3. de geboorte Flashcards
1
Q
prenatale omgevingsinvloeden
A
- algemeen
- natuur = kind goed beschermd in baarmoeder (baarmoederwand en vruchtvliezen)
- selectieve barrière (= regelt overgang tss moederlijk bloed en placenta)
- effecten variëren naargelang de dosis en leeftijd foetus - onderscheid tss:
- fysische factoren (feitenmateriaal)
- psychologische factoren (minder duidelijk)
2
Q
fysische invloeden
A
- algemeen
- eerste 3 maanden vd zwangerschap
- weefsel en organen definitieve plaats = gevaar voor schadelijke invloeden heel reëel
- ieder orgaan = gevoelige periode - soorten fysische invloeden (7)
- infecties
- medicijnen
- legale en illegale drugs
- omgevingsfactoren
- verkeerde voeding
- natuurlijke stoffen in het moederlichaam
- leeftijd vd ouders
3
Q
infecties
A
- algemeen
- banale verkoudheid of lichte koorts = weinig of geen invloed - rodehond of rubella
- klein en makkelijk doordringbaar (vooral in embryonale stadium => schade aanzienlijk)
- foetale stadium => gevolgen minder erg, WEL mogelijk verlaagd geboortegewicht, verminderd gehoor - toxoplasmose (ook kattenziekte)
- geen vaccin
- eencellige parasiet (toxoplasma gondii) = in uitwerpselen v katten
- of schapen en varkens (eten v rauw vlees wordt afgeraden) - CMV-infectie
- geen vaccin
- door het cytomegalovirus (= doorgeven via contact met lichaamsvocht)
4
Q
omgaan met deze infecties
A
- immuniteit
- liefst voor de zwangerschap laten testen
- GEEN immuniteit toxoplasmose = rauwe groenten grondig wassen, contact met katten vermijden
- GEEN CMV-immuniteit = contact met speeksel en urine v jonge kinderen vermijden - seksuele overdraagbare ziekten
- HIV (= virus aan basis v aids) = 1/4 geeft door aan kind, tenzij hiv-remmende medicijnen
- genitale herpesvirus en bacterie aan basis v syfilis = kind aantasten, miskraam of blijvende afwijkingen
5
Q
medicijnen
A
- thalidomide of softenon
- kalmeringsmiddel
- conclusie = toediening tss 4de en 6de week => grove misvormingen ter hoogte ledematen, hart en nieren - synthetische aangemaakte DES-hormoon
- langetermijneffecten ontdekt
- periode 30j duizenden vrouwen toegediend om dreigend miskraam te voorkomen
- gevolg = vaginakanker en onvruchtbaarheid EN zonen met teelbalkanker
6
Q
legale drugs (tabak)
A
- algemeen
- roken tijdens zwangerschap = lager geboortegewicht
- groter risico miskraam of hart- of ademhalingsproblemen
- effecten = recht evenredig met de hoeveelheid en duur vh rookgedrag - soorten rokers
- stoppen met roken bij 1ste trimester = riscio beperkt
- hardnekkige rokers = meeste gevaar
- effecten ook voor wie passief rookt (vb. partner)
7
Q
legale drugs (alcohol)
A
- foetale alcoholsyndroom of FAS
- moeders die veel dronken = typische kenmerken bij kind
- kans op doodgeboorte en kindersterfte
- fysieke eigenschappen (groeiachterstand en enkele karakteristieke gelaatstrekken) - meerder symptomen
- mentale beperking
- verminderde motorische coördinatie en aandachtsstoornissen (gepaard met hyperactiviteit)
8
Q
verklaringen nadelige invloeden van alcohol
A
- gif van alcohol
- verstoort normale ontwikkeling tijdens de zwangerschap - zuurstof
- onvoldoende overblijft voor haar kind (= vrouw gebruikt zoveel zuurstof om alcohol af te breken) - onrechtstreeks risico’s
- verhoogde kans op ongevallen en kneuzingen
- EN door ongezonde voeding in combinatie met drinkgedrag
9
