10: Disability 2 Flashcards

1
Q

Wat is het doel van disability 2?

A

De neurologische status wordt gecontroleerd, meer specifiek of er sprake is van een niet-traumatisch hoofd-/hersenletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De eerste stap bij een slachtoffer bij bewustzijn is het uitvoeren van de FAST-test. Waar staat dat acroniem voor?

A

Face, Arms, Speech en Time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar vraag je naar bij ‘F’ van FAST en waar let je dan op?

A

Vraag het slachtoffer de tanden te laten zien en let op of de mond scheef staan en een mondhoek naar beneden hangt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar vraag je naar bij ‘A’ van FAST en waar let je dan op?

A

Vraag het slachtoffer om beide armen tegelijkertijd horizontaal naar voren te strekken, de ogen te sluiten en de handpalmen naar boven te draaien. Let op of een arm wegzakt of rondzwalkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vraag je naar bij ‘S’ van FAST en waar let je dan op?

A

Vraag of er veranderingen zijn in het spreken. Let op veranderingingen in het spreken: onduidelijk spreken of niet meer uit de woorden kunnen komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar vraag je naar bij ‘T’ van FAST en waar let je dan op?

A

Vraag hoe laat de klachten zijn begonnen en noteer de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is waarschijnlijk als een van de drie opdrachten van die FAST niet goed is uitgevoerd?

A

Een beroerte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke aandoeningen kunnen gepaard gaan met bewustzijnsveranderingen?

A

syncope, epilepsie, diabetes mellitus (hypo-/hyperglykemie), warmte-/koudeletsels en intoxicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn mogelijke veranderingen in bewustzijn?

A

Verwardheid, opstandigheid, agressie, coördinatie- en/of evenwichtsstoornissen, sufheid, slaperigheid en bewusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het ezelsbruggetje voor aandoeningen die gepaard gaan met bewustzijnsveranderingen?

A

Sommige Ezels Doen Wel Iets
Syncope
Epilepsie
Diabetes Mellitus
Warmte-koude-letsels
Intoxicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een CVA?

A

Cerebrovasculair accident, beroerte, is een plotselinge verstoring van de hersendoorbloeding (door een hersenbloeding of -infarct) met een gestoorde hersenfunctie tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van alle beroertes, bij welk percentage is er sprake van een herseninfarct /-bloeding?

A

80% herseninfarct, 20% hersenbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurd er bij een herseninfarct en wat is meestal de oorzaak?

A

Bij een herseninfarct is er door afsluiting (infarct) van een slagader een verminderde aanvoer van zuurstofrijk bloed naar een specifiek deel in de hersenen. Meestal worden infarcten veroorzaakt door stolselvorming t.g.v. een hartritmestoornis (zoals boezemfibrilleren) of aderverkalking (atherosclerose) in de halsslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan er gebeuren als er niet snel wordt ingegrepen bij een herseninfarct?

A

Dan kan het geinfarceerde gebied zich uitbreiden en treedt er zwelling (oedeem) op waardoor schade en druk verder zal toenemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan verdere schade van een herseninfarct voorkomen worden?

A

Door intraveneuze trombolyse (uitvalsverschijnselen <4.5u) of, op indicatie, intra-arteriële behandeling (uitvalsverschijnselen <6u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een hersenbloeding ?

A

Een hersenbloeding (intracerebrale) bloeding is een plotselinge en spontaan optredende bloedophoping in of rond de hersenen door schade aan een bloedvat. Een intracerebrale bloeding is een bloeding in het parenchym van de hersenen. Uitvalsverschijnselen ontstaan door een verhoogde intra-craniële druk t.g.v. oedeemvorming en massawerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat kunnen mogelijke oorzaken van een hersenbloeding zijn?

A

Hoge bloeddruk (hypertensie), stollingsstoornissen en het gebruik van antistollingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een transie2nte ischemische aanval (TIA)

A

Dan is er sprake van een voorbijgaande aschemie in de hersenen. De neurologische uitvalsverschijnselen zijn binnen 24 uur verdwenen. Meestal duren TIA’s minder dan een halfuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe kan het onderscheid worden gemaakt tussen een CVA en een TIA?

A

niet (op straat, en op scans soms ook lastig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Neurologische uitvalsverschijnselen kunnen zowel bij herseninfarcten als -bloedingen optreden en zijn afhankelijk van de lokalisatie van de beroerte. Wat zijn mogelijke symptomen?

