2 - Antigeenherkenning door T-cellen Flashcards
Waar migreren stamcellen in de thymus? En waar gaan deze stamcellen naartoe?
Op het punt van de medulla, ze gaan naar chemokines (signaalstoffen).
Wat zijn 3 onderliggende processen tijdens voorloper T-celdifferentiatië?
- Maturatie
- Proliferatie
- Celdood (apoptose)
Welke 2 soorten T-celselecties zijn er?
- Positieve selectie
- Negatieve selectie
Waar worden T-cellen bij positieve selectie eerst op geselecteerd?
Op het feit dat ze goed hun eigen HLA-molecuul kunnen herkennen.
Waar vindt positieve selectie plaats en welke cellen spelen hierbij een rol?
Positieve selectie vindt plaats in de cortex. Hierbij spelen cortex epitheliale cellen (cTECs) een rol.
Waar worden T-cellen op geselecteerd bij negatieve selectie?
Er wordt dan geselecteerd tegen T-celreceptoren met een te hoge affiniteit voor lichaamseigen peptiden in HLA, deze zorgen voor apoptose.
Waar vindt negatieve selectie van T-cellen plaats en welke cellen spelen hierbij een rol?
Negatieve selectie vindt plaats in de medulla. Hierbij spelen medullaire epitheliale cellen (mTECs) en dendritische cellen een rol.
Wat is AIRE?
AIRE is een auto-immuun regulator die in staat om lichaamseigen eiwitten te produceren en aan te bieden aan de T-cellen.
Wat gebeurt er als T-cellen AIRE herkennen?
Wanneer T-cellen dit herkennen, worden ze negatief geselecteerd. Dit leidt uiteindelijk tot een tolerantie voor alle andere cellen.
Wat is het gevolg van een AIRE-defect?
Auto-immuun polyglandulaire syndroom (APOCED)
Welke cellen ontstaan er bij differentiatie van naïeve CD8 en CD4-lymfocyten?
Bij de differentiatie van naïeve CD8 en CD4 lymfocyten ontstaan CD4- en CD8-geheugencellen. Vervolgens ontstaan uit deze geheugencellen de effectorcellen.
Welke effecten kan CD80 bewerktstelligen?
CD80 kan binden op CD28 en hiermee een effect hebben op de transcriptie. Als CD80 bindt aan CTLA-4, zal dit namelijk leiden tot co-inhibitie.
Via welke blokkerende antibodies vindt checkpoint inhibitie plaats?
- CTLA-4 (ipilimumab)
- PD-1 (nivolumab)
Welke 3 soorten cellen zijn er in het differentiatieproces en wat houden deze cellen in?
- Naïef -> nog geen contact gehad met een antigeen
- Effector (geheugen) (RA-) -> snellere respons bij nieuw antigeen contact
- Effector (RA+) -> chronisch gestimuleerd door antigenen: uitputting
Waarbij spelen Th1-cellen een rol?
Inflammatie