4. Return to sports Flashcards

Witvrouw

1
Q

Wat zijn de doelen voor speler, coach en kine voor RTP?

A
  • Speler: zo snel mogelijk terug spelen
  • Coach: Goede prestatie
  • Kine: veilig RTP, zonder re-injury
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom moet RTP veilig gebeuren?

A

Re-injury is disaster, grote kans op chroniciteit klachten, komt nooit meer goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de fases van RTS?

A
  1. Fysiek actief, maar niet klaar voor sport
  2. Beoefent sport, maar nog niet op niveau
  3. Terug op pre-injury level
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke zaken bestaat het decision model voor RTP? Licht ze toe.

A

Medische factoren

  • Dit is vaak onze focus
  • Spierkracht, functie, ROM
  • Goed objectief te meten

Sport risk modifiers

  • Welke sport?
  • Welke positie/rol?

Decision modifiers

  • Een factor die vaak vergeten wordt
  • Timing
  • Druk
  • Maakt de bepaling of atleet klaar is moeilijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer zeggen we dat RTS veilig is?

A

Als kans op re-injury even groot is als kans van blessure rest van de ploeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe screenen we best of een speler klaar is voor RTS?

A

Door de volgende 3 uitkomstmaten te screenen:

  • Kracht (L-R verschillen)
  • Functie (T-test, balans, bewegingskwaliteit,…)
  • Vragenlijsten (voel je je klaar om te sporten? - Moet 100% zijn)

Belangrijk om ze alledrie mee te nemen: als we slechts 1 of 2 ervan doen is er geen evidentie voor veilige RTS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het gevolg van te vroege RTS (wanneer je nog niet slaagt op kracht, functie en vragenlijsten)?

A

Kans op re-injury gaat van 10% (bij goede testen) naar 33%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 5 elementen heeft een testbatterij voor RTS zeker nodig?

A
  • Sportspecifieke elementen (sprinten, richtingsveranderingen)
  • Reactieve elementen (unanticipated, niet pre-planned)
  • Fysieke vermoeidheid status (vaak verschil met uitgerust)
  • Wedstrijdsituaties (meer externe focus, dubbeltaken)
  • Bewegingskwaliteit evalueren (niet kwanititeit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly