7: Breathing Flashcards

1
Q

Wat wordt gecontroleerd bij het protocol breathing?

A

De ademhaling

Hier wordt onderscheid gemaakt tussen een slachtoffer bij en buiten bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 5 punten moet je letten bij een slachtoffer bij bewustzijn om de ademhaling te beoordelen?

A
  1. Bijgeluiden
  2. Ademfrequentie
  3. Diepte
  4. Borst-buik-ademhaling (Symmetrie)
  5. (Thorax)Verwondingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat het acroniem BADBV voor?

A

B Bijgeluiden
A Ademfrequentie
D Dieptie
B Borst-buik-ademhaling (symmetrie)
V (thorax)verwondingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een normale ademfrequentie van een volwassen persoon?

A

12-20 ademhalingen per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van bijgeluiden bij de ademhaling?

A

Piepende geluiden of gereutel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nadat de ademhaling beoordeeld is, wat moet je nog meer overwegen bij een bewust persoon?

A

Sprake van paniekaanval met hyperventilatie, astma bronchiale, een (spanning)pneumothorax of fladderthorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er is bij een persoon bij bewustzijn sprake van normale ademhaling, en geen sprake van hyperventilatie/astma/pneumothorax/fladderthorax. Wat is de volgende stap?

A

Door naar circulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet je als eerste doen bij iemand die buiten bewustzijn is om de ademhaling te controleren?

A

Maak de luchtweg vrij met de chinlift. Hang met wang vlak boven mond van slachtoffer en controleer gedurende 10 seconden de ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar moet je op letten tijdens de beoordeling van een bewusteloos persoon gedurende die 10 seconden?

A
  • te kijken of de thorax op en neer beweegt
  • te luisteren of je ademgeruis hoort
  • te voelen of er lucht langs je wang stroomt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat moet je doen als je bij een bewusteloos persoon normale ademhaling aanwezig is?
En bij abnormale/geen ademhaling?

A

Normale ademhaling; overweeg of er sprake is van (spannings-)pneumothorax of fladderthorax

Geen/abornmale ademhaling: reanimatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie factoren kunnen bij astma bronchiale ervoor zorgen dat er minder goede ventilatie is van de longen?

A

Door contractie van het bronchiale gladde spierweefsel, zwelling van het slijmvlies (mucosa) en verhoogde productie van slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke symptomen gaan gepaard met astma bronchiale?

A

kortademigheid (dyspneu), piepende en/of verlengde uitademing (expiratie stridor) en hoesten. Daarnaast beklemmend gevoel s’nachts / in de ochtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke DD moet je meenemen bij verdenking van astma?

A
  • Hartfalen (astma cardiale)
  • Luchtwegobstructie door corpus alienum
  • Aspiratie(pneumonie)
  • Externe obstructie
  • Paniekaanval met hyperventilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan hartfalen zorgen voor benauwdheid?

A

Mensen met astma cardiale zijn op leeftijd en bekend met hart- en vaatziekten. Door (linker)hartfalen stijft de druk in de longvenen. Het hart pompt het bloed dat uit de longen komt niet meer goed de aorta in, waardoor meer bloed in de longvenen achterblijft. Er ontstaat een hogere druk in de longvaatwand. Door de verhoogde longvaatdruk treedt vocht, vanuit de bloedbaan, het steunweefsel (interstitium) rond de alveoli de long in. Dit resulteert in minder goede zuurstofuitwisseling en kan ontstaan na een hartinfarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke symptomen ziet men bij luchtwegobstructie door corpus alienum?

A

Benauwdheid, hoesten, en een inspiratoire stridor. Blijft meestal hoog in de luchtwegen maar als het in de hoofdbronchus terecht komt, kan asymmetrie van beide thoraxhelften ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is aspiratie?

A

door stikstoornissen (bij ouderen, bewusteloze slachtoffers en neurologische aandoeningen) en terugvloei van maag-inhoud naar de slokdarm (gastro-oesofakgeale reflux) kan voedsel of maagzuur in de longen terecht komen. Op lange termijn kan een slachtoffer een longontsteking ontwikkelen (aspiratiepneumonie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een externe obstructie?

A

Compressie door een gezwollen klier/tumor, anafylaxie (zwelling tong/slijmvliezen in hoofd-halsgebied. Meestal zit de obstructie hoog in de luchtwegen (buiten de thorax)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke symptomen heeft een externe obstructie?

A

Benauwdheid en inspiratoire stridor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar wordt een paniekaanval met hyperventilatie door gekenmerkt?

A

Door hartkloppingen, snelle pols, stekende pijn op de borst, tintelingen en jeuk rond de mond/in handen, zweten, duizeligheid en misselijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe kan je iemand helpen met astma die benauwd is?

A

Comfortabele positie aannemen (halfzittend), medicatie toedienen of vragen aan het slachtoffer hoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is status astmaticus?

A

Een levensbedreigende astma-aanval (kan leiden tot respiratoire insufficiëntie en de dood)

22
Q

Wat zijn kenmerken van status astmaticus?

A

Uitbreiding van dyspneu en een ademhaling die op afstand hoorbaar is, geen volle zinnen kunnen maken, angst, vermoeidheid, uitputting of bewustzijnsdaling. Bij een toename van de luchtwegobstructie zal de ademfrequentie dalen

23
Q

Wat zijn twee type oorzaken (met voorbeelden) van hyperventilatie?

A
  • Somatische oorzaken: angina pectoris, astma bronchiale, diabetes mellitus, interstitiële longaandoeningen, intoxicaties, pneumothorax en longembolie
  • Psychische oorzaken: paniekaanval
24
Q

Wat gebeurd er met de CO2 en pH bij hyperventilatie?

A

De CO2 daalt en de pH stijgt, hierdoor ontstaat alkalose

25
Q

Welke klachten krijgt men door alkalose t.g.v. hyperventilatie?

A

Het calciumgehalte daalt waardoor er spierkrampen, handspasmen en tintelingen/jeuk rond de mond en in handen/vingers kunnen ontstaan (met gevoel van stikken)

26
Q

Wat zijn de symptomen van iemand met hyperventilatie door een paniekaanval?

A

Last van dyspneu en het gevoel te stikken, stekende pijn op de borst, tintelingen of jeuk rond de mond en handen/vingers en handspasmen. Door stress kan er hartkloppingen, zweten, duizeligheid en misselijkheid ontstaan

27
Q

Welke klachten kan een slachtoffer hebben na een hyperventilatie?

A

Last van licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn

28
Q

Wat is de DD die je moet meenemen bij iemand met hyperventilatie?

A
  • Acuut coronair syndroom / angina pectoris
  • astma bronchiale
  • drugsintoxicatie
29
Q

Welke andere symptomen naast hyperventilatie vertoont iemand die een drugsintoxicatie heeft?

A

Bij het gebruik van cocaïne en amfetamine kan een slachtoffer sneller gaan ademen, wijde pupillen, tandenknarsen en euforie

30
Q

Hoe kan je iemand begeleiden die een paniekaanval heeft met hyperventilatie?

A

Verwijder de oorzaak van de paniekaanval, kalmeer door rustig en duidelijk te praten, ademtherapie ‘adem 1 seconde in via de neus en 3 seconden uit via de mond’, laat meeademen met jouw eigen tempo. Eventueel kan je het slachtoffer alten in- en uitademen in gevouwen handen of een papieren/plastic zakje

31
Q

Wat betekent pneumothorax?

A

lucht in de borstholte (pleuraholte), tussen pleura visceralis en pleura parietalis

32
Q

Hoe kan een pneumothorax ontstaan?

A

Spontaan of door trauma (steekwond, stomptrauma, HET), maar ook iatrogeen (door medisch handelen)

33
Q

Een pneumothorax is niet per definitie levensbedreigend, maar wanneer wel?

A

Als het slachtoffer een longaandoening heeft, de pneumothorax bilateraal is of er een spanningspneumothorax ontstaat

34
Q

Bij wie ontstaat een spontane pneumothorax vaker?

A

Bij lange, dunne, jonge mannen die roken. Zij hebben kleine ophopingen van lucht tussen alveoli en pleura visceralis (plebs) en soms grotere lucht houdende cysten (bullae). Als de plebs of bullae knappen komen er lucht in de pleuraholte

35
Q

Stelling: Bij een partiële pneumothorax zijn er vaak geen klachten

A

Klopt

36
Q

Wat zijn symptomen van een pneumothorax?

A

Acuut optredende dyspneu, plotselinge, eenzijdige pijn in de thorax en pijn in de schouder

37
Q

Hoe kan een pneumothorax zich uiten?

