27 maart 2024 Flashcards

1
Q

Negatie?

Ik ben een Belg

A

Ik ben geen Belg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Negatie?

Mijn buren maken veel lawaai

A

Mijn buren maken niet veel lawaai

veel –> altijd niet alir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

late (tardy) X punctual

A

te laat X stipt (puctueel)

Te laat altijd “te” ile kullanilir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

untidy X tidy

A

slordig=chaotish X georganiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

generous X stingy

A

vrijgevig X gierig

vrijgevig –> vrij geven `dan gelir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

serious X cheerful

A

ernstig=serieus X vrolijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hard working X lazy

A

een harde werker X lui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

helpful X unhelpful

A

behulpzaam X niet behulpzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chauvinistic X egalitarian (esitlikci) / unbiased (tarafsiz)

A

chauvinistisch X niet fier op zijn land
niet trots op zijn land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fijn=?

A

tof=leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

funny X humorless

A

grappig X geen gevoel van humor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

loud X quiet

A

luid X stil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

friendly X nasty (edepsiz) / cruel (merhametsiz)

A

aardig=vrindelijk X gemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

respectful

A

respectvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nervous X calm

A

zenuwachtig=nerveus X rustig=kalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

well behaved X naughty

A

braaf (brave) X stout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

I think the Belgians are not stingy (2 forms)

A

Ik vind dat de Belgen niet gierig zijn
Ik vind de Belgen niet gierig

18
Q

Turkey
Turkish

A

Turkije
de Turk(en)

19
Q

India
Indian

A

India
de Indier(s)

20
Q

France
French

A

Frankrijk
de Frans(en)

21
Q

Poland
Polish

A

Polen
de Pool / de Polen

22
Q

United Kingdom
British

A

Verenigd Koninkrijk (Groot-Brittannië)
de Brits

23
Q

USA
American

A

Verenigde Staten
de Amerikaans

24
Q

China
Chinese

A

China
de Chinees / de Chinezen

25
Q

Vietnam
Vietnamese

A

Vietnam
de Vietnamees / de Vietnamezen

26
Q

I don’t find the Polish spontaneous (2 forms)

A

Ik vind (de) Polen niet spontaan
Ik vind dat (de) Polen niet spontaan zijn

27
Q

I don’t think the Dutch are Burgundians

A

Ik vind dat Nederlanders geen Bourgondiers zijn

burada specific olarak “geen” kullanilir

28
Q

I agree.
You’re right.
I see your point.

A

Daar ben ik het (niet) mee eens

29
Q

Dus –>?
Toch –>?

A

Dus –> logisch conclusie
–> Altijd inversie
Toch –> contrast

Iedereen is stipt, DUS komt bijna niemand te laat op een afspraak

Ik hou niet van de zee, TOCH ga ik deze zomer met vakantie in Oostende

30
Q

to complain

A

klagen over

In Belgie regent het veel, dus klagen de mensen veel over het weer

31
Q

winner

A

de winnaar

32
Q

hospitable, welcoming

A

gastvrij

33
Q

to appear, to seem

A

oplijken
leek, leken,geleken (hebben)

34
Q

to whistle

A

fluiten

35
Q

maar Vs toch

A

maar –> normaal zin, niet inversie
toch –> inversie

Ik wil graag naar het feestje gaan, maar ik blijf thuis
Ik wil graag naar het feestje gaan, toch blijf ik thuis

36
Q

Ik ben ziek (1) –> Ik blijf thuis (2)

A

Ik ben ziek (1) –> Ik blijf thuis (2)
(de reden=reason) (het gevolg=conclusion)

37
Q

Het is buiten koud
Ik doe een jas aan DUS?

A

Het is buiten koud dus doe ik een jas aan

38
Q

Ze heeft geen babysit
Ze kan niet naar de les komen

A

Ze heeft geen babysit DUS kan ze niet naar de les komen

39
Q

I think the Belgians are a bit distant howewer I can’t complain about that

A

Ik vind dat de Belgen een beetje afstandelijk zijn toch kan ik daar niet over klagen

klagen –> altijd over

40
Q

Hij vond geen werk, want hij sprak geen woord Nederlands
DUS ?

A

Hij sprak geen woord Nederlands dus vond hij geen werk

41
Q

Ik ga vandaag niet met de fiets, want het heeft vannacht gevronen
DUS?

A

Het heeft vannacht gevronen dus ga ik vandaag niet met de fiets