4.7-8 Dynamiek van sorten Flashcards

1
Q

Allopatrisch en sympatrisch soortvoorming

A

Allopatrisch: Door geisoleerde bevolkingen. Sympatrisch: Door keuze van partners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Micro- en macro evolutie

A

Micro: Volgoorde van soorten. Macro: Zoogdireren volgen dinozaurien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Theorie van Lamarck

A

xx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Theorie van Darwin en Wallace

A

xx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijving en verder

A

Linnaeus - waarom, waardoor, waarlangs, waaruit, waartoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Darwin verklaard niet

A

moleculaire verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neutrale theorie

A

Kimura, alleen mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Catastrofetheorie

A

Cuvier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mitose

A

Gewone cel- en kerndeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ongeslachtelijke voortplanting

A

Klonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Partegonese

A

De moedercel deelt zich niet maar maakt eicellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een soort

A

Erfelijk materiaal kan worden uitgewisseld en de nakomelingen kunnen zich weer verplanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Haploide en diploide kern

A

recombinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Allelen

A

roede en bruine ogen on een fruitvlieg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Broedzorg

A

xx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eenhuizing en tweehuizing, hermafrodisme en gonochorisme

A

xx

17
Q

Fysisch contact of niet

A

Bestuiving, syncronisatie

18
Q

meiose bij eencellige organismen

A

cel en kerndeling, waarbij de doublede DNA wordt gehalveerd als voorbereiding voor de samensmelten.

19
Q

Homozygot

A

en heteroygot, dominant, recessif