A

Bewustzijnsstoornissen, halfzijdig verlamming van (een deel van) een lichaamshelft (hemiparese), gezichtsvelduitval, dwangstand van het hoofd en/of de ogen, onduidelijk spreken of niet meer op de woorden kunnen komen (afasie).
Bijkomende symptomen: hevige draaiduizeligheid, coördinatie en/of evenwichtsstoornissen, dubbelzien, wazig zien, gehele of gedeeltelijke blindheid van 1 oog. Nekstijfheid, bewustzijnsstoornissen, braken en hoofdpijn komen vaker voor bij slachtoffers met een hersenbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe moet je handelen bij verdenking van een beroerte?

A

Bel 112. Blijf met het slachtoffer praten en stel het slachtoffer gerust. Vraag in dien mogelijk, de SAMPLE. Probeer erachter te komen of het slachtoffer antistollingsmiddelen of medicatie voor de bloeddruk gebruikt.

Bel de HA als het slachtoffer/omstanders hebben aangegeven dat de klachten dat op een beroerte leken kortdurend zijn geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een subarachnoïdale bloeding (SAB) is een zeldzame vorm van een beroerte. Wat is de oorzaak?

A

De oorzaak van een niet-traumatische SAB is een scheur (ruptuur) van een aneurysma, en het kan ook door trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij welke leeftijd wordt vaak een beroerte gevonden? En bij welke leeftijd een subarachnoïdale bloeding?

A

Beroerte: 65+
SAB: 40-60

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn symptomen van een SAB?

A

De symptomen ontstaan meestal binnen een fractie van een seconde of binnen enkele seconden. Symptomen zijn: zeer hevige hoofdpijn (donderslag hoofdpijn), gevolgd door misselijkheid en braken, ‘alsof er iets knapte in het hoofd’, kan bewusteloos raken en er kan een hartstilstand optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat moet je doen bij een vermoeden van een beroerte?

A

112 bellen, blijf met het slachtoffer praten en stel het slachtoffer gerust. Vraag, indien mogelijk, de SAMPLE. Probeer erachter te komen of het slachtoffer antistollingsmiddelen of medicatie voor de bloeddruk gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een syncope?

A

Een kortdurend bewustzijnsverlies dat niet veroorzaakt wordt door een uitwendige oorzaak (bijv trauma) en snel en spontaan overgaat zonder blijvende gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn synoniemen van een syncope?

A

Flauwvallen, black-out, wegraking en collaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waar wordt syncope door veroorzaakt?

A

Door een tijdelijk verminderde perfusie van de hersenen. Onder normale omstandigheden leidt elke bloeddrukdaling tot actie van de baroreceptorreflex. Door actie van de baroreceptorreflex stijgt de hartfrequentie (ongeveer 10 slagen per minuut hoger) en bloeddruk (ongeveer 10 mmHg hoger), waardoor de perfusie van de hersenen in stand wordt gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn de verschillende vormen van syncope?

A
  • Orthostatische syncope
  • Vasovagale syncope
  • Situationele syncope
  • Sinuscaroticussyncope
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is orthostatische syncope?

A

Treedt meestal op binnen enkele seconden na het opstaan. Factoren die een orthostatische syncope bevorderen zijn: acuut bloedverlies (hypovolemie), bloedarmoede (anemie), na het eten van een maaltijd (postprandiaal), medicatie, staken van lichamelijke inspanning, ziekte van Parkinson en diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is vasovagale syncope?

A

Treedt meestal op bij heftige emoties en/of pijn door activatie van het autonome zenuwstelsel. Factoren die een vasovagale syncope bevorderen zijn: lang staan, medicatie, verminderde weerstand en alcoholgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is sistuationele syncope?

A

Treedt meestal op door een specifieke prikkel. Factoren die een situationele syncope bevorderen zijn: mictie, slikken en defecatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is sinuscarotissyncope?

A

Komt vooral voor bij ouderen waarbij de sinus caroticus overgevoelig is geworden. Factoren die een sinuscaroticussyndroom bevorderen zijn: draaien van de hals of druk hierop (door scheren of strakke kraag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is het verschil tussen een dreigende syncope en een syncope?

A

Een dreigende syncope is zonder wegraking, een syncope is met wegraking (bewusteloosheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat zijn symptomen van een dreigende syncope?

A

Prodromen (bleekheid, zweten en misselijkheid), licht gevoel in het hoofd, gevoel van slapte, duizeligheid, zwart worden voor de ogen, geeuwen en hartkloppingen. Veel slachtoffers voelen een syncope aankomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Waar wordt een syncope (met wegraking) door gekenmerkt?

A

Bewusteloosheid. Het slachtoffer zakt slap in elkaar of valt stijf om. Er kunnen niet-symmetrische schokken van armen en benen optreden. Incontinentie kan voorkomen. Het slachtoffer reageert op voorzichtig schudden aan de schouder, maar niet op aanspreken. Het herstel van bewustzijn treedt meestal snel op zonder aanhoudende verwardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Welke DD moet je meenemen bij een syncope?

