6. esthetische ingrepen Flashcards
doelstelling vd geneeskunde (4)
- voorkomen v ziekte en bevorderen vd gezondheid
- het verlichten v pijn en lijden
- genezing v zieken en de zorg voor degene die meer genezen kunnen worden
- het vermijden v een vroegtijdige dood en het faciliteren v/e vredig sterven
definitie wensgeneeskunde (Buyx, A, 2008) =
artsen/gezondheidsprofessionals die medische hulpmiddelen gebruiken in een medische setting om te voldoen aan een uitdrukkelijk gestelde, prima facie niet-medische wens v/e patient
kenmerken wensgeneeskunde (3)
- medische middelen ruim bekijken (kennis, vaardigheden, technieken etc)
- zonder medische indicatie
- gaat uit van een wens
welke componenten dragen bij aan de complexe relatie vd wensgeneeskunde? (5)
- uiterlijk
- normativiteit
- gezondheid
- pathologieën
- identiteit
welke evolutie hebben we door wenskunde gecreëerd mbt. schoonheid?
van vergankelijkheid naar maakbaarheid
klassieke geneeskunde vs wensgeneeskunde (2)
- medische indicatie (probleem) –> vervalt bij wensgk.
2. informed consent
verarmend - verrijkend mbt wensgeneeskunde =
verarmend = de realiteit is niet meer goed verkoopbaar verrijkend = vanwege maakbaarheid
hoe relateert de wensgeneeskunde aan de gezondheid in 2 richtingen?
- aandoeningen hebben invloed op iemands uiterlijk
2. uiterlijk kan ook weerslag hebben op (mentale) gezondheid (-> medische indicatie?)
medicalisering =
oplossing v sociale problemen zoeken in het medisch handelen
verband tussen wensgeneeskunde en de markt =
(maakbaarheid maar wensgeneeskunde mogelijk)
= maakbaarheid maakt de markt
o.a. goede businessmodellen, niet-terugbetaling v cosmetische ingrepen
mature-minor =
minderjarigen moeten bekwaam zijn om zelf de keuze te maken, beoordeeld door beroepsbeoefenaar.
hoe draagt de wensgeneeskunde bij aan ongelijkheid tussen de mensen?
- gele tanden zijn normaal, maar lijken eerder abnormaal doordat een meerderheid niet-natuurlijke/niet-normale keuzes treft.
(of meer gelijkheid, net hoe je het bekijkt)
ethische kwesties mbt de wensgeneeskunde (4)
- autonome patient (wat patient wil, mag?)
- vermarkting vd zorg (waarom? geen med. indicatie, wel lijden? ten koste v wat?)
- medicalisering v sociale problemen
- genezen of verbeteren? (wat is beter?)
wat maakt autonome keuze belangrijk bij wensgeneeskunde?
er is geen medische indicatie bij wensgeneeskunde, wat autonome keuze de enige motivatie van een arts maakt om te handelen.
aandachtspunten beroepsethos (2)
- spanning tussen traditionele deontologie - groeiende autonomie en consumentisme - technologie
- professional (initiatief? verantwoorde inzet v expertise? verwachting patient?)