Q
illegale drugs (cocaïne, heroïne of methadon)
A
- algemeen
- na geboorte zelf baby OOK verslaving vertonen
- ineens zonder drugs = epileptische aanvallen EN eventueel blijvende hersenschade
- geleidelijke afbouw = begeleid toedienen vervangingsmiddelen - effecten
- directe impact op ontwikkeling = miskraam, vroeggeboorte, laag geboortegewicht en aantal fysieke en mentale afwijkingen
10
Q
illegale drugs (marihuana en hasj)
A
- algemeen
- kans op prematuriteit of laag geboortegewicht - cannabis
- regelmatig gebruik = neuropsychologische effecten
- aandachtsstoornissen en leerproblemen - samenloop v omstandigheden
- ongezonde voeding en cannabis in combo met andere middelen zoals tabak en alcohol
- onderschatting vh reële risico (zwangere vrouwen gaan het niet toegeven)
11
Q
omgevingsfactoren
A
- algemeen
- inwerken op prenatale ontwikkeling
- stralingen = ultrakorte golflengten (door weefsel heen)
- diverse chemische substanties via voeding nr binnen - röntgenstralen
- NIET alleen tijdens zwangerschap
- erfelijke mutaties teweegbrengen bij vorming ei- en zaadcellen => geslachtsorganen beschermen voor toekomstige kinderen !!
12
Q
omgevingsfactoren (radioactieve straling)
A
- geschiedenis
- Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki (1945) en kernramp in Oekraïense Tsjernobyl (1986)
- hoog % miskramen en doodgeboren kinderen, fysiek misvorming en hersenafwijking - bijkomende effecten
- later zichtbaar = verhoogde kanker- en leukemiefrequentie
- Tsjernobylkinderen = gemiddeld zwakkere IQ en emotionele stoornissen (= toegeschreven aan verplichte verhuis)
13
Q
omgevingsfactoren (chemische stoffen)
A
- kwik
- invloed embryo en foetus
- door bedrijf in Japanse Minamata in zee
- fysieke misvormingen, coördinatieproblemen in motoriek en mentale beperkingen - lood
- ander zwaar metaal in verf en drinkwaterleiding
- voorkomen v vroeggeboorten, laag geboortegewicht, lichamelijke defecten, vertraagde groei en leerachterstand - PCB’s
- synthetische verbinding
- vooral gebruikt in transformatoren (smeermiddel als stabilisator in kunststoffen) => door zee- en bodemverontreiniging in voedselketen terecht gekomen
14
Q
verkeerde voeding
A
- algemeen
- voedingstoffen via bloedsomloop vd moeder
- gezond en evenwichtig eten = reserve opstapelen - ondervoeding
- normale uitbouw zenuwstelsel in het gedrang
- NIET enkel embryonale stadium, ook foetale stadium = hersenen aanzienlijke groei in laatste trimester
- OOK andere organen = te laag geboortegewicht + alle risico’s daaraan verbonden, kans verhoogt op hartziekten en diabetes - mineralen en vitaminen
- ijzer, kalk en foliumzuur (= vitamine uit B-groep)
15
Q
foliumzuur
A
- algemeen
- te kort = verhoogt de kans op afwijkingen bij vorming neurale buis - bijkomende gevolgen
- kind met spina bifida (= open rug) of anencefalie (= niet volledig uitgegroeide hersenen)
- kind te vroeg geboren
- 4tal weken voor eventuele zwangerschap voeding te verrijken (supplement 0,4 milligram per dag)
16
Q
natuurlijke stoffen in het moederlichaam (resusincompatibiliteit)
A
- betekenis
- resusnegatieve vrouw zwanger v resuspositief kind
- bloed resuspositief kind in aanraking met bloed resusnegatieve moeder = immuunsysteem moeder antistoffen tegen totaal afwezige resuseiwitten
- eerste kind GEEN problemen (want bloemsomlopen gescheiden)
