichting
* kleinere details dat men moet waarnemen = hogere lichtsterkte
* oudere werknemers hebben meer licht nodig
* lichtcontrasten mogen niet te groot zijn
* weerspiegeling licht moet voorkomen worden
* lichtintensiteit van lampen kan afnemen met toename gebruiksduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Risico’s werkomgeving (VCA): maatregelen geluidshinder: wanneer (2+ 1 berekening) en hoe (4)

A

Maatregelen geluidshinder worden verplicht door werkgever genomen bij:
* vanaf 80 dB(A): mogelijkheid gehooronderzoek, gehoorbescherming ter beschikking stellen
* vanaf 85 dB(A): beheersplan met maatregelen, verplicht dragen gehoorbescherming, signalering met borden

als er twee geluidsbronnen tegelijk aanwezig zijn: bereken verschil en tel factor bij luidste bron op. Verschil dB(A) + factor:
* 0-1 dB(A) = + 3 dB(A)
* 2-3 dB(A) = + 2 dB(A)
* 4-8 dB(A) = + 1 dB(A)
* 9 dB(A) = + 0 dB(A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Risico’s werkomgeving (VCA): maatregelen geluidshinder: welke (4)

A

Maatregelen geluidshinder: naar prioriteit:
1. geluidsniveau van geluidsbron verminderen
2. geluidsbron afschermen
3. geluid in omgeving dempen (resonantie voorkomen, mensen en geluidsbron fysiek scheiden)
4. persoonlijk bescherming van gehoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Risico’s lichamelijke belasting: verkeerd tillen: oorzaak (4) + gevolg (4)

4.2

A

Oorzaak verkeerd tillen
* te zwaar tillen
* verkeerde tiltechniek: tillen met gebogen rug
* verkeerde tiltechniek: tijdens tillen ver van je af reiken
* onvoldoende grip tijdens tillen

Gevolg verkeerd en te zwaar tillen:
* oplopen van rugblessure
* voorwerpen laten vallen door onvoldoende grip
* vingers die bekneld raken bij neerzetten voorwerpen
* gebroken tenen bij laten vallen voorwerpen en niet dragen van veiligheidsschoenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Risico’s lichamelijke belasting: verkeerd tillen: maatregelen werknemer (5) + werkgever (7)

4.2

A

Note: individuele belastbaarheid verschilt afhankelijk van fysieke gesteldheid

Maatregelen werknemer:
* vermijd handmatig tillen zoveel mogelijk -> gebruik vorkheftruck of palletwagen
* til maximaal 23 kg
* til met iemand samen
* draag veiligheidsschoenen en handschoenen
* bepaal eigen werktempo en neem regelmatig pauze

Maatregelen werkgever
* laat werknemers zelf het tempo bepalen
* las korte pauzaes in
* verdeel het tilwerk over meerdere mensen
* passende hulpmiddelen beschikbaar en verplicht stellen
* goede training en instructie geven + instructies herhalen
* indien risico rugletsel: stel gezondheidstoezicht in
* zwangere vrouwen mogen laatste 3 maanden niet tillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Risico’s lichamelijke belasting: tillen: handelingen veilig handmatig tillen

4.2

A
  1. Til rustig met een rechte rug en wissel regelmatig van houding
  2. Til niet zittend, niet te hoog en verplaats de last niet te ver
  3. Let op gladde en ongelijke vloeren en trappen
  4. Bepaal je eigen tempo en las korte pauzes in
  5. Draag PBM’s (veiligheidschoenen ter bescherming tenen, veiligheidshandschoenen voor meer grip)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Risico’s lichamelijke belasting: trillingen: maatregelen medewerker (1) + maatregelen werkgever (5)

4.2

A

Maatregelen werknemer:
* gebruik van speciale trillingsdempende handschoenen

Maatregelen wergever:
* aandacht geven aan trillingen bij aanschaf machines
* aanbrengen van trillingsdempende isolatie of materialen (handvaten)
* beschikbaar stellen trillingsdempende handschoenen
* toepassen van alternatieve technieken
* beperken blootstellingsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Risico’s lichamelijke belasting: trillingen: wanneer (2) + gevolgen (7)

4.2

A

Wanneer:
1. Hand- en armtrillingen: gebruik van mechanische (hand) gereedschap (klopboor of pneumatische grondstamper)
2. Lichaamstrilling: via voortuig, installatie of machine

