1 - Inleiding microbiologie en infectieziekten Flashcards
Wat zijn 4 eigenschappen van bacteriën?
- Prokaryoten
- Eencelligen
- Dubbelstrengs, circulair DNA
- Vaak ook plasmidaal DNA
Wat is een eigenschap van plasmiden?
Plasmiden kunnen gemakkelijk overgedragen worden naar andere bacteriën, waardoor resistentie in meerdere vormen op kan treden.
Hebben bacteriën een celwand en celmembraan?
Ja
Wat zijn 4 eigenschappen van een virus?
- Voor vermeerdering afhankelijk van gastheercellen
- Alleen DNA of RNA
- Enkelstrengs of dubbelstrengs
- Omgeven door eiwitmantel
Wat zijn 5 eigenschappen van fungi?
- Eukaryoten
- Unicellulair: gisten
- Vertakkende draden: schimmels
- Velen dimorf
- Voortplanting door sporen
Wat willen we zeggen met dat fungi vaak dimorf zijn?
Houdt in dat sommige fungi zich bij bepaalde temperatuur voordoen als schimmels en bij een andere temperatuur als gisten.
Wat zijn 3 eigenschappen van parasieten?
- Eukaryoten
- Parasitaire levenswijze
- Voor ontwikkeling geheel of ten dele afhankelijk van gastheer
Wat zijn commensale flora?
Micro-organismen die op 1 vaste plek zitten, noemen we commensale flora.
Wat voor bacterie is S. aureus?
25% van de mensen heeft deze bacterie permanent in de huid zitten. Vaak is dit in de neus, en dus ook op bijvoorbeeld de handen. We worden niet allemaal ziek van S. aureus, omdat we geen schade aan ons lichaam hebben.
Wat zijn virulentiefactoren?
Eigenschappen waarmee een micro-organisme de verdedigingsmechanismen van de gastheer kan ontlopen of teniet doen
In welke 2 vormen wordt de pathogeniciteit onderscheiden?
- Primair pathogenen: bij besmetting regelmatig ziekteverschijnselen
- Opportunistische pathogenen: ziekte bij verminderde weerstand