A
  • Cardiaal
  • Epilepsie
  • Metabool
  • Warmtecollaps
  • Psychogene of psychiatrische aandoeningen
  • Breath holding spells (BHS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van een cardiale DD bij iemand met syncope?

A

Een ritmestoornis ((supra)ventriculaire tachycardie of bradycardie) aan een wegraking veroorzaken. Het hartminuutvolume daalt door het wegvallen van de pompfunctie van het hart. Hierbij kan het slachtoffer een drukkend gevoel op de borst hebben en kortademig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe kenmerkt een epilepsie zich bij een DD van syncope?

A

Een vocaal naar bilateraal tonisch conische epileptische aanval wordt gekenmerkt door symmetrische schokken van de armen en benen, een (laterale) tongbeet en urine-incontinentie. Het slachtoffer is vaak achteraf verward

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van een metabool bij de DD van een syncope?

A

Een hypoglycaemie kan bij de medicamenteus behandelde diabetes mellitus een wegraking veroorzaken. Meestal treedt er langduriger bewustzijnsverlies op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe kan een warmtecollaps voor een syncope zorgen?

A

warmte veroorzaakt perifere vasodilatatie. het slachtoffer heeft dan een rode, warme huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Hoe kan door psychogene of psychiatrische aandoeningen (bij DD) een syncope veroorzaken?

A

Bij een paniekaanval met hyperventilatie kan bewustzijnsverlies optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat zijn breath holding spells (BHS) als DD van een syncope?

A

Perioden waarin een klein kind niet ademt, blauw wordt en soms het bewustzijn verliest (enkele seconden tot langer dan een minuut). Uitlokkende factoren zijn boosheid en frustratie. het is self-limiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Hoe moet je handelen bij een syncope?

A

Probeer een syncope te voorkomen door, afhankelijk van de positie van het slachtoffer, de perfusie van de hersenen te stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Bij het handelen van een syncope moet perfusie naar de hersenen gestimuleerd worden. Hoe doe je dit bij een liggend, staand en zittend slachtoffer?

A
  • Liggend slachtoffer: laat het slachtoffer 10 minuten op de grond liggen en til de benen op (30-60 graden)
  • Staand slachtoffer: laat het slachtoffer de benen kruisen en de bovenste beenspieren aanspannen
  • Zittend slachtoffer: het laat slachtoffer zitten met het hoofd tussen de knieën. Laat het slachtoffer het hoofd omhoog brengen tegen geboden weerstand. Let op: doe dit niet bij een verdenking op hoofd-hersenletsel of hersenbloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wanneer moet je de huisarts bellen bij een syncope?

A

Als het slachtoffer niet opknapt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Stelling: begeleid het slachtoffer bij een syncope (met wegraking) zo mogelijk naar de grond

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Stelling: Bel 112 als het slachtoffer niet binnen 5 minuten opknapt

A

Fout, als het slachtoffer na 2 minuten niet opknapt bel je 112

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Bij welke leeftijdsgroep moet je ook 112 bellen bij een syncope?

A

Kinderen van <6, en >40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is een epileptische aanval?

A

Een plotseling optredende, abnormale, voorbijgaande motorische, sensibele of sensorische verschijnselen of gedragsveranderingen die al dan niet gepaard gaan met een verandering van het bewustzijn. Epilepsie is een verzamelnaam voor een aantal epilepsiesyndromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Hoe wordt epilepsie veroorzaakt

A

Door een overmatige synchrone ontlading van de hersencellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wat zijn de drie typen epilepsie?

A
  • Focale aanval
  • Bilateraal tonisch conische aanval
  • Focaal naar bilateraal tonisch clonische aanval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat is een vocale aanval (epilepsie)?

A

De overmatige synchrone ontlading beperkt zich tot een hersengebied/-helft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is een bilateraal tonisch conische aanval?

A

De overmatige synchrone ontlading ontstaat centraal in de hersenen waardoor de hersenschors (cortex) direct als geheel wordt gesynchroniseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is een vocaal naar bilateraal tonisch conische aanval?

A

De overmatige synchrone ontlading breidt zich uit over de gehele hersenschors (cortex)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Wat zijn de symptomen van (de verschillende vormen van) epilepsie?

