3.1-2 Biochemische kringlopen Flashcards
Biogeochemische cycli/kringlopen
De aarde wisselt wel energie maar geen materie uit met de omgeving. De elementen voor levende organismen moeten, anorganisch, van de aarde zelf komen. Zij keren terug als anorganische eleenten. 159
Langzame anorganisch en biologisch circulaties van elementen
Langzaam anorganische kringloop, bijvooreeld sedimentatie - langzaam biologisch kringloop bijvoorbeeld organisch materiaal onder anoxische omstandigheden fossile brandstof wordt.160.
Snelle circulatie
Waterstof, zuurstof, koolstof, stikstof, zwavel. Vormen stabiele gas, Zonder snelle ciculatie zouden zij uitbeput raken. 160
Drijvende kracht achter snelle circulatie
De zon via fotosynthese en hydrologische kringloop.
Belang van biodiversiteit
efficiëntie van opname en gebruik van nutriënten, de productiviteit en de veerkracht van ecosystemen toeneemt bij toenemende biodiversiteit.
Life supportfuncties, Ecosysteemdiensten
Ecosysteemdienst antropocentric concept. Voor drinkwater zorgen, het klimaat reguleren, besteuven van gewassen
Biochmische redoxcycli
Fe en Mn 164
Exo- en endoskeletten
Ca en Si 164
Lipofiel
Hg in vis 164
Compartmenten, resevoirs, flux, verblijfstijd, steady/state
xx
Fotosynthese in kringloop
Zuurstof weer teruggegeven.
Gereduceerd CO2 is CH2O 166
Naijeffect
Als een instroom verminderd zou de outstroom nog lang hog zijn.165
Kringloop van gesteenten, voorkomst van mineralen
25 mineralen. Zuustof en silicium 75% van aardkorst in silikaten zoals kwarts. Verwering, sedimentatie, plaattektroniek. 166
Kringloop van water
Fysische processen met faseveranderingen, geen chemische omzetting. Meest verdamping en regenval. 167
Kringloop van zuurstof en waterstof
Zuurstof tussen O2 en H2O fotosynthese en aerobe ademhaling.-microorganismen een hoofdrol. Voor waterstof is water de belangrijkste resevoir. Ook fotosynthese. 168