4. Vasculaire Risicofactoren Flashcards

1
Q

Zijn hart- en vaatziekten het gevolg van de industrialisering sedert medio 19e eeuw?

A

Ja, Economische transitie, urbanisatie, industrialisatie en globalisatie zorgden voor veranderingen in leefstijl die HVZ promoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen RF en ziekte markers?

A
  • RF = toestand die kans op het tot uiting komen van HVZ beïnvloedt (roken)
  • Marker = objectiveerbare entiteit die aanwezigheid HVZ laat zien (Meer troponine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef 10 RF voor HVZ

A
  • Hoge BD
  • Roken
  • Hoog LDL
  • Laag HDL
  • Inactiviteit
  • Hoog glucose/DM
  • (Abdominale) obesitas
  • Familie anamnese HVZ
  • Leeftijd
  • CNI-Proteïnurie
  • (Chronische) ontsteking

! Werken allemaal wel met atherosclerose: Atheromatose treedt op naast de normale veroudering van de slagaders. Bij deze arteriosclerose degenereren de slagaders en worden minder elastisch. Samen worden deze twee atherosclerose (Grieks, athere = tarwebrij, skleros = hard) genoemd.[1]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zijn er ook factoren die beschermen tegen HVZ?

A
  • Hoog HDL
  • Hoge leeftijd vader/moeder
  • Vezelrijke voeding
  • Relatief veel onverzadigde vetzuren
  • Kalium
  • Koolhydraat arme voeding
  • BMI 21
  • Activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel procent van ons cholesterol halen we uit voeding en hoeveel procent maken we zelf?

A
  • 30% = (on)verzadigde vetzuren

- 70% = Aanmaak lever, afhankelijk van wat er al in ons systeem zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een voorbeeld van een Inborn Error of Metabolism

A

Familiaire HyperCholesterolemie: LDL receptor op de lever werkt niet goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat LDL/HDL/VLDL voor?

A
  • Low density lipoproteïne

- Hoe lager de density, hoe groter een object is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de exogene pathway van cholesterol?

A

Uit darm = chylomicrons = opname door spieren via LPL = resten naar lever = gal en cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de endogene pathway van cholesterol?

A

Lever maakt cholesterol (VLDL) = door bloedvaten door LPL opgepikt spier/vetweefsel in = IDL = LDL = heropgenomen door lever en een deel in de vaatwand (bepaalt door HDL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn therapeutische opties om cholesterol te managen?

A
  • Beïnvloeden productie door de lever (statines, fibraten)
  • Verlaag opname uit de darm (hars, cholesterol opname remmer)
  • Dieet
  • PCSK9 remming (voorkomt vergaand LDL receptoren lever, waardoor het er meer worden)
  • Voorkomen productie ApoB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het absoluut risico?

A

Verschil tussen de fractie die een bepaald resultaat haalt in de
placebo groep minus hetzelfde resultaat in de behandelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het relatief risico?

A

Dit is de verhouding van het risicoverschil tussen de
interventiegroep en de controlegroep ten opzichte van het risico
in de controlegroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat moet je overwegen bij medicatie?

A
  • Beoogde winst vs bijwerkingen

- Potential to harm vs potential to benefit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een QALY en wat is het doel ervan?

A
  • Quality Adjusted Life Year (voor kwaliteit gecorrigeerd levensjaar)
  • Behandelingen mbt kosten en effectiviteit vergelijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de kenmerken van metabool syndroom en wat is vetweefsel ook al weer?

A
  • Abdominale obesitas
  • Atherogene dyslipidemie (verhoogde tri, kleine LDL deeltjes, Laag HDL)
  • Verhoogde BD
  • Insuline resistentie
  • Meer stollingsneiging
  • Meer ontsteking

! vetweefsel is hormonaal actief !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe behandel je hoge BD?

A
  • Cardiovasculair risicoprofiel opstellen
  • Secundaire oorzaken overwegen
  • Leefstijl
  • Voorlichten over risico’s en voordelen
  • Streefwaarden BD opstellen
  • Medicatie
  • Evalueren/bijstellen
17
Q

Waarom is DM relevant voor HVZ?

A
  • Hebben overeenkomende RF: overgewicht, inactiviteit, hypertensie, dyslipidemie
  • Te hoge bloedsuikerspiegel = schade aan endotheel door zwakkere elasticiteit
18
Q

Patiënten met een gestoorde nierfunctie hebben een sterk verhoogd CVD risicoprofiel, hoezo?

A
  • Endotheeldysfunctie
  • Gestoorde Ca/P as = neerslag CaPO4 en snellere verstijving van bloedvaten
  • Hogere BD bij slechte nieren (zout)
  • Tromboseneiging
  • Hoger cholesterol bij verlies van eiwit in urine