- geboorte WEL contact = placenta los - volgende zwangerschap
- antistoffen TEGEN baby 2 (kleine moleculen) => tot bloedsomloop v kind en rode bloedlichaampjes afbreken
- zuurstofvoorziening in gedrang, hersenbeschadiging, gedeeltelijke verlamming en mentale beperking - resusincompatibiliteit tijdig opgemerkt
- bloedtransfusies
- onmiddellijk na geboorte = stof toedienen die resuspositieve cellen in bloedsomloop vernietigt (= aanmaak antistoffen verhinderd)
17
Q
andere natuurlijke stoffen in het moederlichaam
A
- cortisol
- gevolg aanhoudende stress = schadelijke invloeden uitoefenen op organen die op dat moment ontwikkelen - overproductie aan mannelijk hormoon
- ontstaan in bijnieren
- vrouwelijke foetus vaak mannelijke eigenschappen
18
Q
leeftijd van de ouders
A
- algemeen
- zwangerschapsrisico’s stijgen met toenemende leeftijd
- vermindert zwanger te worden, toenemend risico miskraam EN kind met chromosomale afwijkingen = opeenstapeling v schadelijke invloeden (kiemcellen)
- syndroom van Down = risico neemt toe met de leeftijd (laatste jaren sterk teruggelopen) - tienerzwangerschappen
- risico op vroeggeboorte en te laag geboortegewicht
- baarmoeder nog onvolgroeid, psychologische druk en gebrek sociale ondersteuning - leeftijd vd man
- invloed kwaliteit vd vrucht
- manier waarop voortplantingscellen gevormd worden
19
Q
psychologische invloeden
A
- overtuigingen
- patroon moedervlek = weerspiegeling object en situatie waar vrouw ooit voor is geschrokken
- confrontatie met plots wegspringende haas = gespleten lip of hazenlip - conclusie
- niet veel te betekenen
- ongecontroleerde verhalen uit verleden of toevallig samenkomen bepaalde gebeurtenissen
- geen wetenschap
- NIET duidelijk hoe gedachten en gevoelens worden overgebracht (= geen enkele zenuwverbinding) - andere psychologische invloeden:
- stress
- attitudes tegenover het kind
- verwachtingspatronen bij de ouders
20
Q
stress
A
- algemeen
- periodes v intense stress = vaker miskraam, vroeggeboorte, te laag geboortegewicht - onderzoek v Tanja Vrijkotte
- 7000 zwangere vrouwen
- combinatie lange werkweek en behoorlijk drukke baan = daling gem zo’n 150 gram geboortegewicht (= roken 6 à 7 sigaretten per dag)
21
Q
effecten van stress
A
- effecten bij kind
- gemiddeld prikkelbaarder
- cognitief minder goed presteren en vatbaarder voor allergische reacties en astma (overproductie stresshormoon cortisol = 15de week)
- NIET beperkt tot kinderjaren - tips voor de moeder
- rustiger aan te doen vanaf 4de maand
- voldoende ontspanning en hoeveelheid stress beperken
- sociale steun
22
Q
attitudes tegenover het kind
A
- algemeen
- oordeel dat positieve en negatieve gevoelens rechtstreeks invloed hebben
- ‘voelen’ al dan niet gewenst (blij of gedeprimeerd karakter) - negatieve attitude
- als tijdelijk verschijnsel vaker voorkomen = lichamelijke ongemakken vd zwangerschap - blijvende en/of intense negatieve gevoelens
- ontstaan stresstoestand moeder
- kind kan algemene gevolgen vd belastende fysiologische stresstoestand ondervinden EN gehinderde ontwikkeling
- fysieke risico’s (ongewenst zwanger = minder gemotiveerd zorgzaam te zijn voor eigen lichaam
23
Q
verwachtingspatronen bij ouders
A
- contact
- via selectieve uitwisseling stoffen (placenta)
- ouders vaak impliciete verwachtingen (hoe hij eruit gaat zien)
- pas in omgang met kind stempel - wanneer problematisch?
