2 - Immunoglobulinen Flashcards
Uit welke 2 ketens is een immuunglobuline opgebouwd?
Uit een zware en lichte keten, van elk zijn er 2 aanwezig in ieder molecuul.
Welk van de 2 domeinen op een immuunglobuline vormen het antilichaam gedeelte?
De lichte keten domeinen
In welke 2 vormen komen de lichte ketens voor?
Kappa en labda
Waardoor wordt de specificiteit van een antigeenbindend molecuul bepaald?
Door de vouwingen -> complementary determining regions (CDR)
Hoe kunnen antigenen binden aan een molecuul en waar bindt het?
Contactpunten kunnen door vouwingen samen komen en het antigeen kan binden op het epitoop.
Hoe noemen we een antigeen wat goed een reactie opwekt?
Immunogeen
Wat is een hapteen?
Een niet-immunogeen molecuul
Wat is een carrier?
Een eiwit dat epitopen aanbiedt aan de T-helpercel.
Waarvoor zorgen constante domeinen?
Voor het isotype
Wat is de functie van IgM en waar ligt het?
Het zorgt voor meervoudige flexibele binding. Het komt voor in de longen.
Waar is IgA gelegen?
In de mucosale organen en in het spijsverteringskanaal.
Waarbij speelt IgE een rol en waar komt het voor?
Bij parasitaire infecties en allergieën, het komt voor in de huid.
Waar komt IgG voor?
In alle plekken van het lichaam, behalve het brein.
Welke 4 eigenschappen hebben immunoglobulinen?
- Neutralisatie
- Complement lysis
- Opsonisatie
- Antilichaamafhankelijke cellulaire cytotoxie
Wat zijn plasmacellen?
Plasmacellen zijn uitgrijpte B-cellen en maken antistoffen.
Wat is het verschil tussen plasmacellen en B-cellen?
B-cellen hebben immunoglobulinen op het membraan, terwijl plasmacellen deze uitscheiden.
Waar vindt uitrijper van B-cellen plaats?
In het beenmerg
Wat gebeurt er met B-cellen als ze zijn gedifferentieerd?
Ze komen in de circulatie en het weefsel terecht en gaan dan verder differentiëren tot B-geheugencellen of plasmacellen.
Wat gebeurt er wanneer B-cellen zijn gedifferentieerd tot plasmacellen?
De plasmacellen gaan terug naar het beenmerg
Waar komen B-cellen voor?
In de bloedvaten, het beenmerg, de lymfeklieren en lymfevaten
Wat zijn 2 specifieke unieke eigenschappen van de humorale respons?
- Het is antigeenspecifiek
- Er ontstaat een immunologisch geheugen
Wat zijn 4 aspecten die bij een 2e infectie voorkomen bij de humorale respons?
o Versnelde 2e reactie
o Meer antistoffen
o Hogere affiniteit
o IgM -> IgG/IgA (isotype switching)
Wat houdt isotype switching precies in?
De afgifte van cytokines bepaalt in welke richting een B-cel zich gaat differentiëren. De cytokines kunnen er dus ook voor zorgen dat er andere antilichamen ontstaan.
Wat is de functie van het BTK?
Het speelt een rol in de B-cel receptor signalering.