2B1 week 4 HC 7 & 8 Hepatitis en HPV Flashcards

1
Q

Wat zijn klachten van een hepatocellulair carcinoom?

A

Opgezette lever, vage buikpijn, verminderde eetlust, algehele zwakte, misselijkheid/braken, gewichtsverlies, jeuk en geelzucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe stel je de diagnose HCC?

A

Bloedonderzoek (leverfunctie), beeldvormend onderzoek (echo, CT, MRI) en leverbiopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je een HCC behandelen?

A
  • Partiële leverresectie
  • Radiofrequente thermoablatie
  • Levertransplantatie
  • Transarteriële chemo-embolisatie
  • Selectieve inwendige radiotherapie
  • Systemische therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bepaal je de behandeling van HCC?

A

EASL guidelines: grootte, stadium en leverfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is virale hepatitis?

A

Leverontsteking door virale infectie met hepatitis A,B,C,D of E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke typen virale hepatitis zijn er?

A
  • Acuut
  • Chronisch: fibrose, cirrose, lever kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van het hepatitis B virus?

A
  • Double stranded DNA virus
  • 4 ORF voor 7 virale eiwitten
  • In Afrika, Azië en Amerika
  • Bij 90% pasgeborenen chronisch beloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je hepatitis B vaststellen?

A

In serum patiënt: virale partikels, filamenten (HbsAg) en HbeAg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stappen doorloopt het hepatitis B virus in de hepatocyt?

A

ds DNA -> ccc DNA -> RNA -> DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van het hepatitis C virus?

A
  • Enkelstrengs positief RNA virus
  • 1 ORF, 9600 bp
  • Deel Afrika, China en Zuid-Amerika
  • Geen vaccin beschikbaar
  • 60-80% chronisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je hepatitis C vaststellen?

A

Serum patiënt: virale partikels
Geinfecteerde cellen: HCV RNA en (non)structurele eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke therapie kun je geven bij hepatitis?

A
  • Suppressie virale replicatie
  • Immuunmodulatie (PEC-IFN a)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan hepatitis verlopen?

A
  • Traag: 30-50 jaar
  • Snel: < 20 jaar (alcohol, co infectie, immuunsuppressie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor is de lever gevoelig voor infectie?

A

De lever is tolerogeen: intrahepatische afweer wordt geremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het gevolg van een virus infectie?

A

Activatie type 1 interferonen (a en b)
- Remming replicatie
- Stimulatie presentatie antigeen
- Activatie cellulaire afweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de reactie op het hepatitis B virus?

A

Onderdrukking type 1 interferon respons
- Stealth virus: slecht zichtbaar voor aangeboren afweer

17
Q

Wat is de reactie op het hepatitis C virus?

A

Inductie type 1 interferon respons, maar remming van het effect

18
Q

Welke factoren bepalen de ernst van een hepatitis infectie?

A
  • Gastheerfactoren: polymorfismen, leeftijd, overgewicht, co infecties
  • Virale factoren: subtype, inoculum dosis
  • Immuunregulerende capaciteit van de lever
19
Q

Hoe kan weefselschade door virussen ontstaan?

A
  • Direct: cytopatisch virus veroorzaakt schade en celdood
  • Indirect: aangeboren en specifieke afweer zorgen voor killing van geinfecteerde cellen
20
Q

Hoe kan HCC ontstaan door hepatitis?

A

Inductie celdood -> voortdurende leverschade en regeneratie -> levercirrose -> toename turnover levercellen -> opstapeling mutaties -> HCC

21
Q

Op welke manieren kan hepatitis leiden tot HCC?

A
  • Direct: virale eiwitten met oncogene capaciteit (HBV)
  • Indirect: door voortdurende ontsteking (HBV en HCV)
22
Q

Hoe kun je hepatitis C behandelen?

A

Met direct acting antivirals

23
Q

Hoe kan hepatitis B worden overgedragen?

A

Bloed-bloed contact, bloed-lichaamsvloeistof contact, verticale transmissie

24
Q

Welke antigenen tref je aan na vaccinatie of infectie met hepatitis B?

A
  • Vaccin: HbsAg (envelop)
  • Infectie: anti-HbcAg (core)
25
Q

Hoe kun je het risico op HCC vaststellen?

A

Aantal virusdeeltjes

26
Q

Waaruit bestaat het hepatitis B vaccin?

A

HbsAg en adjuvant (aluminiumhydroxide)

27
Q

Waaruit bestaat passieve immunisatie tegen hepatitis B?

A

HB immunoglobuline (neutraliserende anti-HBs)
- Gevolgd door actieve immunisatie

28
Q

Waarom is vaccineren tegen hepatitis B geoorloofd?

A

Risicogroepen vaccineren werkte onvoldoende, beste bescherming voor populatie (public health), simpel en kosteneffectief

29
Q

Wat is het effect van de hepatitis B vaccinatie?

A

Voorkomt infectie, voorkomt chronische infecties en complicaties en voorkomt HCC

30
Q

Waar moet een effectief vaccinatieprogramma aan voldoen?

A
  • Te voorkomen aandoening
  • Bewezen vaccin met weinig bijwerkingen
  • Kosteneffectief programma
  • Maatschappelijke acceptatie
31
Q

Hoe kan een HPV infectie worden ingedeeld?

A
  • Squameus intraepitheliale lesie (SIL): laaggradig en hooggradig
  • Cervicale intraepitheliale neoplasie (CIN): graad 1, 2 en 3
32
Q

Wat zijn de high risk HPV varianten?

A

16 en 18
- Veroorzaken 70% cervixcarcinomen

33
Q

Welke HPV vaccinaties zijn er?

A
  • Gardasil: HPV 6, 11, 16 en 18
  • Cervarix: HPV 16 en 18
34
Q

Hoe kun je de effectiviteit van het HPV vaccin onderzoeken?

A
  • RCT: 70% reductie CIN2+
  • Geen bijwerkingen
  • Kosteneffectiviteitsanalyse