1C2 - W2 - HC3 Geneesmiddelen afbraak 1 Flashcards

1
Q

Wat is farmacodynamiek?

A

Van een chemische stof > biologisch organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is farmacokinetiek?

A

Van een biologisch organisme > chemische stof

Zoals: absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de biologische beschikbaarheid?

A

De hoeveelheid die echt in het bloed terecht komt, na vernietiging in het maag-darmkanaal, na niet-absorptie, na vernietiging in de darmwand en na vernietiging door de lever (first pass)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is lidocadine oraal toepasbaar en waardoor wel/niet?

A

Niet oraal toepasbaar door afbraak door HCl in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met propranolol?

A

Heeft een variabele systemische concentratie door een groot first pass effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zegt de Hendersom Hasselbalch vergelijking iets over?

A
  • Ionisatiegraad
  • Vetoplosbaarheid
  • Molecuulgrootte
  • Bepaald opname van geneesmiddel (alleen niet-geïoniseerde vorm passeert membranen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verdelingsvolume en hoe bereken je dit?

A

Hoeveelheid geneesmiddel in het lichaam/hoeveelheid geneesmiddel in bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een voorbeeld van een metabolisme dat van actief > actieve verbinding gaat?

A

Diazepam > desmethyldiazepam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een voorbeeld van een metabolisme dat van niet-actief > actieve verbinding gaat?

A

Enalapril > enalaprilat (prodrug)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly