3.4 Stikstofkringloop Flashcards
Stikstof essentieel voor levende organismen
Aminozuren en nucleotiden 181
Stikstofresevoirs
Grootste in gesteenten, maar belangrijkst inde atmosfeer. In levende organismen. 182.
Assimilatoire nitraatreductie
Planten, dieren en de meeste micro-organismen zijn voor hun groei
aangewezen op gebonden vormen van stikstof zoals ammonium ( 4 NH+ )
of nitraat ( 3 NO− ).
Planten prefereren nitraat. Micro-organismen kunnen vaak zowel
ammonium als nitraat gebruiken.
Ammonificatie
Vrijmaken van amonium uit bimolekulen.
Eerste stap is hydrolyse van eiwitten en nucleinzuren.
Nitrificatie
Ammonium via nitriet tot nitraat maken. Door chemolithoautotrofe bacterien met gebruik van de Calvin-cyclus voor CO2 assimilatie. Vanuit anoxische bodemdelen of vanuit waterbodems
Denitrificatie
Nitraat tot stikstof, verlizen tot de atmosfeer of uitgewassen in landbouwgrond. Nitraatademhalen, dissimilatoire nitraatreductie.
Stikstoffixatie
Vastleggen van atmosfeerisch stikstof in biomasse.
Stikstofverliezen in de landbouw
Van overvloedige bemesting.
Vervlugtiging
Amonia naat de atmotsfeer 186
Etrofiering
overvloeidge aanwezigheid van voedingsstoffen 186 Overfloedig groei van algen, zuurstof verlies in water, vissterftes.
Cyanose
Blauziekte, hoge nitraagehalten in drinkwater
Stikstof in de atmosfeer
NOx van verbranding, fotochemisch smog van verhoogde ozonhalte. Zalpeterzuur in atmosfeer veroorzagd zure regen.
Wortelzone
rhizosfeer