- geduwd in sjabloon v ouders (verdrongen verwachtingspatronen)
- die attitudes beïnvloeden ontwikkeling
24
Q
posities kind en tijdstip vd geboorte
A
- verschillende posities vh kind
- hoofdligging = hoofd vlak bij baarmoederuitgang
- stuitligging = rechtop in baarmoeder (= eventuele keizersnede)
- dwarsligging = horizontale positie (= ALTIJD keizersnede) - tijdstip vd geboorte
- 38 weken na bevruchting => à terme baby = 3 weken voor of 2 weken na uitgerekende datum
- kind voor 37 weken = vroeggeboorte of prematuur of preterme baby
- vanaf 40 weken = overdragen kind of postterme baby
25
dysmaturiteit
1. dysmaturiteit (of SGA)
- te klein of te laag gewicht
- voldragen kind of vroeggeboorte (= dysmature prematuur)
2. risico's
- daling overlevingskans
- verhoogd kans op afwijking
3. uit cijfers v Wilson-Costello
- extreem laag geboortegewicht => leeftijd anderhalf NIET de minste problemen
- milieu speelt grote rol !!
26
het begin vd geboorte
1. voorweeën
- onregelmatige baarmoedercontracties = voorbode v echte weeën
- verlies vruchtwater en scheuren vd vliezen
- OF bloederig slijm afkomstig v slijmpropje
2. drie fasen:
- ontsluitings- of arbeidsfase
- uitdrijvings- of verlossingsfase
- nageboorte
27
de drie fasen in het geboorteproces
1. ontsluitings- of arbeidsfase
- ontsluitingsweeën (eerst langzaam en zwak => geleidelijk frequenter (tussenpozen v zo'n 2 à 5 min)
- kind tegen uitgang baarmoeder gedrukt = opening in baarmoederhals
- fase eindigt bij 10 cm ontsluiting (= genoeg voor hoofd vd baby)
- 1ste bevalling = 8 tot 14u en 2de = 4 tot 6u
2. uitdrijvings- of verlossingsfase
- krachtige weeën in combo met actief samentrekken vd buikspieren= persweeën
- sommige 10 à 20 minuten en andere vooral 1ste bevalling = rond 1u
- afgesloten door afbinden en doorknippen vd navelstreng (= kind fysiologisch op zichzelf)
3. nageboorte
- enkele min tot klein halfuurtje
- zwakkere weeën = placenta en vliezen uitdrijven
- gepaard met bloedverlies
28
nazorg kind
1. eerste medisch onderzoek
- reflexen, zintuigen en de inwendige organen
- afwijkingen?
2. Apgar-score (Virginia Apgar)
- idee globale gezondheidstoestand kind
- 5 criteria te quoteren met 2, 1 of 0 (= totaalscore op 10)
3. uitzicht kind
- huid gerimpeld en vettige substantie
- resten foetale beharing rug en hoofd
- genitaliën lijken buiten proportie
- schedel vervormd
29
nazorg moeder
1. algemeen
- eventueel scheuren of insnijdingen in bekkenbodem dichtgenaaid
- bekomen v pijn en inspanning en nodige rust (kind observeren)
2. reactie vrouw
- afhankelijk hoe bevalling verliep
- goede voorbereiding en aanwezigheid partner = beter verloop
3. Donna Sauls
- arbeid op positieve manier = minder lang en minder complicaties
- WEL stress = trager (eventueel epidurale verdoving = onderlichaam gevoelloos)
30
de ervaringen van het kind
1. algemeen
- leven in buitenwereld
- nieuwe prikkels
- zelfstandig instaan werking aantal fysiologische verrichtingen
2. bewuste ervaring?
- vanaf 6de maand = pijn kunnen voelen
- Peter Gluckman = kind fysiologisch goed voorbereid op traumatische gebeurtenissen
31
nieuwe bevallingsmethode
1. Frédérick Leboyer
- toevloed prikkels bij kind = harder
- zintuigenkanalen wijd open
2. bevallingsmethode
- zodra hoofd verschijnt = geen gepraat, kamer half verduisterd
- onmiddellijk na geboorte = kind op buik moeder EN lauw badje en zachte massage
- kind (en ouders) humaner karakter