6. Hartfalen Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van hartfalen?

A

Decompensatio Cordis = klinisch syndroom dat wordt gekenmerkt door een tekortschietende pompwerking van het hart

Kan komen door een hartziekte of door excessieve belasting van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen systolisch en diastolisch hartfalen?

A
  • Bij D = linkerventrikelejectiefractie redelijk/normaal (>45%), symptomen worden toegekend aan afgenomen relaxatie van het hart tijdens de diastole, dikke stugge wand
  • Bij S = de linkerventrikelejectiefractie is afgenomen tot minder dan 35-40%, het hart is vaak vergroot en de wand is dunner (er zit meer bloed in de L-kamer wat voor uitlubbering zorgt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de Linkerventrikelejectiefractie? (LVEF)

A

Percentage van het bloed dat na een volledige ontspanning van de linker ventrikel weggepompt wordt naar de aorta (normaal > 60%)

(verhouding wat er in de linkerkamer zat en wat er uit gepompt wordt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke symptomen kunnen passen bij hartfalen en hoe kunnen die verklaard worden?

A
  • Kortademigheid: door overvulling van het hart (omdat het te weinig kan wegpompen) blijft er teveel vocht (bloedplasma ) in de bloedvaten van de longen, wat er door kan lekken naar de longen zelf.
  • Moeheid: door een afgenomen orgaanperfusie als gevolg van te weining cardiac output.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke oorzaken zijn er van hartfalen?

A

Systolisch:

  • Kransslagaderlijden
  • Cardiomyopathie
  • Kleplijden
  • Hypertensie
  • Myocarditis
  • Medicamenteus
  • Systeemziekte
  • Postpartum
  • Iatrogeen/alcohol/drugs

Diastolisch:

  • Hypertensie
  • Fibrose
  • Ischemie (O2 gebrek)
  • Leeftijd
  • Pericardziekte
  • HOCM
  • Amyloidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt hartfalen gediagnosticeerd?

A
  • ECG: kan normaal zijn, tekenen van infarct, Ischemie, LVH, LAH, ritmestoornissen
  • Echo: indruk van L en R kamer functie, kleplijden, vocht in pericard
  • Laboratorium: nierfunctie, hyponatriaemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem de verschillende NYHA classificaties en de betekenis ervan.

A

I Hartziekte zonder afname van lichamelijke activiteit

II Hartziekte leidt tot afname van lichamelijk activteit, in rust klachtenvrij

III Hartziekte leidt tot belangrijke beperkingen van lichamelijke activiteit

IV Patiënten met een hartziekte en onmogelijkheid om dagelijkse activiteiten te doen zonder klachten, in rust symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prognose van hartfalen?

A

32-44% 1 jaars heropname
7-17% 1 jaars mortaliteit
- Geen genezing mogelijk
- Wisselvallig verloop = moeilijk te voorspellen
- Gemiddelde levensduur na diagnose: 5-7 jaar
- 40% overlijdt plotseling, 40% na exacerbatie in ziekenhuis en 20% gaat geleidelijk achteruit en overlijdt thuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de terminologie van hartfalen? HF..EF?

A
  • HFrEF = LVEF < 40% = Heart Failure with Reduced Ejection Fraction = S
  • HFmrEF = 40-49%
  • HFpEF = > 50% = D
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het mechanisme van hartfalen?

A
  • Tekortschieten pompwerking hart
  • Te weinig weefselperfusie en verminderde orgaanfunctie
  • Afname van inspanningstolerantie, water en zoutretentie en afname levensverwachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zit het met de neurohormonale activatie bij hartfalen?

A

Er is een reactie van het lichaam op de verlaagde cardiac output en de hogere druk in de atria:
Het falende hart activeert de sympathicus en het RAAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de oorzaken/mechanismes van hartfalen?

A
  • Volumebelasting
  • Spiervlies
  • Restrictieve vulling
  • Drukbelasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn belangrijke symptomen bij hartfalen?

A
  • Kortademig, orthopneu, moe
  • Verhoogde Centraal veneuze druk
  • Tachypnoe
  • Vochtretentie
  • Derde-vierde harttoon (De derde harttoon valt vlak na de tweede harttoon en wordt veroorzaakt door de snelle vullingsfase van het hart. De vierde harttoon is altijd pathologisch en wordt veroorzaakt door het samentrekken van de boezems.)
  • Oligurie (verminderde urine uitscheiding)
  • Afname bewustzijn, depressie
  • Cachexie
  • Hypotensie
  • Hepatomegalie
  • Koude extremiteiten/perifere cyanose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de complicaties van hartfalen?

A
  • Ritmestoornis
  • Diep Veneuze Thrombose
  • Thromboembolie
  • Orgaanfalen
  • Suddendeath
  • Mitralisinsufficiëntie
  • Nierfunctie
  • Leverfunctiestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling van hartfalen?

A
  • Oorzaak aanpakken
  • Diuretica, ACE, betablokker, statines, renineremmers
  • Stoppen met medicatie
  • Water/zoutbeperking
  • Transplantatie
  • LVAD (helpt L-kamer leeg te maken)
  • CRT-D/P (grote pacemakers bij asynchroon samentrekken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat verklaart de toename van hartfalen?

A
  • Vergrijzing
  • Betere secundaire preventie
  • Betere prognose acute coronaire syndromen
  • Betere overleving overige ziekten
17
Q

Leg het RAAS systeem uit

A
  • Nieren merken een hoge of te lage bloeddruk
  • Bij lage BD = nieren produceren renine
  • Renine activeert uit angiotensinogeen angiotensine I
  • Ang I wordt door ACE uit de longen omgezet in Ang II
  • Ang II verhoogt de BD door stimuleren van aldosteron (bijnier) en ADH (hypofyse) en vasoconstrictie
  • Aldosteron = nieren nemen meer zout terug op in het bloed en dus ook meer water = hoger volume
  • ADH = antidiuretica
18
Q

Wat is de prevalentie van Hartfalen? Wat is de prevalentie van dyspneu en ouder dan 65?

A

1-2%, bij > 70 jaar 10%

Dyspneu + ouder 65 = 1:6 HF

19
Q

Wat is er bijzonder aan de groep diastolisch HF patiënten?

A
  • Weinig onderzoek naar
  • Groep van de toekomst
  • Ouderen en vooral vrouwen
  • Atriumfibrilleren
  • Veel comorbiditeit