17 april 2024

Question 1

lobster

Answer 1

de kreeft (zeekreeft)

Ik proefde vorig jaar voor de eerste keer kreeft

Question 2

to survive

Answer 2

overleven

Gelukkig overleefde hij het verkeersongeluk

Question 3

traffic accident
accident

Answer 3

het verkeersongeluk
het ongeluk

Question 4

hoe lees je “ patient”?

Answer 4

pasiyent

Question 5

to take care of

Answer 5

zorgen voor

Ik zorg voor mijn kinderen.”
(I take care of my children.)
“De verpleegster zorgde voor de patiënt.” (The nurse took care of the patient.)
“We moeten zorgen voor de planeet.”
(We need to take care of the planet.)

Question 6

snack

Answer 6

het vieruurtje

Question 7

addicted

Answer 7

verslaafd

Question 8

to invent
invention

Answer 8

uitvinden
uitvinding

Question 9

cacao beans

Answer 9

de cacaobonen

Question 10

to grind, to mill

Answer 10

malen

hebben gemalen
maalde/maalden

Question 11

century

Answer 11

de eeuw

De 21ste eeuw is begonnen in het jaar 2001. (The 21st century began in the year 2001.)

Question 12

to conquer

Answer 12

veroveren

hebben + veroverd
veroverde/veroverden

Alexander de Grote veroverde grote delen van de toenmalige wereld.
(Alexander the Great conquered large parts of the then-known world.)

Question 13

to replace

Answer 13

vervangen

hebben + vervangen
verving/vervangen

Ik moet de lampen in mijn huis vervangen. (I need to replace the bulbs in my house.)

De monteur verving de motor van de auto. (The mechanic replaced the engine of the car.)

Question 14

a few years later

Answer 14

enkele jaren later

Question 15

especially

Answer 15

vooral

Question 16

Spain
Spanish people

Answer 16

Spanje
Spanjaarden

Question 17

There is black and white chocolate and milk chocolate

Answer 17

Er is zwarte en witte chocolade en melkchocolade

Bir seyleri arka arkaya siralarken singularis gibi dusunulur ve Er is kullanilir

Question 18

to weigh (tartmak)

Answer 18

wegen

gewogen
woog/wogen

Kun je de appels voor me wegen?
(Can you weigh the apples for me?)
De baby moet gewogen worden bij de dokter.
(The baby needs to be weighed at the doctor’s.)
De appels zijn gewogen.
(The apples have been weighed.)

Question 19

“ui” iceren verbler imperfectum olurken?

Answer 19

ui –> altijd “o”

fluiten- floot - floten
sluiten - sloot - sloten

Question 20

to smell

Answer 20

ruiken

Het ruikt hier lekker naar koeken

Ik ruik koffie. (I smell coffee.)

Hij rook dat er iets aan het branden was. (He smelled that something was burning.)

Question 21

to change

Answer 21

veranderen

veranderde/veranderden
hebben/zijn veranderd

Ik verander van werk

Question 22

christmas tree

Answer 22

de kerstboom

Question 23

last summer

Answer 23

verleden/vorige zomer

Question 24

3 days ago

Answer 24

drie dagen geleden

Question 25

the day before yesterday

Answer 25

eergisteren

Question 26

cookie(s)” or “biscuit(s)

Answer 26

de koek(en)

Question 27

To feel a lack of air or difficulty breathing

Answer 27

benauwd

Ik voel me benauwd.
(I feel short of breath.)

De patiënt klaagde over benauwdheid en pijn op de borst.
(The patient complained of shortness of breath and chest pain.)

Question 28

soft X hard

Answer 28

zacht X hard

Question 29

everything is going to pieces” or “everything is falling apart”

Answer 29

Alles gaat stuk!

It is a common idiom used to express a sense of frustration, disappointment, or helplessness in the face of misfortune or problems.

Ik heb het gevoel dat alles gaat stuk. Mijn baan, mijn relatie, mijn gezondheid… alles lijkt mis te gaan.” (I feel like everything is going to pieces. My job, my relationship, my health… everything seems to be going wrong.)

Question 30

charity

Answer 30

het goede doel

Question 31

strict

Answer 31

streng