A

Een vocaal naar bilateraal tonisch clonische aanval wordt gekenmerkt door een acuut begin van verkramping van de armen en benen (tonus). Daarna volgen symmetrische schokken van armen en benen (clonus). Aan het begin van een aanval geeft het slachtoffer vaak een gil door samentrekken van de spieren, waarbij op de want of zijkant van de tong gebeten kan worden (laterale tongbeet). Hierdoor kan het slachtoffer (bloederig) schuim rond de mond krijgen. Andere symptomen die kunnen optreden zijn urine-incontinentie en rood- en blauwverkleding van de huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Hoe lang duurt een epileptische aanval?

A

Het slachtoffer is tijdens de aanval bewusteloos en reageert niet op aanspreken/aanraken. Een aanval duurt meestal korten dan 2 min, gevolgd door een postictlau fase met langzaam herstel van het bewustzijn

58
Q

Wanneer is er sprake van status epilepticus?

A

als:
- het slachtoffer na de epileptische aanval niet binnen 15 minuten bij bewustzijn komt
- de epileptische aanval niet binnen vijf minuten stopt;
- de epileptische aanvallen elkaar opvolgen

59
Q

Hoe kan een langdurige aanval een verstoring van de vitale functies veroorzaken?

A

Door het samentrekken van de kaak- en ademhalingsspieren (waardoor luchtweg is belemmerd)

60
Q

Welke DD moet je meenemen bij een epileptische aanval?

A
  • cardiaal: stuiptrekkingen kunnen voorkomen bij een beginnende circulatiestilstand
  • syncope: een syncope (met wegraking) wordt gekenmerkt door: het slachtoffer zakt slap in elkaar of valt stijf om, niet-symmetrische schokken van armen/benen en incontinentie. Het herstel van bewustzijn treedt meestal snel op zonder aanhoudende verwardheid
61
Q

Hoe moet je handelen bij een bilateraal tonisch conische aanval en status epilepticus?

A

Bel 112 en zorg ervoor dat slachtoffer zich niet bezeert. Controleer de vitale functies na een epileptische aanval en wees bedacht op traumatisch letsel.

62
Q

Hoe moet je handelen na een epileptische aanval bij bewusteloosheid?

A

Volg het DRS.ABCDE-protocol voor slachtoffers buiten bewustzijn. Let het slachtoffer in de stabiele zijligging (niet bij verdenking op nek-/wervelletsel) als de aanval is gestopt

63
Q

Wat is essentieel voor het stellen van de diagnose epilepsie?

A

De duur en verloop van de epileptische aanval

64
Q

Mag je midazolam (medicatie voor epilepsie) toedienen om de aanval te couperen?

A

Nee. Familie/vrienden mogen dit wel doen

65
Q

Waarom moet je iemand naar de huisarts verwijzen als diegene voor het eerst een vocale aanval heeft gehad?

A

Er moet worden nagegaan of er sprake is van andere pathologie, zoals intoxicaties, hersentumoren en infectieziekten

66
Q

Wat is een koortsstuip (koortsconvulsie)

A

Een optredende aanval bij een onderliggende infectie (koorts is geen absolute waarde) bij kinderen tussen 6 maanden en 6 jaar oud die gepaard gaat met bewustzijnsverlies en motorische verschijnselen. Het lijkt op een bilateraal tonisch conische aanval.

67
Q

Hoe moet je handelen bij koortsstuipen?

A

Warme dekens of dikke jassen moeten weggehaald worden. Volg het subprotocol epilepsie

68
Q

Bij hoeveel glucoceconcentratie (mmol/L) is er sprake van hypoglykemie?

A

< 3.5 mmol/l glucose

69
Q

Wat zijn oorzaken van een hypoglykemie bij DM?

A

Te weinig gegeten, toegenomen behoefte aan glucose van het lichaam (door inspanning of onderliggende ziekte), geneesmiddelen of te veel ingespoten insuline

70
Q

Hoe snel kan een hypoglykemie ontstaan?

A

Tussen minuten en uren

71
Q

Welke symptomen vertoont iemand met een hypoglycaemie?

A

Hongerig, geeuwerig, duizelig, zwak en trillerig. Daarbij heeft het slachtoffer een bleke, bezwete, klamme huid, verhoogde hartfrequentie (met krachtige pols) en hoofdpijn

72
Q

Wat zijn de verschijnselen van een (ernstige) hypoglykemie.

A

Het slachtoffer kan ongecoördineerd, verward en onrustig gedrag vertonen wat lijkt op dronkenschap. Het bewustzijn kan nog verder dalen en het slachtoffer kan in coma raken

73
Q

Kan een slachtoffer een neurologische restverschijnselen overhouden na een hypoglykemie?

