2: Danger Flashcards

1
Q

Wat is het doel van het protocol ‘Danger’?

A

een veilige (werk)omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wiens veiligheid gaat voor, die van jezelf of het slachtoffer

A

jijzelf!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je alle zintuigen gebruiken om een (mogelijk) gevaarlijke situatie te beoordelen?

A
  • Kijken: zien we scherpe voorwerpen, vlak bij drukke verkeerssituatie, afgesloten ruimte, airbags
  • Luisteren: hoor je blaffende honden / sissend geluid van kookfornuis
  • Voelen: erg warm/koud
  • Ruiken: ruik je brand-/gaslucht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indien je een slachtoffer in een gevaarlijke situatie moet verplaatsen, wat is dan de voorkeur van vervoeren?

A

Zelf lopen (eventueel ondersteund) indien de slachtoffer zegt dit zelf te kunnen of de noodvervoersgreep van Rautek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat moet je doen nadat je iemand hebt verwijderd uit een ruimte met dampen en gassen?

A

Zich ontkleden (zodat er geen gas/damp in de kleding kan blijven hangen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar moet je op letten bij de hulpverlening van een auto-ongeluk?

A

Als de airbags niet zijn afgegaan moet je niet tussen het slachtoffer en stuur/dashboard komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nadat de veiligheid is gewaarborgd, wat is de volgende stap?

A

Bedenk ongevalsmechanisme (wat is er gebeurd, hoe veel slachtoffers zijn er, welke krachten hebben ingewerkt op het slachtoffer, sprake van hoog-energetisch trauma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly