1C2 - W1 - HC3 Verwerking suiker, vet en aminozuren na de maaltijd Flashcards
Wat zijn metabolieten?
Organische stoffen die worden omgezet zoals ATP en glucose
Welke weg lekker wateroplosbare componenten af?
Vanuit de darm > v. portae > lever, waarbij een groot deel door de levercellen wordt opgenomen het andere deel stroomt door richting spier- en vetweefsel.
Hoe wordt TG vervoerd?
Als chylomicronen samen met voedingscholesterol via de lymfe > ductus thoracicus > v. subclavia (bypass 1e passage lever)
Wanneer worden eiwitten omgezet in glucose?
Als er te weinig koolhydraten worden ingenomen
Wat gebeurt er als de bloedsuikerspiegel daalt?
Leverglycogeen zal stijgen
Waar zit het meeste glycogeen in het lichaam opgeslagen?
Spieren (300 gram) en lever (100 gram)
Waar is de production mode in onder te verdelen?
- Post-abdorptive
- Early fasting
- Late fasting
- Starvation
Wat is post-abdorptive en hoelang duurt dit?
Overnacht vasten, 4-12h
Wat is early fasting en hoelang duurt dit?
Vasten gedurende 12-36h, hierbij draagt leverglycogeen nog nauwelijks bij aan de handhaving van de bloedsuikerspiegel. De levercel gaat nu glucose maken uit aminozuren, melkzuur of glycerol.
Wat is late fasting en hoelang duurt dit?
Langdurig vasten > 36h, hierbij worden er zoveel vetzuren gemobiliseerd uit het vetweefsel dat de lever ketonlichamen gaat maken. Dit is de overgang van glucose > ketonen
Wat is starvation en hoelang duurt dit?
Hongerstaken > 1 weken, hierbij gaan de hersenen ketonlichamen gebruiken. Er is dan geen glucose meer nodig zodat eiwitten kunnen worden bespaard. Dit houdt je vol zolang je vetweefsel hebt om ketonlichamen uit te vormen.
Wanneer wordt ketonverbranding effectief?
Als je een paar dagen niks gegeten hebt, pas als de [ketonlichaam] in de buurt van de orde van de bloedsuikerspiegel komt.
Welke processen gebeuren tijdens de storage mode?
Glycogenese, lipogenese, TG-synthese, netto eiwit synthese (glycolyse > vetzuuroxidatie)
Welk hormoon speelt een belangrijke rol tijdens de storage mode?
Insuline
Welk hormoon speelt een belangrijke rol tijdens de production mode?
Glucagon, adrenaline, cortisol en GH