A

Ja

74
Q

Stelling: een hypoglykemie kan je zelf bepalen middels een vingerprik of sensor op de arm

A

Fout, dit kan wel maar je moet het altijd het slachtoffer zelf laten bepalen

75
Q

Een slachtoffer geef je bij bewustzijn eerst snelwerkende koolhydraten en daarna langzame koolhydraten. Wat zijn voorbeelden van snelle en langzame koolhydraten?

A

Snelwerkende koolhydraten = druivensuiker, frisdrank of een eierkoek
Langzame koolhydraten = boterham, fruit

76
Q

Bel HA/112 als een slachtoffer erg zwak en suf wordt

A

HA

77
Q

Wat kan je een bewusteloos persoon met hypoglykemie toedienen?

A

Glucagon via injectie in de spier (glucagon hypo kit) of een spray in de neus (baqsimi)

78
Q

Bij welke glucose waarden is er sprake van een hyperglykemie?

A

> 7.0 mmol/l (nuchter) en >11.0 mmol/l (niet-nuchter)

79
Q

Welke groep personen zullen m.n. te maken krijgen met een hyperglycemie?

A

Slachtoffers die nog niet gediagnosticeerd zijn met DM of waarbij de DM ontregeld is (door onderliggende ziekte of therapie-ontrouw)

80
Q

Gedurende welke tijd ontstaat er een hyerglykemie

A

In een langere tijd van enkele dagen tot weken

81
Q

Welke symptomen zijn er bij een hyperglykemie?

A

Veel plassen (polyurie), veel drinken. (polydipsie), misselijkheid, braken en moeheid. Daarbij kan het slachtoffer een weke pols hebben door dehydratie bij onvoldoende vochtinname

82
Q

Wat gebeurd er bij ernstige hyperglykemie?

A

Bewustzijn dalen en uiteindelijke coma

Door een tekort aan glucose in de cellen worden vetten afgebroken om het lichaam van brandstof te voorzien. Hierbij worden zure ketonlichamen gevormd waardoor een ket-acidose kan ontstaan

83
Q

Bij een keto-acidose probeert het lichaam de acidose te compenseren door meer CO2 uit te ademen. Hierdoor ontstaat een Kussmaul ademhaling. Wat is dit?

A

Een snelle en/of diepe ademhaling. Hierbij ruikt de adem naar aceton

84
Q

Bij een hyperglykemie moet er insuline worden toegediend. Mag je dit (bij nood) zelf toedienen?

A

Nee

85
Q

Warmte-/koude-letsel kan worden verdeeld in onderkoeling (hypothermie) en oververhitting (hyperthermie). Welk ‘orgaan’ reguleert de lichaamstemperatuur?

A

De hypothalamus

86
Q

Welke mechanismen heeft het lichaam om warmte te verliezen en genereren?

A

Verwijding van bloedvaten in de huid, zweetsecretie, vernauwing van de bloedvaten in de huid en spieractiviteit (trillen en klappertanden)

87
Q

De afkoelingscapaciteit is afhankelijk van de omgeving. Welke factoren zijn dat?

A

omgevingstemperatuur, luchtvochtigheid en luchtstroom

88
Q

Welke mensen hebben een verhoogd risico op het krijgen van warmte-letsels?

A

Kinderen, sporters, ouderen en personen met een chronische ziekte

89
Q

Wat zijn de belangrijkste warmte-letsels?

A

Hitte collaps (heat collapse) en inspanningsgeassocieerde collaps, hitte uitputting (heat exhaustion) en hitteberoerte (exertion heat stroke)

90
Q

Wat is een hitte collaps?

A

Een kortdurend bewustzijnsverlies t.g.v. onvermogen om warmte te verliezen (bijv door kleding i.c.m. lang staan, of gaan staan na langdurig zitten

91
Q

Wat veroorzaakt een hitte collaps?

A

het vaatbed in de huid en spieren wordt vergroot met als doel warmte kwijt te raken, met als gevolg verminderde perfusie van de hersenen, wat kan leiden tot bewustzijnsverlies

92
Q

Wat is een inspanningsgeassocieerde collaps?

A

Het niet meer kunnen staan of lopen door duizeligheid of bewustzijnsverlies t.g.v. sporten in een te hete omgeving. Dit treedt meestal op na een geleverde inspanning, bijv na de finish

93
Q

Wat zijn symptomen van een hitte collaps en inspanningsgeassocieerde collaps?

A

Duizeligheid, spierzwakte, onvermogen om te staan en wegraking

94
Q

Hoe moet je handelen bij iemand met een hitte- en inspanningsgeassocieerde collaps?

A

Verplaats het slachtoffer naar koele omgeving. Stimuleer de perfusie van de hersenen bij een hitte en inspanningsgeassocieerde collaps zonder wegraking, afhankelijk van de positie van het slachtoffer

95
Q

Wat moet je doen om de perfusie te stimuleren bij een zittend en liggend slachtoffer (bij bewustzijn)?

