2B1 week 5 HC 2 & 3 COVID 19 Flashcards

1
Q

Hoe komt SARS-CoV-2 de cel binnen?

A

Spike eiwitten binden aan ACE 2 receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke fasen bestaat een covid infectie?

A
  • Vroege infectie: virale replicatie, milde symptomen
  • Pulmonaire fase: virale replicatie, pneunomie, kortademigheid
  • Hyperinflammatoire fase: ARDS, cytokine storm, sepsis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren zijn voorspellend voor de besmettelijkheid van een covid patiënt?

A
  • Duur symptomen
  • Virale load (> 1 miljoen)
  • Serum neutraliserende antistoffen (= niet meer infectieus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer kunnen antistoffen als behandeling worden gegeven?

A

Bij seronegatieve patiënten in de vroege fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van de omikron variant?

A
  • Veel mutaties in spike eiwitten
  • Betere infectiviteit
  • Betere ontsnapping immuunsysteem (antistoffen en vaccinatie, T cel respons wel intact)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is serologie nu lastiger te bepalen?

A

Omdat veel mensen een immunologische achtergrond hebben door eerdere besmetting of vaccinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de incubatietijd van covid?

A

2-14 dagen, gemiddeld 4-5 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van SARS-CoV-2?

A
  • Severe acute respiratory syndroom
  • B coronavirus (similariteit SARS-CoV-1 en MERS-CoV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van covid?

A

Hoesten, koorts, spierpijn, braken, diarree, verlies van smaak en geur, dyspnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is er sprake van severe covid?

A

pO2 < 90%, pneunomie en respiratoire distress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er sprake van critical covid?

A

Levensreddende handelingen nodig, ARDS, sepsis/septische shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je de diagnose covid stellen?

A
  • PCR
  • Sneltest
  • CT-thorax: bilateraal matglas
  • Lab: lymfopenie, verhoogd lactaat, CRP, ferritine, IL-6 en D-dimeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van de behandeling van covid?

A
  • Begin: helpen immuunsysteem
  • Eind: anti inflammatoir
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling bij milde covid?

A
  • Geen behandeling
  • Bij risicofactoren: nirmatrelvir/ritonavir
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling bij matig ernstige covid?

A
  • Opname + zuurstof zo nodig
  • Dexamethason
  • Tocilizumab eenmalig als > 6L O2, CRP>75 en longinflammatie ondanks dexamethason
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de behandeling bij zeer ernstige covid?

A
  • Opname MC/IC + respiratoire ondersteuning
  • Dexamethason
  • Tocilizumab eenmalig binnen 24 uur na starte beademing
17
Q

Wanneer geef je inhalatie corticosteroïden bij covid?

A

Prehospitaal bij risicogroepen

18
Q

Wanneer geef je methylprednisolon bij covid?

A

Bij non-resolving ARDS

19
Q

Wanneer geef je LMWH bij covid?

A

Aan alle opgenomen patiënten
- Covid coagulopathie

20
Q

Welke infecties komen vaak voor bij covid patiënten?

A
  • Covid associated pulmonary aspergillus (CAPA)
  • Bacteriële superinfecties
21
Q

Welke soorten beademing zijn er?

A
  • High flow nasal oxygen (optiflow)
  • Intubatie / positieve druk beademing
22
Q

Waar hangt de mate van late schade vanaf?

A

Uitgebreidheid longafwijkingen, ernst ziekte, complicaties en opnameduur

23
Q

Welke vormen van late schade van covid zijn er?

A

Vaak: deconditionering, polyneuropathie
Soms: fibrose, blijvende orgaanschade