A

Als de long is geraakt kan het slachtoffer helderrood, schuimend bloed opgeven. Bij een traumatische pneumothorax kan er een zuigende borstwond en subbutaan emfyseem te zien en te horen zijn

38
Q

Welke DD moet je meenemen bij een pneumothorax?

A
  • Hematothorax: door een penetrerend voorwerp of stoepletsel kan een bloeding in de pleuraholte ontstaan
  • Spanningspneumothorax: dit wordt gekenmerkt door gestuwde halsvenen, asymmetrie en verplaatsing van de luchtpijp (trachea) naar de niet-aangedane zijde
39
Q

Waarom moet je een open borstwond niet luchtdicht afplakken?

A

Om te voorkomen dat er een spanningspneumothorax ontstaat

40
Q

Wat kan je gebruiken om een open borstwond af te dekken als je geen steriel gaas hebt?

A

Plastic folie

41
Q

Een open borstwond moet niet volledig worden dichtgeplakt. Welke zijde hou je open en waarom?

A

De onderkant, zodat er een ventiel ontstaat. Tijdens het inademen sluit het verband de wond af, tijdens het uitademen kan luchtontsnappen

42
Q

Stelling: bij een diep-zittend voorwerp mag deze niet bewogen / eruit gehaald worden

A

Juist (evt met rolletjes aan weerszijden)

43
Q

Wat is spanningspneumothorax?

A

Een spanningspneumothorax is een pneumothorax of klaplong die wordt gecompliceerd door verhoogde druk in de aangedane zijde van de borstkas. Meestal is er ook sprake van een zuigende borstwond. Een spanningspneumothorax kan leiden tot shock en stoornissen in de vitale functies.

44
Q

Waarom wordt specifiek de v. cava superior dichtgedrukt bij een spanningspneumothorax?

A

Omdat deze een minder stevige wand hebben dan arteriën

45
Q

Waardoor kan obstructieve shock ontstaan?

A

Door afsluiting van de venen wordt de terugvloed van veneus bloed naar het hart (veneuze return) belemmerd

46
Q

Hoe kan een veneuze return nog verder belemmerd worden?

A

Door verplaatsing van het mediastinum naar de niet-aangedane zijde. Hierdoor kunnen bloedvaten worden dichtgedrukt. Soms wordt er ook een verplaatsing van de trachea gezien (midline-shift), waarbij de verplaatsing naar de niet-aangedane zijde in de hals zichtbaar + voelbaar is

47
Q

Welke symptomen zijn er bij een spannings-pneumothorax?

A

de symptomen van een pneumothorax + gestuwde halsvenen en verplaatsing van de luchtpijp (trachea) naar de niet-aangedane zijde. De aangedane zijde blijft omhoog staan en beweegt niet mee tijdens de ademaling

48
Q

Wat is een fladderthorax?

A

Bij een breuk (fractuur) van twee of meer plaatsen van twee of meer aangrenzende ribben of wanneer rijfracturen een losliggend borstbeen (stermum) veroorzaken. Hierdoor komt een deel van de thoraxwand los te liggen van de rest van de thorax wat zorgt voor instabiliteit

49
Q

Hoe ziet de inspiratie eruit bij een fladderthorax?

A

bij de inspiratie inspiratoire trekkingen op de plaats van het letsel

50
Q

Hoe ziet de expiratie eruit bij een fladderthorax?

A

Er wordt niet alleen lucht in de longen gezogen zoals bij normale ademhaling, maar bewegen de gebroken ribben ook naar binnen. Het aangedane stuk beweegt tegenovergesteld t.o.v. andere ribben

51
Q

Wat zijn de symptomen van een fladderthorax?

A

Er is sprake van een pijnlijke/oppervlakkige ademhaling en asymmetrie (paradoxale ademhaling). Door pijn bij ademhaling en verminderd ademvolume is het slachtoffer dyspnoïsch. Uiteindelijk kan het overgaan tot uitputting en respiratoire insufficiëntie

52
Q

Hoe moet je handelen bij iemand met een fladderthorax?

A

Bel 112, wees bedacht op obstructieve shock, laat in halfzittende houding zitten (tenzij sprake van shock of bij verdenking op nek-/wervelletsel. Voorkom manipulaties van het gebroken deel. Bij een bewusteloos slachtoffer leg je deze in de rugligging