A
  • Zittend slachtoffer: laat het slachtoffer zitten met het hoofd tussen de knieën. Laat het slachtoffer het hoofd omhoog brengen tegen geboden weerstand. Let op: doe dit niet bij verdenking hersen-hoofdletsel
  • Liggend slachtoffer: laat het slachtoffer 10 minuten op de grond liggen en til de benen op (30 - 60 graden)
96
Q

Hoe moet je handelen bij een slachtoffer bij hitte- inspanningsgeassocieerde collaps met wegraking?

A

112 bellen, slachtoffer op de grond laten liggen en de benen optillen (30-60 graden)

97
Q

Mag je een slachtoffer water geven na hitte / inspanningsgeassocieerde collaps

A

Ja! (laat zelfstandig drinken)

98
Q

Wat moet je altijd uitsluiten bij een hitte-/inspanningsgeassocieerde collaps?

A

Een hitteberoerte (potentieel dodelijke aandoening).
Bij een hitte collaps zal het bewustzijn spontaan snel verbeteren en binnen 15 minuten volledig herstellen. Bij een hitteberoerte gebeurt dit niet

99
Q

Waar wordt hitte uitputting door gekenmerkt?

A

Door het onvermogen om adequate inspanning te leveren t.g.v. een periode van zware inspanning in hitte

100
Q

Wat zijn de symptomen van hitte uitputting?

A

Duizeligheid, zwakte, moeheid, spierkrampen, misselijkheid, buikkrampen, braken, hoofdpijn, onvermogen om te lopen en te staan. Daarnaast heeft het slachtoffer een hoge hartfrequentie en rode, zwetende, klamme huid

101
Q

Hoe moet je handelen bij iemand met hitte uitputting?

A

Laat de inspanning staken. Zorg bij een slachtoffer zonder bewustzijnsstoornis voor een koele omgeving, laat het slachtoffer overtollige kleding uittrekken, geef sportdrank/Oral Rehydration Solution (max 1L), en plaats het slachtoffer met zijn voeten in een teiltje met koud water. Zorg eventueel voor schaduw en leg geen reddingsdeken op het slachtoffer

102
Q

Wat is het gevaarlijkste warmte-letsel?

A

De inspanningsgeassocieerde hitteberoerte

103
Q

Waarom is de inspanningsgeassocieerde hitteberoerte het gevaarlijkst?

A

Het is het gevolg van (extreme) inspanning waarbij er meer lichaamswarmte wordt geproduceerd dan kan worden kwijtgeraakt. Door de hoge temperatuur ontstaat een cascade van hitte gerelateerde reacties met uiteindelijk een systemische inflammatie reactie met orgaanschade. Vroegtijdige herkenning en behandeling is essentieel omdat hiermee de kans op overlijden verkleind wordt tot <5%

104
Q

Onder welke twee criteria spreken we van een hitteberoerte?

A
  1. Kerntemperatuur van 40 graden of meer en;
  2. Centraal zenuwstelsel dysfunctie, wat leidt tot een verminderd/veranderd bewustzijn.
105
Q

Dysfunctie van een hitteberoerte kan zich verschillend uiten. Wat zijn symptomen die je kan tegenkomen?

A

Desoriëntatie, hoofdpijn, inadequaat gedrag, agitatie, emotionele instabiliteit, verwardheid, verminderd bewustzijn, bewustzijnsverlies of insulten. Andere symptomen van een hitte beroerte zijn: hoofdpijn, misselijkheid, braken, hoge hartfrequentie, hoge ademhalingsfrequentie en shock.

106
Q

Stelling: de huid kan zowel warm als koud aanvoelen bij een hitte beroerte

A

Juist, door te veel zweten kan het te koud aanvoelen en droog zijn

107
Q

Hoe moet je handelen bij een hitte beroerte?

A

Bel 112. laat de inspanning staken en het slachtoffer liggen. Koel door doeken gedrenkt in wat er met ijs op het slachtoffer te leggen (vervang elke 2 min de doeken), door het leggen van coldpacks in de hals, oksels, liezen en eventueel knieholtes, door het slachtoffer te besproeien met koud water uit een douchekop of gieter of door een ventilator op de natte huid van het slachtoffer te richten.

108
Q

Vanaf welke kerntemperatuur is er sprake van hypothermie?

A

35 graden of lager

109
Q

Wat zijn de symptomen van hypothermie?

A

Oncontroleerbaar rillen, klappertanden, koude, bleke en droge huid, blauwe lippen, oren, vingers en tenen, mogelijk foetushouding

110
Q

Wat zijn de symptomen van ernstige hypothermie?

