2.4 Strategien voor energiebenutting Flashcards
Fotosynthese een reductie
C oxidatiegegal 4 in CO2 maar 0 in CH2O door opname van electronen.
Fotosynthese en aerobe ademhaling
CH2O kan weer electronen afgeven, oxigeerd worden, in de ademhaling.
[CH2O] + O2 → CO2 + H2O
Intracellulaire energietransport
Energie in biomoleculen weer vrijmaken en naar een andere plaats transporteren. ATP speelt daar en rol.
4 hoofdgroepen biomoleculen, metabolisme
Koolhydraten, eiwitten, vetten, en nucleinezuren.
Metabolisme
Zonlicht —>planten en fotosynthetiserende microorganismen —> voedingsstoffen —> dieren en microorganismen —-> mineralen.
Synthese of import van biomoleculen
Microorganismen kunnen zelf biomoleculen maken. Dieren moeten sommige essentiele voedingsstoffen importeren.
Overzicht vormen van energiebenutting
- De aard van energiebron (licht of redoxreactie),
- Elektronendonor (anorganisch of organisch),
- Koolstofbron (organisch of anorganisch).
Autotrofe
Geen organische moleculen nodig als bron van koolstof. CO2 of chemolithoautotrofe door oxidatie van eenvoudige anorganische moleculen.
Katabole en anabole processen
Katabole = energie, reducerend vermogen, en cellulaire bouwstenen maken. Anabole = daaruit biomoleculen maken. Katabolisme verschilt tussen autotrofe en heterotrofen, maar anabolisme overeenkomsten.
Chemotrofe organismen, waarvan energie?
Energiebehoefte van oxidatie van organische of anorganische chemische verbindingen. In oxidatie geven zij electronen af wat energie betekent.
Lithotrofe organismen
Anorganisch bron als elektronendonor. Enkel prokaryoten. Lijkt aan fototrofe.
De rol van lithotrofe organismen in de stofkringloop
In de zwavelkringloop: SO4 2- maken van H2S door aerobe zwaveloxidatie..
In de stikstofkringloop: In de bodem ammonium (4 NH+ ) wordt energiebron voor chemolithotrofe bacterien om nitraat te maken.
Chemo-organoheterotrofe organismen, kringloop
Koolhydraten enz. in spijsvertering tot zuikers, vetzuren, en aminozyren, intercellulaire afbraak tot tussenproducten die of worden afgebrand tot energie, CO2, of door biosynthese vormen opniew zuikers enz. tot koolhydraten enz.
Extracellulaire en intercellulaire afbraak
Extracellulaire afbraak, spijsvertairing. Intercellulaire tot tussenproducten.