Gevolgen:
* Handtrilling: schade gewrichten
* Handtrilling: schade bloedvaten (white fingers)
* Lichaamstrilling: spierpijn
* Lichaamstrilling: rugpijn
* Lichaamstrilling: maagklachten
* Lichaamstrilling: hoofdpijn en/of vermoeidheid
* Lichaamstrilling - langdurige blootstelling: schade evenwichtsorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Risico’s lichamelijke belasting: zittend werk: waarom + wanneer belastend + maatregelen

4.2

A

waarom belastend: statische belasting van rugwervels en schouders
wanneer belastend: bij 1.5 uur in zelfde houding

maatregelen:
* afwisseling met staan, lopen en verschillende zithoudingen
* goede instelbare stoel: (1) goede ondersteuning bovenbenen op zitvlak (2) goede stand van rug (3) ontlasting schouders door armsteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Risico’s lichamelijke belasting: wanneer staand werk beter dan zittend

4.2

A

Staand is beter dan zittend werk als:
* Onvoldoende beenruimte
* Er krachten zijn groter dan 45 N (4.5 kg)
* bij vaak laag, hoog of ver van het lichaam reiken
* bij vaak opstaan van werkplek
* bij uitoefenen van neerwaartse krachten

goed hulpmiddel bij staand werken is een sta-steun (stastoel)

17
Q

Veiligstellen van werkomgeving: voorafgaand aan werkzaamheden (5)

4.3

A

Voorafgaand moet werkomgeving worden veiliggesteld door een bevoegd persoon:
1. productleiding wordt drukloos en schoon gemaakt ( = voorkomen van contact met product)
2. spanning wordt van elektrische installatie gehaald
3. Buiten gebruik stellen en controleren apparatuur en installaties ( = voorkomen dat die onbedoeld in beweging komken)
4. Borgen van apparatuur en installaties en aanbrenging van markering / slot om aan te geven dat installatie buiten gebruik is ( = voorkomen dat die onbedoeld aan wordt gezet)
5. Bij betreden gesloten ruimte (bijv tank): leidingen worden afgesloten en een flens wordt geplaatst ( = voorkomen lekken of per ongeluk open laten staan )

18
Q

Veiligstellen van werkomgeving: flens en steekflens

4.3

A

Flensverbinding:
* wat: twee platte schijven die aan twee leidingen worden gelast en worden bevestigd met bouten
* waarom: om lekken te voorkomen bij opeartie en om loskoppelen van twee leidingdelen mogelijk te maken bij inspectie, onderhoud en reparatie/vervanging

Steekflens:
* wat: ronde dichte metalen plaat die tussen flensverbinding komt door flens te openen, steekflens te plaatsen, en flens weer te dichten
* waarom: enige manier om te verzekeren dat er geen stof door de leiding komt tijdens onderhoud. Dichtdraaien van afsluiters alleen is NIET VOLDOENDE (kunnen lekken, kunnen open worden gezet)
* waar: plaats steekflens NA laatste afsluiter toevoer, zo dicht mogelijk bij de werkplek (laatste om te voorkomen dat rest product alsnog naar werkplekt toe stroomt)

19
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werkplek: waarvoor signaleren (5) en hoe (5)

4.5

A

Met signalering wordt aandacht gevraagd voor:
1. mogelijke gevaren
2. opgelegde maatregelen
3. verplicht te dragen persoonlijke beschermingsmiddelen
4. EHBO en brandbestrijdingsmiddelen
5. evacuatiewegen

Signalering wordt gedaan via borden, verplicht via arbowet. Er zijn vijf type signaleringen:
1. verbodsborden
2. gebodsborden
3. waarschuwingsborden
4. veiligheidsvoorzieningen
5. brandbestrijdingsvoorzieningen

20
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werk: verbodsborden (+11)

4.5

A

Verbodsbord: je mag niet..
* ronde borden met rode rand en rode diagonale streep
* vertelt wat verboden is

Welke:
1. Vuur, open vlam en roken verboden (vlam en lucifer)
2. Roken verboden (sigaret)
3. Eten en drinken verboden
4. Verboden voor voetgangers
5. Verboden met water blussen (vlam en emmer water)
6. Verboden voor onbevoegden (mannetje met zwarte hand)
7. Verboden transportvoertuigen (heftruck)
8. Verboden voor personen met pacemaker
9. Mobiele telefoons verboden
10. Geen drinkwater
11. Verboden aan te raken (hand tikt op voorwerp)

21
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werk: gebodsborden (+9)

4.5

A

Gebodsbord: je moet..
* ronde blauwe borden met wit symbool
* geeft verplichting aan

Welke
1. Ademhalingsbescherming verplicht (mondgasmasker)
2. Gehoorbescherming verplicht
3. Gelaatsbescherming verplicht (scherm voor hoofd)
4. Oogbescherming verplicht (bril)
5. Handbescherming verplicht (handschoenen)
6. Veiligheidsschoenen verplicht (laarzen)
7. Veiligheidskleding verplicht (overall)
8. Veiligheidshelm verplicht (helm)
9. Individueel veiligheidsharn verplicht (man in harnas)

22
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werk: waarschuwingsborden (+21)

4.5

A

Waarschuwingsbord: let op..
* driehoekige gele borden met zwarte rand en zwart symbool
* waarschuwt voor gevaar

Welke:
1. Ontvlambare stoffen of hoge temperatuur (vlam)
2. Oxiderende stoffen (cirkel met vlammen)
3. Laserstralen (zon)
4. Explosieve stoffen (bol die explodeert)
5. Explosiegevaarlijke zone (E x)
6. Hoge temperatuur (thermometer)
7. Lage temperatuur (sneeuwvlok)
8. Heet oppervlak (plaat met radiatiegolven en hand)
9. Hoge druk (pijp met wolkje)
10. Algemeen gevaar (!)
11. Schadelijke of irritirende stoffen (X)
12. Niet-ionische straling (zendmast)
13. radioactieve stof of ioniserende straling
14. Biologisch gevaar
15. Magnetisch veld
16. Gifitige stoffen (doodschoofd)
17. Hangende last (balk aan touw)
18. Struikelen
19. Vallen door hoogteverschil
20. Gevaar voor elektrische spanning (bliksem pijl)
21. Corrosie (hand met reageerbuisje met druppelend vloeistof)

23
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werk: veiligheidsborden / veiligheidssignalering (+10)

4.5

A

Veiligheidsbord:
* rechthoekige groene borden met witte symbolen
* aangeven van nooduitgangen, vluchtwegen
* aangeven van EHBO-middelen, noodtelefoon en nooddouche

Wat
1. Uitgang (vierkant met uitgaande pijl in midden)
2. Nooduitgang (poppetje door deur + pijl)
3. Te volgen richting (->)
4. Eerste hulp (+)
5. evacuatie plaats (poppetjes plus aanwijzende pijlen)
6. Telefoon (redding en eerste hulp)
7. Nooddouche (poppetje in douche en + )
8. Oogdouche (oog in douce en +)
10. Brancard (poppetje op brancard en +)
11. AED = reanimatie (hart met bliksemschicht)

24
Q

Veiligheids- en gezondheidssignalering op werk: bord voor brandbestrijding (+7)

4.5

A

Brandbestrijdingsbord
* Vierkante rode borden met witte symbolen
* aangeven van blushulpmiddelen (blusapparaat of haspel)
* aangeven van brandmeldingsmiddelen (telefoon, brandmelder)
* aangeven van vluchthulpmiddelen (vluchtladder)

wat:
1. Brandslang (brandslang + vlam)
2. Brandblusapparaat (brandblusapparaat + vlam)
3. (Brand)ladder
4. Blusdeken
5. Noodtelefoon voor brandmelding (telefoon + vlam)
6. Brandmelder
7. Weg naar brandbestrijdingsmiddelen (->) in rood bord!

25
Q

Veiligheid- en gezondheidsignalering op werk: markeringen: strepen en linten

4.5

A

waarom: aanduiden van gevaren of van opslagruimtes en looppaden op de werkvloer
gebruikt wanneer gevaar niet weggenomen kan worden

Linten zijn géén afscherming omdat het geen fysieke blokkade is

geelzwarte strepen:
* gevaar voor struikelen
* aangeven smalle doorgangen
* aangeven plekken waar iemand zich kan stoten (lage doorgang, voorwerp)
* gebieden met gevaarlijke stoffen

rood witte markering
* waarschuwen gevaarlijke situaties

witte of gele strepen
* markeren doorgangen of stapelruimten