A

Bij ernstige hypothermie is het slachtoffer verward. Andere symptomen van ernstige hypothermie zijn: sufheid, geheugenverlies en vermoeidheid. Uiteindelijk kan het slachtoffer het bewustzijn verlies en kan er kamerfibrilleren of een hartstilstand optreden

111
Q

Hoe moet je handelen bij een hypothermie?

A

Zorg voor een warme omgeving en voorkom verdere afkoeling. Verwijder (knip) eventueel natte kleding. Wikkel het slachtoffer in een (redding)deken (met zilveren zijde naar buiten om te koelen), dat ook over het hoofd gaat. Pak armen en benen z.n. afzonderlijk in

112
Q

Stelling: Je mag een slachtoffer geen eten/drinken geven als deze suf wordt

A

Juist

113
Q

Stelling: Bel 112 als het slachtoffer moe wordt

A

Juist

114
Q

Wat is het ezelsbruggetje om te onthouden welke kant je van een reddingsdeken moet gebruiken?

A

‘Zie je goud, dan is het slachtoffer koud’

115
Q

Wat is een intoxicatie?

A

Een vergiftiging die ontstaat door een te grote hoeveelheid van een bepaalde verbinding in het lichaam

116
Q

Afhankelijk van de dosis kan elke stof giftig zijn. Wat zijn verschillende blootstellingsroutes van een giftige stof?

A
  • via ingestie: inname via de mond
  • via inhalatie: inademing
  • via bloed: intraveneus
  • oogcontact
  • huidcontact
117
Q

Welke sites kan je gebruiken voor informatie over vergiftigingen?

A

vergiftingen.info
toxicologie.org
gifwijzer.nl

118
Q

Waar moet je altijd bedachtzaam op zijn bij een intoxicatie?

A

Je eigen veiligheid!!!

119
Q

Wat moet je doen bij het subprotocol intoxicaties: via huid of ogen nadat je op je eigen veiligheid hebt gecontroleerd?

A

Leg slachtoffer in stabiele zijligging –> spoel met spoelvloeistof/lauw water (45 minuten) –> exposure

120
Q

Wat moet je doen bij het subprotocol intoxicaties: via bloed nadat je op je eigen veiligheid hebt gecontroleerd?

A

Bel 112 –> exposure

121
Q

Wat moet je doen bij het subprotocol intoxicaties: via luchtwegen nadat je op je eigen veiligheid hebt gecontroleerd?

A

Bel 112 –> laat slachtoffer comfortabele houding innemen –> exposure

122
Q

Wat moet je doen bij het subprotocol intoxicaties: via maag-darmkanaal nadat je op je eigen veiligheid hebt gecontroleerd?

A

Handel volgens gebruiksaanwijzing –> bel 112/HA –> irriterende/etsende stoffen –>
JA: laat slachtoffer comfortabele houding innemen
NEE: laat slachtoffer niet drinken/braken
–> exposure

123
Q

Wanneer moet je nog meer 112 bellen bij (mogelijke) intoxicatie?

A

Bij bewusteloosheid, benauwdheid en suf worden na inname vna een gevaarlijke stof of als het slachtoffer een (knoopcel)batterij heeft binnengekregen

Voor overige gevallen bel je direct met HA

124
Q

Bij irriterende/etsende stoffen (branderig gevoel/pijn) moet je het slachtoffer de mond spoelen met water en dit vervolgens uitspugen. Waarom mag je het slachtoffer niet later braken?

A

Om aspiratie en herhaald contact met de slijmvliezen te voorkomen

125
Q

Wat moet je doen bij andere stoffen dan irriterende/etsende stoffen?

A

In dit geval mag het slachtoffer niet drinken! Laat het slachtoffer niet braken om aspiratie te voorkomen

126
Q

Als iemand een intoxicatie heeft via de luchtwegen moet je dit slachtoffer uit de onveilige omgeving halen indien dit veilig kan. Waar moet je op letten bij het starten van reanimatie?

A

Dat je alleen borstcompressies geeft

127
Q

Wat is de handelwijze bij een intoxicatie via de huid of ogen?

A

Trek wegwerphandschoenen aan. Gebruik geen latex handschoenen, omdat giftige stoffen kunnen doordringen. Laat het slachtoffer besmette kleding schoenen en sieraden z.s.m. verwijderen. Vermijd contact met de gevaarlijke stof en zorg dat kleding niet meer aangeraakt kan worden. Handel volgens gebruiksaanwijzing van de gevaarlijke stof

128
Q

Hoe spoel je bij verbranding door contact met gevaarlijke stoffen de huid het liefst?

A

Met spoelvloeistof of anders met lauw water. Blijf met lauw water ten minste 45 minuten spoelen om te verdunnen of spoel totdat professionele hulpverleners het overnemen.

129
Q

Hoe geef je een nooddouche bij intoxicatie via huid/ogen?

A

Begin bij vastzittende kleding direct met spoelen (bijv d.m.v. nooddouche met lauwwarmer) en probeer daarna voorzichtig de kleding te verwijderen. Borstel poeders eerst van de huid, omdat poeders met water kunnen reageren. Voorkom onderkoeling

130
Q

Wat is de eerste stap bij intoxicatie via het bloed (intraveneus)

A

Trek wegwerphandschoenen aan. Raak naalden niet aan om besmetting te voorkomen

131
Q

Wat is de meest voorkomende intoxicatie via het bloed?

A

Paracetamol intoxicatie

132
Q

Bij volwassenen kan levertoxiciteit t.g.v. paracetamol optreden bij circa 150mg/kg. Wat zijn de symptomen van een paracetamol intoxicatie?

A
  • 0-24u: milde maag-darmklachten (misselijkheid, braken, buikpijn), bleekheid, zweten
  • na 24-72 uur: pijn in leverstreek
  • na 48-96 uur: leverfalen. Bij ernstige vergiftiging kan leverfalen leiden tot encefalopathie, bloedingen, hypoglykemie, cerebraal oedeem en de dood
  • na 4 - 18 dagen: herstel / overlijden
133
Q

Hoe handel je bij een paracetamol intoxicatie?

A

Schakel altijd professionele hulp in. In het ZH kan acetylcysteïne (IV), maagspoeling en actieve kool toegediend worden. Probeer de hoeveelheid ingenomen PCM, de toedieningsroute en -vorm en het tijdstip van inname te achterhalen.

134
Q

Wat is een drugsgerelateerd incident (drugsintoxicatie)?

A

Een acute stoornis, waarvoor professionele hulp moet worden gezocht en de gebruiker onder invloed is van drugs. Bijna 1 / 4 drugsgerelateerd incident betreft een mengintoxicatie

135
Q

Welke drie typen drugs zijn er te onderscheiden?

A
  1. Verdovende middelen (downers)
  2. Stimulerende middelen (uppers)
  3. Waarnemingsveranderende middelen
136
Q

Wat zijn de symptomen van verdovende, stimulerende en waarnemingsveranderende middelen?

A
  1. Verdovende middelen: gebruikers worden slomer, hebben aandachts- en concentratieproblemen. Kenmerken zijn een verlaagde hartfrequentie, ademfrequentie, lichaamstemperatuur en spierspanning
  2. Stimulerende middelen: gebruikers worden alerter en euforisch. Kenmerken zijn een vertraagde spijsvertering, verhoogde hartfrequentie, ademfrequentie, lichaamstemperatuur en spierspanning
  3. Waarnemingsveranderende middelen: gebruikers nemen de omgeving anders waar dan normaal
137
Q

Waarom moet je een slapend/bewusteloos slachtoffer in stabiele zijligging leggen bij drugsintoxicatie?

A

i.v.m. braken

138
Q

Hoe handel je met iemand die een Brad trip heeft?

A

Breng het slachtoffer naar een rustige, prikkelarme omgeving. Noem het slachtoffer bij de voornaam en kalmeer het slachtoffer. Haal vrienden/familie om slachtoffer gerust te stellen en praat over concrete dingen die in de directe omgeving te zien zijn.

139
Q

Bij acute middelen gerelateerde gezondheidsproblemen moet altijd professionele hulp worden ingeschakeld (112). Wat zijn voorbeelden van die gezondheidsproblemen?

A

luchtwegobstructie, hart- en vaatziekten, bewusteloosheid, epileptische aanval en hypo-hyperthermie

140
Q

Een slachtoffer kan een exciteer delirium syndromen (EDS) ontwikkelen door recent gebruik van cocaïne en amfetamine. Wat is dat?

A

Bij een EDS is sprake van een combinatie van een delier en een opwindingstoestand. Kenmerken zijn: gewelddadig gedrag, extreme opwinding, ‘door het dolle heen’/’niet voor rede vatbaar’, desoriëntatie, hallicunaties, spraakstoornissen, niet herkennen van personen, ‘bovenmenselijke krachten’ en ongevoeligheid voor pijn.

141
Q

Hoe moet je handelen bij iemand met excited delirium syndrome (EDS)?

A

Bewaar een veilige afstand en bel 112. Probeer een rustige omgeving te creëren en zorg voor zo min mogelijk omstanders en maak niet voortdurend oogcontact.